Yves Brosens leidt voortaan de Bank & Finance-afdeling van het advocatenkantoor Altius. Het Belgische full-servicekantoor wil ook de expertise van Brosens in Afrika inzetten.
Yves Brosens maakt de overstap van DLA Piper. “Dat is een mooi kantoor, maar het werd almaar centraler aangestuurd”, verklaart hij. “Internationale projecten werden aangepakt vanuit Londen en Parijs. De Belgische expertise in Afrika werd weleens vergeten. Altius weet dat beter in te schatten.”
Altius is een onafhankelijk Belgisch full-servicekantoor, dat in 2002 ontstond na een fusie van Huysmans Trenité Van Doorne en zijn branchegenoot De Bauw & Maeyaert. Er werken 65 advocaten in Brussel, Antwerpen en Louvain-la-Neuve. Het kantoor levert expertise in klassieke praktijkgebieden, zoals vennootschaps- en handelsrecht, maar dekt ook niches af als sportrecht. Voor fiscale dossiers heeft het een exclusieve samenwerking met het kantoor Tiberghien.
Onafhankelijke full-servicekantoren zoals Altius zijn dikwijls het resultaat van samenwerking tussen gewezen medewerkers van topkantoren als Linklaters, die hun cliënteel topadvies willen bieden tegen normale prijzen. Die kantoren refereren dikwijls aan elkaar in internationale dossiers. “In de korte tijd dat ik hier al rondloop, verrast me dat wereldwijde netwerk”, zegt Brosens. “Dat sterkt me in mijn intentie mijn knowhow in Afrika in te kunnen zetten.”
Professionelere opvolging
Yves Brosens studeerde af in Leuven en werkte eerder voor De Bandt, Van Hecke Lagae (nu Linklaters) en later voor Caestecker, dat DLA Piper werd. Hij was het hoofd van het bancaire departement en specialiseerde zich in publiek-privatesamenwerkingsprojecten, zoals de Liefkenshoektunnel, de brug naar de luchthaven, de bouw van scholen en de (mislukte) Lange Wapperbrug.
Omdat dat soort projecten stabiliseerde, wierp hij zich als advocaat van de banken op Afrikaanse projecten van DEME, Jan De Nul, Willemen en CFE, die werkten met een Delcredere-verzekering. Een week per maand werkt hij aan bijvoorbeeld aan de financiering van en wegeninfrastructuurproject in Zambia (400 miljoen euro) of een cementfabriek in Congo (320 miljoen).
“Er vloeit heel wat geld naar Afrika”, stelt Brosens. “Dankzij de tussenkomst van internationale banken gebeurt de opvolging veel professioneler dan vroeger. Dat betekent wel dat het allemaal wat langer duurt en dat er nauwer wordt gekeken op sociale en milieu-aspecten. Ook de administratie loopt traag. In Congo bijvoorbeeld worden projecten wat verlaat door de inmiddels uitgestelde verkiezingen. Maar je moet er nu aanwezig zijn om later contracten binnen te halen.”
Meer zekerheid
Brosens wijst erop dat juridische ondersteuning meer dan ooit belangrijk is in Afrika. “Het ons-kent-ons-kapitalisme wordt her en der afgebouwd”, klinkt het. “Dat betekent dat je enerzijds te maken hebt met dikwijls complexe regels, maar anderzijds is er ook meer zekerheid. Dit is hét moment om als Vlaams bedrijf richting Afrika te kijken.”
Hoe zal hij die reizen naar Afrika combineren met zijn taak als hoofd van Altius’ Bank & Finance-afdeling? Het feit dat Afrika niet ver van de Belgische tijdszone ligt, zal helpen. Via de cloud blijft hij in contact met de thuisbasis. “Meestal weten mijn cliënten niet eens dat ik in Kinshasa of Johannesburg ben als we contact hebben”, klinkt het.
