Zonder schrik de toekomst tegemoet

De wasmachineproducent Primus behoort tot de 100 grootste bedrijven van West-Vlaanderen. Dat nieuws is van aard om de overnamegeruchten te versterken. “Alles staat altijd te koop. En dan?”, zegt Eddy Coppieters, CEO van Primus.

Primus noteert op de 64ste plaats in de Trends Top 100 van de West-Vlaamse bedrijven. Het voormalige familiebedrijf werd opgericht in 1912, maar produceert sinds de overname door de Amerikaanse risicokapitaalverschaffer Andlinger & co eind 2003 niets van zijn aanbod industriële wasmachines, droogkasten en strijkrollen nog in België. De laatste twee productielijnen verhuisden toen ook naar Tsjechië, waar Primus al in 1989 gedeeltelijk toevlucht zocht om aan de hoge loonkosten te ontsnappen, de marges te vergroten en zich te sterken tegen de concurrentie uit andere landen.

Primus was bij de eerste producenten van vaatwassers en huishoudapparatuur, maar stortte zich in de jaren tachtig op de markt van de industriële wasapparatuur. “Dat was niet onmiddellijk een succes, de kwaliteit van de producten liet soms te wensen over”, vertelt CEO Eddy Coppieters. Zodra een deel van de productie naar Tsjechië werd overgeheveld, kwam er geld vrij om de machines opnieuw te ontwerpen en de kwaliteit te verbeteren. Het research & developmentteam telt vandaag dertig medewerkers, van wie er slechts drie in België aan de slag zijn. De voorbije vier jaar kwamen er ook twee productiehallen bij voor de 550 medewerkers in Tsjechië. In de kantoren in Gullegem bij Kortrijk werken nog 45 personeelsleden. “Dat is niet zo bedoeld om de vakbonden buiten te sluiten. Ik zit al achttien jaar in de business en heb er altijd goed mee kunnen samenwerken”, verzekert Coppieters. Marc Demuynck van het ABVV en Piet Decavele van ACV Metaal kunnen daarom maar weinig vertellen over de onderneming.

Toch wordt de Tsjechische vestiging geen dochteronderneming, ze blijft een divisie van het Belgische Primus. Dat verklaart meteen waarom Primus zo hoog kon scoren in de Trends Top 100, die is gebaseerd op de omzet, de nettowinst en het aantal personeelsleden van 2006.

Maal drie

De cijfers van Primus, die waren niet mis dat jaar. Sinds de overname door Andlinger & co zijn de marges verdrievoudigd. “We zijn nochtans realistisch conservatief”, omschrijft Coppieters, “en werken maar naar een jaarlijkse groei van vijf tot tien procent.” Het resultaat steeg in het boekjaar 2006 wel met liefst 1920 procent ten opzichte van 2005, een gevolg van uitzonderlijke elementen. “Die cijfers zijn vertekend door een interne transactie waarbij een dochteronderneming van eigenaar veranderde in de groep”, verklaart Coppieters. De omzet steeg met dertien procent. “Dat was puur interne groei.” In de sector van de wasmachineproducenten betekent dat: marktaandeel veroverd ten nadele van een concurrent.

Want het is een kleine wereld. Het West-Vlaamse Ipso, dat vorig jaar werd verkocht aan Laundry Alliance Systems, wisselt het marktleiderschap af met Electrolux. Primus rekent zichzelf, samen met Miele en Girbau, tot de top vijf van de wereldwijde wasmachineproducenten. De rest van de concurrentie bestaat uit kleinere, lokale spelers.

“Onze markt is zeer stabiel. Omdat we exporteren naar meer dan tachtig landen kunnen we de plaatselijke fluctuaties stabiliseren”, merkt Coppieters op. “We hadden wel het geluk dat we op mooie cijfers konden voortbouwen, maar vanaf 2003 hebben we grote klanten bewerkt. Velen onder hen kenden we nog van vroeger (zie kader: Wie is de primus?). Daar plukken we nu pas echt de vruchten van.”

De marge had echter nog bijna drie miljoen euro groter kunnen zijn. Daar staken de prijsstijgingen van inox een stokje voor. Primus koopt jaarlijks 2500 ton van de basisgrondstof voor de wasmachines aan en kon maar anderhalf miljoen euro recupereren van de meerprijs die het moest betalen. Coppieters: “Grote hoeveelheden inox inkopen wanneer de prijs laag is, is geen optie. De leveranciers kunnen onmogelijk tegen de marktprijzen ingaan.”

Op termijn worden de wasmachines daar zeker niet goedkoper van, en dat uitgerekend op het moment dat de Chinese producenten met hun goedkopere producten bezig zijn aan een opmars. Andere wasmachineproducenten spreken zelfs van Chinese spookbestellingen die uitsluitend worden geplaatst met de bedoeling de machines nauwkeurig te kunnen kopiëren. “De industriële wasserijapparatuur die wij produceren, zijn heuse investeringsgoederen. Op de consumentenmarkt ligt het anders, maar Primus wordt niet bedreigd door Chinese producenten. Ook de Amerikaanse producenten hoeven we niet te vrezen, zelfs niet nu de dollarkoers zo laag is. Het zou hen meer kosten om de machines naar Europa te verschepen dan wat wij moeten betalen voor het transport uit Tsjechië”, meent Coppieters.

Primus speelt zijn Belgische imago daarom graag uit. Alleen Oost-Europa en het Verre Oosten worden rechtstreeks vanuit Tsjechië beleverd. De andere commerciële activiteiten gebeuren vanuit West-Vlaanderen, “ook omdat de marktkennis en talenkennis van onze mensen in België breder is dan die van de werknemers in Tsjechië.” De producten worden onder de merknaam Primus of onder private label verspreid, in Frankrijk via het verkoopkantoor Primus France, dat vijftien medewerkers telt.

Liever overname dan beursgang

Coppieters laat er weinig twijfel over bestaan: Primus is erin geslaagd meerwaarde te creëren voor Andlinger & co. En het is niet ongewoon dat risicokapitaalverschaffers zich na vijf jaar terugtrekken uit een bedrijf. Alle blikken zijn daarom gericht op Primus, dat ook wel wordt omschreven als de volgende overnameprooi. De voorbije jaren ging er al een consolidatiegolf door de sector, maar er wordt verwacht dat de trend zich nog zal doorzetten. “Alles is altijd te koop”, relativeert Coppieters de geruchten. “De firma zál van eigenaar veranderen als de overnameprijs goed is. Wat dan nog? Niemand is er bang voor, want hier kan niets meer gebeuren en het merk Primus zal blijven bestaan.” Bij de overname door Andlinger & co verloren 35 arbeiders hun baan door het verdwijnen van de productie in België. “Die vonden allemaal binnen de twee maanden een nieuwe baan”, vermeldt Coppieters. Er zijn momenteel geen gesprekken en we staan niet met de vlag op straat om overnemers te lokken.” En een managementbuy-out? “Kan allemaal, ik lig er alleszins nog niet wakker van.”

Hoewel Primus wordt geleid onder het motto ‘liever tien beslissingen waarvan één misschien niet deugt’, is er één zaak niet aan de orde. Een beursgenoteerd bedrijf worden. Coppieters maakte al een beursgang mee toen hij aan het hoofd stond van Ipso en hij vindt de ervaring niet voor herhaling vatbaar. “Je bent na verloop van tijd nog uitsluitend bezig met je beurskoers, waardoor het zakendoen mogelijk verwatert.” (T)

Door Sjoukje Smedts/Foto’s Thomas De Boever

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content