Zijn bedrijven aansprakelijk?

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

De ramp met de Erika-tanker voor de Bretoense kust doet de discussie over de aansprakelijkheid van bedrijven opnieuw oplaaien. Volgens de Franse overheid veroorzaakte niet het slechte weer noch een menselijke fout de schipbreuk, wél de slechte staat van het vaartuig. De schade loopt intussen in de miljarden: naar schatting 300.000 zeevogels lieten het leven en honderden kilometers strand werden vervuild door 25.000 liter olie.

Hoewel de Erika goed was verzekerd en over de nodige certificaten beschikte, eist de publieke opinie bij monde van Greenpeace dat de oliemaatschappijen hun verantwoordelijkheid opnemen en hun tankervloot niet langer onder goedkope vlag laten varen. “Toch moeten we oppassen met het responsabiliseren van mensen en/of bedrijven die niets te maken hebben met de oorzaak van de schade,” zegt milieujurist Marc Van Passel van het gelijknamige advocatenkantoor uit Antwerpen. “De terechte zorg voor het milieu rechtvaardigt geen willekeurigheid.”

Trends. Naast de vergoeding van het schadefonds – goed voor 7,2 miljard frank – belooft eigenaar TotalFina nog eens 3,7 miljard frank te zullen betalen voor de schoonmaakoperatie. Is dit genereus of slechts een doekje voor het bloeden?

Marc Van Passel (Advocatenkantoor van Passel & Vennoten). Los van het concrete dossier – waarover ik me niet wil uitspreken – stellen we in het burgerlijk recht de jongste jaren een evolutie vast van fout- naar risicoaansprakelijkheid. Deze responsabilisering, ook wel objectieve aansprakelijkheid genoemd, betekent dat men een beroep kan doen op bepaalde personen of bedrijven om de schade te vergoeden, ook al is die niet door hun fout ontstaan. Hun hoedanigheid van eigenaar of gebruiker volstaat. De wetgever hanteert deze filosofie al in het bodemsaneringsdecreet of bij de behandeling van giftig afval, maar nog niet inzake de exploitatie van bedrijven. Daarom zijn de ondernemingen niet zozeer schuldig aan rampen, maar voelen ze zich onder maatschappelijke druk wel medeverantwoordelijk. In die zin moeten we de reactie van TotalFina zien om bovenop de wettelijke verzekering een extra bedrag te besteden aan het herstel van het maritieme milieu in Bretagne.

Houdt deze trend naar objectieve aansprakelijk geen gevaar in voor het gezond ondernemerschap?

Neen, want remedie is altijd duurder dan preventie. Nu luidt de nieuwe redenering: wie economisch voordeel haalt uit de activiteit, moet opdraaien voor de eventuele schade. De fout doet niet langer ter zake. Zo’n stelling houdt echter gevaren in. Denk bijvoorbeeld aan het bouwen van een huis. Als bouwheer kan men toch moeilijk opdraaien voor een onderaannemer die de wettelijke regels aan zijn laars lapt. In hoeverre moet men onderzoeken of deze toelerancier in regel is met de veiligheidsvoorschriften, met de sociale zekerheid en met andere wettelijke verplichtingen? Moet men als bouwheer worden beboet als de bouwvakker geen helm draagt?

Hoe kan men dit dilemma oplossen?

Door duidelijke en billijke normen vast te leggen. Objectieve aansprakelijkheid kan juridisch alleen maar als de wetgever de grenzen bepaalt. Zo legt het bodemsaneringsdecreet de datum van bewustzijn over verontreiniging vast op 1 januari 1993. Vanaf die dag worden bedrijven dus verondersteld milieuvriendelijk te ondernemen. In die zin zou men de oliemaatschappijen kunnen verplichten om vanaf heden hun contractanten of leveranciers mee te controleren. Dit komt neer op het opleggen van zogenaamde zorgsystemen. Daar evolueren we naar toe.

Ook kunnen regulerende heffingen of exploitatievergunningen het principe van objectieve aansprakelijkheid invoeren, zonder dat het een algemene rechtsregel wordt. Bijvoorbeeld: iedereen die oppervlaktewater voor zijn productieproces nodig heeft, moet dit ná gebruik schoner dan oorspronkelijk in de rivier teruglozen. Daarnaast zijn er nog andere middelen om de onbillijke kanten van objectieve aansprakelijkheid op te vangen. Ik denk meer bepaald aan collectieve verzekeringen, onteigeningen voor algemeen nut en fondsen. Maar deze geraken maar moeilijk van de grond, hoewel ze nochtans vrij logisch zijn. Bedrijven voeren steeds meer zorgsystemen in om calamiteiten te vermijden en hebben er alle belang bij dat de opruimingskosten bij eventuele rampen worden gespreid. Ook investeren ze fors in milieu. Zo kenden we de afgelopen twee decennia een enorme emissiereductie.

Vreest u niet dat alles bij het oude blijft, aangezien de staten maar moeilijk tot internationale overeenkomsten komen?

Neen, al moet ik toegeven dat veel initiatieven – zoals de Europese ontwerprichtlijn voor afvalstoffen – in de lade blijven liggen. Toch kunnen rampen zoals deze met de Erika – hoe verschrikkelijk ook – helpen bij het uitvaardigen van internationale normen. Denk maar aan Seveso. Daarom is het belangrijk de objectieve aansprakelijkheid te relateren aan een aantal criteria van de vervuiler betaalt (foutaansprakelijkheid). Door een relatie te leggen met het zorgsysteem krijgt men een goed evenwicht.

Blijft de objectieve aansprakelijkheid geen dode letter?

Neen, het systeem werkt. Het is bijna ondenkbaar nog vervuilde terreinen over te dragen zonder dat de grond eerst wordt schoongemaakt. In Vlaanderen vinden op dit ogenblik veel bodemsaneringen plaats. Grote bedrijven gaan zelfs een stap verder dan wettelijk verplicht. Hierbij denk ik aan een onderneming die zelfs de site van haar buren wil saneren om te vermijden dat verontreinigd grondwater naar haar terrein doorsijpelt.

Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content