ZO DE REGEN, ZO DE BESTELLINGEN
GEEN FUNDAMENTALISME, MAAR ZAKEN.
Het regent opnieuw in Marokko. In dat land, waar landbouw 20 % van het BBP (Bruto Binnenlands Product) uitmaakt, zet water de economie in gang. Zodra het regent, stijgen de bestellingen en daalt het aantal late betalers. Het waterniveau aan de stuwdammen is voorpaginanieuws. Toen Marokko in ’94 een spectaculaire reële groei van 11 % kende, was dat te danken aan de landbouw, en dus de regen. Het was een inhaalbeweging na 2 jaren (’92 en ’93) van absolute droogte en negatieve groei (-3 % en -1,1 %). ’95 was opnieuw kurkdroog.
Andere belangrijke bronnen van inkomsten zijn de uitvoer van fosfaten, toerisme, en… hasj, een cannabisderivaat. Dit laatste “uitvoerproduct”, volgens schattingen goed voor jaarlijks 60 miljard frank inkomsten, is de voornaamste deviezenbron voor Marokko (zie Trends, 21 september ’95). Het gewicht van de informele sector kleine handeltjes enzovoort wordt op 40 % van het BBP geschat.
Daarmee is Marokko’s voornaamste zwakte blootgelegd : het gebrek aan een degelijke industriële basis die voldoende toegevoegde waarde creëert. Zo mist de goed opgeleide en erg jonge Marokkaanse bevolking 52 % van de 26 miljoen Marokkanen is jonger dan 20 jaar een belangrijke bouwsteen voor haar toekomst. Terwijl andere islamitische landen met gelijkaardige uitdagingen vluchten in fundamentalisme zoals buur Algerije hebben de nuchtere Marokkanen een andere aanpak. Veel is te danken aan de zakelijke koning Hassan II, die als wereldlijk en geestelijk leider het land stevig in zijn greep houdt.
Die aanpak blijkt uit het antwoord op de crisis eind de jaren ’70, begin de jaren ’80, toen de daling van de fosfaatprijzen Marokko in de rode cijfers bracht : begrotingstekorten van meer dan 10 %, galopperende inflatie, weggesmolten deviezenreserves, overgereglementeerde economie. Het Programme d’Ajustement Structurel (PAS) van ’83 zette de liberalizering van Marokko in werking : vermindering van het staatsbeslag, vrijmaking van de buitenlandse handel, lidmaatschap van de Gatt (General Agreement on Tariffs and Trade) enzovoort. In ’93 startte een grootscheepse privatisering die tegen eind ’95 7,5 miljard dirham (26 miljard frank) opbracht. Het eind vorig jaar goedgekeurde Charte de l’Investissement kent belangrijke voordelen toe aan buitenlandse investeerders : sterk verlaagd invoertarief op uitrustingsgoederen, totale kwijtschelding van de vennootschapsbelasting van 35 % gedurende de eerste 5 jaar (daarna een mindering van 50 %), vrije repartriëring van winsten (na belasting), enzovoort. Kroon op het werk is een associatie-akkoord met de EU dat voorziet in een verregaande liberalisering van de handel in industrieproducten over een periode van 10 tot 12 jaar.
Ondanks alles, zijn de Belgische investeerders dun gezaaid in Marokko. Wat de handel betreft, is de Bleu (Belgisch-Luxemburgse Economische Unie) de negende leverancier van Marokko, met 2,3 % van de Marokkaanse import in ’94. Onze handel met Marokko vertoont een overschot, maar daarmee is alles gezegd : onze export naar het land blijft al jaren rond de 7 miljard hangen, zonder uitzicht op groei. Marokko verdient beter.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier