Zilver, de schaduw van goud

2013 was een tegenvallend jaar voor de edelmetalen. De wanprestatie van het goud werd overal breed uitgesmeerd, omdat het voor het eerst sinds 2000 een jaar met verlies afsloot. De prijsdaling met 28,3 % was meteen de grootste baisse sinds 1981. Zilver liep veel minder in de kijker, hoewel het nog slechter presteerde, met een verlies van 35,9 %.

De prijscorrelatie tussen beide metalen is traditioneel erg hoog, hoewel daarvoor eigenlijk geen objectieve redenen meer zijn. Goud heeft een monetaire functie en maakt, samen met vreemde valuta, deel uit van de reserves van de centrale banken. Het voorbije decennium is het aandeel van goud zelfs substantieel toegenomen. Bij zilver is die monetaire component er helemaal niet. Toch bedroeg de correlatie met goud in het voorbije anderhalf jaar +0,8 (waarbij -1 een volledig negatieve correlatie is en +1 een volledig positieve correlatie).

Minder toepassingen

Die trend zet ook in 2014 door. Goud heeft het jaar goed ingezet, met een klim van 11,3 %. Zilver doet het nog beter en noteert na bijna twee maanden in 2014 bijna 14 % hoger. Vooralsnog speelt de hoge correlatie met goud dus in het voordeel van zilver. De primaire en secundaire mijnproductie ligt al geruime tijd hoger dan de industriële vraag. Klassieke toepassingen zoals fotografie en medische beeldvorming gebruiken steeds minder zilver door de toegenomen digitalisering.

Wat elektrische en elektronische toepassingen betreft, laat de zonnepanelenindustrie het afweten. Dat heeft twee oorzaken. Vooreerst is door technologische vernieuwingen minder zilver nodig om fotovoltaïsche panelen te produceren. Daarnaast leidt de afbouw van de overheidssubsidies ertoe dat die industrie tijdelijk over haar hoogtepunt heen is. Aan de aanbodzijde leidt de stijgende output van basismetalen als koper, lood en zink er ook toe dat er meer zilver is als bijproduct.

Het gat wordt dichtgereden door de investeringsvraag, waar zilver opnieuw profiteert van de link met goud. Het aandeel van de investeringsvraag is vorig jaar opgelopen tot 25 %, tegenover een historisch gemiddelde van slechts 8 %. Dat is zowel goed als slecht nieuws voor zilverbeleggers. Enerzijds helpen de investeringen om het fysieke vraag- en aanbodevenwicht te herstellen, dat door de lagere industriële vraag in onbalans was geraakt. Anderzijds maakt dat zilver wel kwetsbaar voor een uitstroom van investeringsgeld, zoals vorig jaar bij het goud het geval was.

80 % van de mijnproductie

In 2013 daalde de hoeveelheid fysiek goud onder beheer van de ETF’s met 870 ton, een uitstroom met bijna een derde. Die beweging werd helemaal niet gevolgd door zilver. Eind vorige week hadden alle zilvertrackers samen 19.340 ton zilver onder beheer, het equivalent van 80 % van de jaarlijkse mijnproductie. Dat is nauwelijks minder dan het record van iets boven 20.000 ton dat vorig najaar werd bereikt. Als de investeerders in zilver hetzelfde parcours volgen als bij goud, zou de markt met bijna 7000 ton zilver worden overspoeld.

Maar er is op korte termijn niets wat erop wijst dat een soortgelijke beweging zal plaatsvinden, integendeel zelfs. De taperingkoorts is opnieuw wat naar de achtergrond verdwenen en na een korte opleving eind vorig jaar is de langetermijnrente al een aantal weken weer aan het dalen. Dat maakt de opportuniteitskosten voor niet-rentedragende activa als goud en zilver kleiner. Momenteel is de weg van de minste weerstand dus hoger.

Veel mogelijkheden

Naast de aankoop van fysiek zilver wordt meestal in het edelmetaal geïnvesteerd via trackers of hefboomproducten. Merk op dat een belegging in ETF’s die investeren in fysiek zilver niet hetzelfde is als het kopen van munten of staven, want ETF’s zijn niet in te wisselen tegen het fysieke metaal.

De markt van zilver-ETF’s wordt beheerst door iShares Silver Trust (tickersymbool SLV) van uitgever BlackRock. Die steekt met een beheerd vermogen van 7,1 miljard USD met kop en schouders boven de andere ETF’s uit. ETF Physical Silver Shares (tickersymbool SIVR), van de Britse uitgever ETF Securities, is meer dan een maatje kleiner, maar rekent wel slechts 0,3 % beheersvergoeding op jaarbasis aan, tegenover 0,5 % bij SLV.

Bij de hefboomproducten is er een groot aanbod op Euronext. ABN Amro Markets biedt zeven turbo’s long aan met zilver als onderliggende waarde, waarbij de hefbomen variëren tussen 2,2 en 11,9. Bij RBS Markets is het aanbod nog iets groter, met vijftien turbo’s long met hefbomen tussen 1,4 en 8,9. In beide gevallen blijft het verschil tussen de aan- en de verkoopkoers (spread) beperkt tot 2 eurocent. Dat voorbeeld biedt een goed compromis tussen risico en potentieel rendement, maar de selectie van de hefboom hangt uiteindelijk af van uw persoonlijke risicobereidheid.

Zilver Turbo Long (gemiddeld risico)

Isin-code : NL0009255017

Munt : EUR

Financieringsniveau : 15,05

Referentieprijs : 21,95

Stoploss : 15,8

Hefboom : 3,18

Koers : 5,02

Bij deze turbo long noteert de zilverprijs bijna 39 % boven de stoploss. Dat geeft voldoende tijd om in te grijpen als het toch de verkeerde richting zou uitgaan met zilver.

ZILVER NOTEERT NA TWEE MAANDEN IN 2014 BIJNA 14 % HOGER.

HET AANDEEL VAN DE INVESTERINGSVRAAG IS VORIG JAAR OPGELOPEN TOT 25 %.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content