ZONDER HAAT STRAAT?
Zij blijven glimmen in de straten van de brave buurten (de buurten die voor Patrick of de Patrick van hun gemeente stemden). De affiche ‘Zonder Haat Straat’ is een hit. De vraag is of die padvindersmassage van de publieke opinie is opgewassen tegen de werkelijkheid van het samenleven van culturen en volkeren. Vallen solidariteit en diversiteit samen?
Bea Cantillon van de Universiteit Antwerpen heeft het zo niet bedoeld – daarvoor zijn haar bekommernissen te oprecht – maar de specialiste van de sociale zekerheid en hoogleraar roept onder meer op om allochtone studenten aan de Vlaamse hogescholen extra bijscholing Nederlands te geven. Zij zakken te vaak.
Wablief, zal het merendeel van de televisiekijkers – en dat zijn geen welmenende profs – hebben gedacht. Hoe kan je aanbelanden in de hogere cyclus zonder een fatsoenlijke taalvaardigheid, het a tot z van het schoolsucces?
De kwestie van het samenleven tussen de Vlamingen en de nieuwe allochtonen blijft gesteld. Ook omdat je zelden hoort over dit type van problemen bij volksverhuizers van de vorige generaties. Chinezen, Italianen, Polen, Hongaren, joden van allerlei landen integreerden triomfantelijk, op eigen kracht, met eigen geld in het land van hun verlangen.
Smeulend onbehagen. De e-corres-pondenten die mij, en vele anderen, in de dagen voor en na 8 oktober mails zonden over allochtonen en moslims, hebben het voor een deel zo bedoeld, als hatelijkheid, en reageren voor een deel met het buikgevoelen dat er grote problemen blijven in het samenleven van de oude en de nieuwe etnieën. Twee voorbeelden. Een man met een leidende bankfunctie stuurde acht foto’s, door zijn vader afgetapt van het internet. Die prenten, geweigerd door de reguliere persagentschappen, tonen bloeddorstige leuzen tegen de westerlingen van betogende moslims in Londen. Sterker is een wekenlang circulerende anonieme aanklacht onder de titel ‘Wie zegt dat België een land is waar integratie moeilijk is?’ Het schotschrift berekent hoeveel de Brusselse familie van een strijdlustige moslim kost aan de Belgische burgers. Hij leeft polygaam met twee echtgenotes met telkens acht kinderen, allemaal geboren in België. De gedetailleerde berekening mondt uit in een bedrag langs allerhande tegemoetkomingen (kinderbijslag, schooltoeslag, woontoelage, alleenstaande ouder – het gezinshoofd is voorlopig uitgewezen) van 8947 euro per maand. Waar of onwaar? De aanklacht rent over het internet.
De xenofobe reacties worden niet afgeremd door de gemeentelijke verkiezingsuitslagen. Evenmin wordt het smeulende onbehagen van velen over vreemdelingen afgeremd door de eerste generatie allochtone gemeenteraadsleden. Zij tonen lijfelijk de geleidelijke verkleuring van de lokale macht en dat is voor Jan met de pet, die zelden politiek correct is, slikken. De samenlevingsproblemen verdampen niet in Vlaanderen, zij verscherpen. Etnische spanningen, zeker in een land met een grote woondichtheid en zonder traditie van inwijking, worden bepaald door de homogeniteit van de bevolking, de historische ervaring met vreemdelingen, de mate van afwijking tussen de nieuwkomers en de autoch-tonen en de affiniteit van de immigranten met het nieuwe vaderland.
Diversiteit versus solidariteit. Het conflict tussen diversiteit (of multiculturalisme) en solidariteit is de kern. Een conflict waarover de progressieve welmenenden en de linkse opinie- makers (de anderen worden kaltgestellt) weinig tot niet openbaar nadenken. Bea Cantillon en het Hoger Instituut voor de Arbeid van de KU Leuven hebben hier werk.
Het toejuichen van de diversiteit staat vandaag centraal bij progressieve politici. Tussen 1870 en 1970 was een politiek van solidariteit de kern van het vooruitstrevende handelen. Het ideaal was een samenleving waarin de ongelijkheden verbonden met de sociale klasse zouden verdwijnen. Dat ideaal is blijven leven, maar is vanaf de jaren zeventig geleidelijk aangevuld met een tweede ideaal – de bevordering van de diversiteit. De talen, gerechten, kledij, gebruiken van de immigranten en de grotere verdraagzaamheid ten aanzien van homo’s zouden voortaan gecelebreerd worden door het multiculturalisme en niet langer uitgegomd door assimilatie. Voor de jaren zeventig was assimilatie trouwens bijkomstig, de steden waren blank en iedereen speelde huisje-tuintje-keukentje met zijn andersgeslachtelijke M/V.
Het progressieve dilemma van de 21ste eeuw, waar dus bang en onwetend omheen wordt gewandeld, is de spanning tussen diversiteit en solidariteit. Beide doelen zijn lovenswaardig op zich, maar zij kunnen en zullen conflicteren.
De auteur is directeur van Trends. Reacties: frans.crols@trends.be
Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier