AB InBev schuift met Cubaanse dochter

AB InBev verhuisde zijn brouwerij in Cuba naar de Zuid-Amerikaanse dochter AmBev. Het lijkt logisch, maar toch blijft het gevoelig voor de Verenigde Staten.

Cuba blijft een ‘terroristenstaat’ voor de Verenigde Staten. Uncle Sam heeft een economisch embargo tegen het land. De Helms-Burtonwet uit 1996 belet buitenlandse bedrijven, die zakendoen in Cuba, ook zaken te doen in de Verenigde Staten. Bovendien kunnen Cubanen in de VS rechtszaken inspannen tegen ondernemers die zakendoen met Cubaanse (overheids)bedrijven.

Wie zakendoet in Cuba, loopt dan ook een groot risico. En toch doet AB InBev dat. Het is dan ook een van de risicofactoren in het jaarverslag. Het zou wel eens kunnen dat grote institutionele investeerders de brouwer links laten liggen door die activiteiten in Cuba. Maar gezien de koersontwikkeling van de grootste wereldbrouwer, valt dat best mee.

Toch hield AB InBev tot voor kort zijn Cubaanse dochter bij de afdeling West-Europa, samen met Duitsland, Italië, Oostenrijk en Zwitserland. Die Cubaanse brouwer is een historische erfenis. In 1993 startte de Canadese brouwer Labatt een joint venture met de Cubaanse overheid. Labatt werd in 1995 gekocht door Interbrew.

In Cuba haalt de onderneming met haar 550 werknemers een volumeverkoop van 1,3 miljoen hectoliter. De bekendste lokale merken zijn Bucanero en Cristal. AB InBev publiceert geen afzonderlijke cijfers, maar wellicht is Cuba winstgevend. Er zijn maar twee spelers: een staatsbedrijf en de joint venture van AB InBev met de overheid (46% marktaandeel). Bovendien gaat de bierconsumptie in het land van Fidel Castro erop vooruit.

Verboden in St. Louis

Nu verkast AB InBev de Cubaanse brouwer naar de Zuid-Amerikaanse dochter AmBev. Het is uiteraard logisch, maar toch zou het wrevel kunnen opwekken in de Verenigde Staten. In juli 2008 wou August Busch IV, de toenmalige CEO van Anheuser-Busch, de overname van zijn bedrijf door InBev nog weren door te wijzen op die Cubaanse activiteiten. Anheuser-Busch strooide toen twijfels rond of het hoofdkantoor voor Noord-Amerika van de nieuwe biergigant wel in St. Louis kon zijn. Die Cubaanse activiteiten konden onmogelijk vanuit Noord-Amerika worden geleid. Busch verwees toen uitdrukkelijk naar de Helms-Burtonwet.

Er werd toen nogal lacherig gedaan over dat ‘slotoffensief’ van August Busch IV. En toch speelde AB InBev het de voorbije jaren voorzichtig. Tot nu dus. Want AmBev is een Zuid-Amerikaanse dochter van de brouwer. Voortaan zit Cuba in de zone ‘Latijns-Amerika Noord’, met het hoofdkantoor in het Braziliaanse São Paulo. Het belangrijkste land in die zone is Brazilië.