Zalig zijn de onnozelen
De auteur is hoogleraar Economie aan de Universiteit van Amsterdam en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, een denktank die de Nederlandse regering moet adviseren over de grote maatschappelijke problemen
Als je vrouw een kortston- dige passionele relatie met je beste vriend heeft, wat is dan het beste: dat ze je met stralende ogen elk detail vertelt of dat je zalig onwetend blijft? Ik denk het laatste. Het wel weten, gaat aan je knagen. De onnozele is gelukkiger dan de alwetende. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaf president Roosevelt aan zijn atoomgeleerden de opdracht een atoombom te ontwikkelen voor de Duitsers er eentje hadden. Achteraf bleken de Duitsers daartoe niet in staat. Amerika wel. Die atoombom werd gebruikt om de Japanse overgave af te dwingen. Na Hiroshima vervloekten sommige betrokken atoomgeleerden de kennis die hen in staat stelde zo’n vreselijk wapen te maken.
Patiënten die van hun doktor te horen krijgen dat ze een kwaadaardige kanker hebben en nog hooguit drie maanden te leven hebben, ontkennen die onheilstijding vaak. Of in elk geval in het begin. Ze klampen zich vast aan kleine nuances in de slechte boodschap van de dokter en doen alsof het leven gewoon voortgaat. Sommige psychiaters beweren dat de kwaliteit van die laatste levensmaanden beter wordt van het niet willen weten.
Beursinformatie. Toch wordt universeel beweerd dat meer informatie altijd beter is. Zeker in het economische bestel. Een markt werkt beter als informatie vrijelijk kan stromen. Het schoolvoorbeeld van een perfect werkende markt is de aandelenbeurs. Het icoon van de beurs is het elektronische bord met informatie over de koersen waardoor iedereen elk moment van de handel volledig geïnformeerd is. Alle ogen zijn gericht op de koersen en afhankelijk daarvan schreeuwen beurshandelaren elkaar heftig toe hoeveel duizenden aandelen Unilever ze willen kopen of verkopen. Elke transactie wordt onmiddellijk in de prijs verwerkt. Informatie over de toestand van de beurs is op elk moment af te lezen uit de beweging van de prijs. In die zin werkt de beurs perfect. Of zo perfect als menselijk mogelijk.
Het schoolvoorbeeld van een niet perfect werkende markt is de arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt is niet volmaakt omdat informatie niet ruim voorhanden is. Een werkloze weet niet waar er ergens banen aangeboden worden en als hij dat al weet, is hem onbekend tegen welke prijs (salaris) hij daar eventueel aan het werk kan. Een werkgever met een vacature weet niet waar een geschikte werkloze uithangt. Ze moeten naar elkaar op zoek. Wanneer ze elkaar hebben gevonden, moeten ze vervolgens elkaar aftasten en inschatten of ze bij elkaar passen. Een deel van de werkloosheid wordt verklaard door die informatie-imperfecties. Omdat die informatie nooit perfect is, zal er altijd werkloosheid zijn.
Doorkijkblouse. Uit de vergelijking van de beurs en de arbeidsmarkt zouden we kunnen afleiden dat het altijd beter is als er meer informatie over de prijs, de kwaliteit en andere contractvoorwaarden voorhanden is. Meer en betere informatie wordt markttransparantie genoemd. Transparantie wordt als een groot goed gezien. Overheid, consumentenverenigingen en brancheorganisatie zijn allemaal heftig voor. De komst van het internet heeft de roem van markttransparantie nog verstevigd. Op het internet wemelt het van de websites waarop telefoonabonnementen, tarieven van notarissen en boekenprijzen met elkaar kunnen vergeleken worden. Er zijn websites die beloven dat ze 24 uur per dag de laagste prijs van alles publiceren. Het internet maakt alles doorzichtig. De economie wordt één grote doorkijkblouse. Hier moeten we toch allemaal beter van worden?
Voor een deel is dat waar. Maar soms pakt het hebben van meer informatie toch slecht uit. Want wat gebeurt er? Op een markt zijn er kopers en verkopers. Duidelijk is dat de kopers profiteren van vergelijkende informatie over prijzen. In een Canadees experiment kregen de consumenten in de ene stad (Ottawa) informatie over de prijsverschillen van levensmiddelen in de verschillende supermarkten via huis-aan-huis kranten en websites, terwijl in een andere stad (Hull) die informatie werd achtergehouden. Na een paar maanden bleek dat bijna de helft van de consumenten in Ottawa in gestrekte draf naar de goedkopere supermarkt was getrokken en dat daar de prijzen met 7 % waren gedaald ten opzichte van Hull, de minder geïnformeerde stad.
Rookgordijn. Maar ook verkopers profiteren van transparantie. Zij kunnen hun prijzen beter op elkaar afstemmen en die vervolgens gezamenlijk verhogen. Een bekend voorbeeld hiervan is de betonmarkt in Denemarken. Vers beton bederft snel en kan niet over grote afstanden worden vervoerd. Een betonmarkt is altijd een lokale markt met slechts een beperkt aantal aanbieders. De Deense mededingingsautoriteit had ontdekt dat de handvol aanbieders op de lokale betonmarkten samenspanden en via geheime kortingen aan klanten een rookgordijn over de betonprijzen trokken. De mededingingsautoriteit verplichtte daarom de betonfabrieken hun prijzen en kortingen duidelijk zichtbaar voor alle klanten te publiceren. Meer transparantie zou de prijzen doen dalen en de concurrentie doen toenemen, zo was de verwachting. Dat bleek echter achteraf niet uit te komen. Omdat de betoncentrales nu nog beter van elkaar wisten wat de prijzen waren, konden ze nog beter samenspannen. Het resultaat was dat de betonprijs door meer transparantie ging stijgen. Ook in het economische bestel geldt de wijze levensles dat het soms beter is onnozel te blijven.
Jules Theeuwes
Ook in het economische bestel geldt de wijze levensles dat het soms beter is onnozel te blijven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier