AB InBev-brouwerij in Leuven draait op volle toeren
Geen vierkante meter van de brouwerij van Leuven blijft onbenut. Door het almaar stijgende succes van de Belgische bieren Jupiler, Leffe en vooral Stella Artois wordt ze nog eens met een derde uitgebreid. Maar meer kan echt niet meer.
“We zitten hier niet de Sahara. We bouwen in de hoogte, we kunnen niet langer uitbreiden in de breedte.” Tom Robberechts, de verantwoordelijke voor bedrijfsbezoeken en evenementen bij de brouwerij in Leuven, wijst op het torenhoge volautomatische magazijn.
De bezoekers zijn net voorbij enkele vierkante meters grasperk gewandeld. Maar ook die verdwijnen en worden omgetoverd in productiecapaciteit. De werknemersparking staat propvol. “Het spektakel bij de wissel van de ploegen om 14 uur is bijzonder”, zegt Robberechts. Even later staan we in een luchtgekoelde ruimte in de brouwzaal met vijftien brouwketels. Daar klimt de temperatuur soms boven 30 graden Celcius, menig bezoeker viel er al flauw. Maar ook die ruimte verdwijnt. In de plaats komt een vierde rij van vijf brouwketels. Robberechts omschrijft de brouwzaal als “de grote speeltuin, boordevol smaken, kleuren, geuren”.
Nieuwe bezoekersruimte
En ook de verpakkingsruimte wordt volop benut, met vijf flessenlijnen, twee voor blikken, één voor vaten. “Vijand nummer één bij het vullen is zuurstof”, doceert Tom Robberechts terwijl beneden 60.000 flesjes, 80.000 blikjes en 750 vaten per uur met bier worden gevuld. “Als er zuurstof in het flesje komt, dan treedt er oxidatie op. De drank wordt slecht. Vergelijk het met een appel die je drie weken op tafel laat liggen.”
En zo gaat de man nog even door. “De grootste vijanden van bier zijn zuurstof, zonlicht, temperatuurverschillen en ouderdom. Een bruine fles bijvoorbeeld is veel beter voor de houdbaarheid van het bier. Maar marketingmensen willen een groene fles. Die is meer sexy.”
Voortaan mag Tom Robberechts dat ook uitleggen aan de 15.000 bezoekers die de Leuvense brouwerij elk jaar ontvangt. Het bezoekerscentrum wordt vernieuwd. Achteraan de brouwerij komt een nieuwe bezoekersparking en een nieuwe toegangsruimte. Die logistieke wijzigingen aan de brouwerij kosten 5 miljoen euro. Vandaag wordt er nog volop geklopt, tegels gelegd en geasfalteerd.
Bier vloeit volop
Leuven draait dus op volle toeren. De productiecapaciteit wordt met liefst 3 miljoen hectoliter vergroot. Met een theoretische capaciteit van 12 miljoen hectoliter wordt Leuven de grootste brouwerij van West-Europa, en steekt AB InBev de Heineken-brouwerij in Zoeterwoude naar de kroon. Die groei zit vooral in de export, want de Belgische biermarkt daalt al jaren structureel.
De theoretische capaciteit bedraagt vandaag 9 miljoen hectoliter, via drie brouwzalen. De nieuwe, vierde brouwzaal verhoogt de capaciteit naar 12 miljoen hectoliter. Vorig jaar werd de productiecapaciteit voor liefst 96 procent benut, of 5,8 miljoen hectoliter. AB InBev kleeft aan de investering een prijskaartje van 50 miljoen euro. Al begin 2017 zou de uitbreiding volledig kunnen draaien. Vorig jaar brouwde Jupille iets meer dan 4 miljoen hectoliter per jaar, een productiebenutting van 67 procent.
Ook de brouwerij van Hoegaarden, in 2014 goed voor een capaciteitsbenutting van 75 procent, wordt uitgebreid. Maar daar wordt enkel het gelijknamige merk gebrouwen.
Groei door export
De AB InBev-productie in België klokte vorig jaar af op 10,8 miljoen hectoliter. Daarvan vertrok 52 procent naar het buitenland. In 2009 bedroeg de productie bijna 10 miljoen hectoliter. Maar de groei de voorbije jaren is uitsluitend te danken aan export, want in dezelfde periode daalde de binnenlandse AB InBev-verkoop van 5 miljoen naar 4,5 miljoen hectoliter.
De belangrijkste exportmarkten zijn Frankrijk, de Verenigde Staten en Nederland. Frankrijk is de belangrijkste markt voor Leffe, in Nederland groeit Jupiler. En in de Verenigde Staten zal Stella Artois dit jaar wellicht het volume van 2 miljoen hectoliter overschrijden. Ook Brazilië en Argentinië zijn belangrijke markten voor Stella Artois. Dat bier wordt in Leuven gebrouwen. 70 procent van de Leuvense productie is voor de export, in Hoegaarden is het nog iets meer: 80 procent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier