Zwemmen in een oase
Een van de vijftien Sportoase-vestigingen zal dit jaar het 25 miljoenste entreekaartje van het multisportbedrijf verkopen. De filialen combineren een zwembad met sport- en horecafaciliteiten. Het is een markt waarin de concurrentie toeneemt.
Valse start
Sportoase heeft twee aandeelhouders: de bouwonderneming Van Roey en Cofely (Engie-Axima). Zij zetten in 2005 in Leuven Sportplaza op. Het Nederlandse Sportfondsen zou instaan voor de commerciële exploitatie. Maar er kwamen financiële moeilijkheden. “De Nederlandse partner was niet zo vertrouwd met de Belgische markt”, verklaart Michaël Schouwaerts, de algemeen directeur van Sportoase. “Van Roey en Cofely hebben in mei 2005 Sportoase als bedrijf opgericht.” In 2008 is de situatie in Leuven rechtgetrokken. Sindsdien er volgens Schouwaerts geen operationeel verlies meer. Sportoase breidde intussen zijn activiteiten in Vlaanderen uit.
Behoeften
Volgens David Nassen zijn de slaagkansen groter als een sportbad gecombineerd kan worden met een recreatiebad en een fitnesszaal. “Dat wil niet zeggen dat in drie buurgemeenten ook drie recreatiebaden naast de sportbaden komen. Er is nog een beetje ruimte maar niet overal”, zegt hij. Er zijn in ons land ongeveer 180 publieke zwembaden. De renovatiegolf in die sector is nog niet voorbij. Volgens Michaël Schouwaert heeft een zwembad na dertig-veertig jaar zijn houdbaarheidsdatum bereikt. “Die gebouwen zien af. Er is nog veel infrastructuur die aan vervanging toe is.”
Nassen verwacht dat in de toekomst ook kleinere zwembaden kunnen worden opgenomen in een netwerk, waardoor ze kunnen profiteren van schaalvoordelen. “Er zullen gemeenten zijn met een klein, eenvoudig sportbad, waar een technicus van een groter bad het onderhoud zal overnemen.”
Publiek-private samenwerking
Sportoase is een voorbeeld van een publiek-private samenwerking (pps). Daarbij gaat de overheid in zee met de privé-partners voor de bouw en de exploitatie van sportinfrastructuren. Volgens David Nassen, directeur van de sectororganisatie van de publieke zwembaden ISB, was het zwembad Lago Dommelslag in Overpelt/Neerpelt begin van deze eeuw de eerste realisatie via een pps. Sportoase in Leuven was het tweede voorbeeld. “We zien dat een pps als methodiek volwassen is geworden. Gemeenten bekijken het beheer zakelijker”, aldus Nassen. “Pps biedt operationeel, financieel en maatschappelijk een meerwaarde.”
Spelers
Sportoase is niet de enige speler op die markt. Het is wel een pionier, samen met S&R Group, waarvan de baden nu werken onder de merknaam Lago. De jongste jaren zijn er nieuwe spelers bij gekomen. Optisport uit Nederland bijvoorbeeld. Of de Vitagroep, een partnership tussen het bouwbedrijf Cordeel en Farys. Plopsaland heeft behalve in De Panne ook projecten in uitvoering in Landen en Mechelen. Michaël Schouwaerts zegt dan ook dat de concurrentie scherper is geworden, wat leidt tot druk op de prijzen. David Nassen geeft aan dat de markt groeit en daardoor nieuwe spelers aantrekt.
4 miljoen
bezoeken waren er in 2018 in alle Sportoasevestigingen.
30 jaar
duurt een publiek-private samenwerking gemiddeld.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier