‘Zoek de zwakke banken en duw ze eruit’
Red de banken, niet hun aandeelhouders. En zeg nooit hoeveel het zal kosten. Stefan Ingves, de man die aan het begin van de jaren negentig Zweden uit een zware bankencrisis haalde, heeft enkele tips voor financiële crisiswerkers.
JOZEF VANGELDER
JOZEF VANGELDER
“Er zijn altijd en overal bankencrisissen geweest. Het probleem is dat er te veel tijd tussen twee crisissen zit. Zo vergeten we en maken we steeds dezelfde fouten.” Stefan Ingves, gouverneur van de Zweedse centrale bank en voorzitter van het internationale Baselcomité voor het bankentoezicht, hield het niet bij droge theorieën tijdens zijn toespraak voor de denktank Centre for European Policy Studies (CEPS). Hij deed er zijn ervaring als crisismanager van de Zweedse banken uit de doeken. “Het moeilijkste bij een bankencrisis? De simpele dingen, zoals het vinden van telefoonnummers.”
Ingves was directeur van de Zweedse financiële toezichthouder toen daar aan het begin van de jaren negentig een vastgoedzeepbel uiteenspatte. Na jaren van roekeloze kredietverstrekking dreigden de Zweedse banken ten onder te gaan. Ingves loodste hen doorheen de storm via kapitaalinjecties en overheidsgaranties. Twee banken, Nordbanken en Götabanken, werden genationaliseerd. Hun slechte vastgoedkredieten werden afgesplitst in een ‘ bad bank‘, gerund door de overheid. De bad bank verwierf ook het vastgoed dat als onderpand diende voor de kredieten, en werd zo een belangrijke speler op de Zweedse vastgoedmarkt. Ze slaagde erin de vastgoedmarkt te stabiliseren. De geleidelijke verkoop van het vastgoed en de privatisering van Nordbanken en Götabanken brachten geld in de staatskas. Het reddingsplan heeft de Zweedse belastingbetaler uiteindelijk weinig gekost.
“De Zweedse crisis bleef binnenlands”, zegt Ingves. “De val van de zakenbank Lehman Brothers in 2008 bracht echter de hele wereld in de problemen. Bij ons draaide het om enkele lokale, failliete banken, in 2008 was er een algehele liquiditeitscrisis. De wereldwijde kapitaalmarkten bevroren.” Er zijn dus verschillen tussen toen en nu, maar de oorzaken zijn volgens Ingves grotendeels dezelfde: deregulering en ontoereikende risicocontrole, onderkapitalisering en te veel schulden, en een jacht op rendement die resulteert in zeepbellen.
Lessen
Wat zijn de lessen? “Red de banken, maar niet hun aandeelhouders,” zegt Ingves. “Wij steunden de depositohouders en schuldeisers van de banken met overheidswaarborgen. De aandeelhouders kregen de keuze: ofwel redden ze zichzelf, ofwel nam de overheid het over. Het was nooit een doel op zich om overheidsgeld in de banken te injecteren. We staken erin wat nodig was. Was er privégeld beschikbaar, des te beter.”
Zweden plakte ook geen bedrag op zijn reddingsplan. “Ofwel is het te hoog, en denken de mensen dat de problemen verschrikkelijk zijn. Ofwel is het te laag, en vrezen ze dat het niet zal volstaan.”
Communicatie is cruciaal. “Mensen aanvaarden dat de dingen soms faliekant uitdraaien. Zeg hoe je het zal oplossen en voeg de daad bij het woord. Dat herstelt het vertrouwen en houdt het geld in de banken. De Zweden hebben destijds nooit de loketten bestormd. DeLondense financiers hebben de geldkraan dichtgedraaid.”
Ten slotte, zorg voor de goede banken en niet voor de slechte. “Zoek de zwakke banken en duw ze eruit. Dat geeft een krachtig signaal dat de rest van de sector het goed stelt, zodat je het systeem kan heropstarten. Experts zijn er alvast genoeg. Er zijn altijd wel ergens banken met problemen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier