Zakenmannen op de rand van een zenuwinzinking

Woestijnvis begint zondag met een nieuw tv-programma: ‘Mannen op de rand van een zenuwinzinking’. Maandag ligt het gehypete tijdschrift ‘Bonanza’ eindelijk in de winkel. Over hoe Woestijnvis poen zou scheppen op de rug van de VRT en de belastingbetaler, doen intussen de wildste geruchten de ronde. Trends analyseert hoe creativiteit business wordt en scheidt voor u de realiteit van de fictie.

Een zondagavond op de VRT. Mark Uytterhoeven en Wouter Vandenhaute houden Bert De Graeve gegijzeld in zijn kantoor op de negende verdieping. Ze eisen geen losgeld, ze willen alleen een verlenging van hun exclusiviteitscontract tot lang na 2002.

Het zou een item kunnen zijn uit Schalkse Ruiters (1,6 miljoen kijkers, 1998). Na de beelden zou de hortende stem van Bart De Pauw dan vragen: “Is dit waar of is dit niet waar?”

***

“Wouter, Wouter!” roept Tom Lenaerts. Dan ziet hij ons en dempt zijn stem: “Ik weet het, Wouter, de reclamecampagne voor het boekske ligt al bij de drukker, maar we hebben een nieuwe naam.” Wouter Vandenhaute blijft stoïcijns in zijn sloffen steken en gebaart dat we beter buiten wachten. Waarna hij, druk gesticulerend, het nieuwe voorstel met Bruno Wyndaele bespreekt. Intussen zit Mark Uytterhoeven ver van alle commotie nieuwe formats te bedenken op zijn berg in Frankrijk. Het zal u misschien verbazen, maar het bedrijfje van dit stelletje warhoofden is veel geld waard.

Anderhalf miljard frank. Dat is de waardering volgens de prijs die de Vlaamse Uitgeversmaatschappij ( VUM) in september 2000 betaald heeft voor een tranche van 591 aandelen van De Vijver. De NV De Vijver is sinds augustus 2000 de holding die Woestijnvis overkoepelt. Lenaerts is inmiddels voorzitter geworden, en de VUM heeft in totaal 20% van de aandelen in handen. Vandenhaute en Thomas Leysen, gedelegeerd bestuurder bij de VUM, regelden de transactie tijdens enkele tête-à-têtes die waren opgezet door Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van De Standaard.

In een eerste fase kreeg de krantengroep 5% van De Vijver in ruil voor een kapitaalverhoging met 75 miljoen frank, omgerekend 45% van het huidige maatschappelijk kapitaal van De Vijver. In een tweede fase verwierf de VUM nog eens 15% van de aandelen. De uitgever ruilde aandelen – Tom Lenaerts, Wouter Vandenhaute en Erik Watté hebben nu samen 1% in de VUM – en kocht er ook van hen.

Na de laatste kapitaalverhoging, maar vóór de ruil en verkoop, bezat Vandenhaute 38% van De Vijver, terwijl Lenaerts en Watté elk 28,5% ervan in handen hadden. “Maar dat anderhalf miljard is een theoretische waardebepaling,” zegt Vandenhaute. “De valorisatie bij de kapitaalverhoging is niet dezelfde als die bij de aandelenverkoop. In elk geval: ik ben er zeker van dat de waardering van Woestijnvis correct gebeurd is.” Verder willen de drie oorspronkelijke aandeelhouders noch Thomas Leysen meer kwijt over de 20% die eind vorig jaar van eigenaar wisselde.

Alles kan beter

Waarom investeert een krantenuitgever in een productiehuis? “Op het moment dat we de gesprekken gevoerd hebben, ging het alleen over televisie en ons tijdschrift,” zegt Vandenhaute. Thomas Leysen hoopt op meer: “Woestijnvis kan de VUM creatieve impulsen geven.” Voorlopig verwijst hij in dat verband alleen naar Vandenhautes rol als bestuurder in de raad van bestuur van de VUM, maar “over andere initiatieven zullen we te gepasten tijde communiceren.”

Maar de VUM is natuurlijk Woestijnvis niet. “Wij zijn honderd keer minder commercieel dan om het even welke uitgever in België,” glimt een trotse Vandenhaute. Een voorbeeld? Ondanks de uitdrukkelijke vraag van de VRT weigerde Woestijnvis een tweede – en dus wegens minder aanloopkosten lucratievere – reeks van De quizmaster (851.000 kijkers, 2000) in te blikken. Presentator Bart De Pauw had daar gewoon geen zin in. En Vandenhaute drong niet aan: “Bij ons primeert creativiteit op economische wetten, maar ik moet als manager proberen om beide uitersten met elkaar te verzoenen en de creativiteit zo goed mogelijk te organiseren.”

De bedrijfsstructuur rond Woestijnvis is intussen duidelijk op de groei berekend. De Vijver, de moedervennootschap met een bedrijfskapitaal van 162 miljoen frank, heeft drie volle dochters: Woestijnvis, De Duinen en TTTI. De Duinen is opgericht om de print-activiteiten – in casu het idee voor een nieuw televisietijdschrift dat Vandenhaute Leysen heeft ingefluisterd – in onder te brengen. Via TTTI worden de inkomsten uit tv- formats geboekt. TTTI is de vennootschap die De Vijver overkocht van Rik Tubbax, de man achter media-iconen Bart Peeters en Hugo Matthijsen. Tubbax verkoopt nu de licenties van Woestijnvis’ tv- formats en wordt verantwoordelijke uitgever van het tijdschrift.

Woestijnvis, de tv-productiepoot en locomotief van de groep, haalde in het boekjaar 1999 (afgesloten in juni 2000) 491 miljoen frank omzet en 33 miljoen nettowinst – 6% dus, en dat is zelfs na aftrek van stevige dividenden. En uiteraard na aftrek van de 84 miljoen frank personeelskosten. “Dat is niet buitensporig veel,” getuigen collega-televisieproducenten. “Woestijnvis laat zich niet óverbetalen in vergelijking met buitenlandse productiehuizen,” zegt gewezen VTM-topman Guido Depraetere. “De andere productiehuizen zijn ónderbetaald.”

In het boekjaar 1997 haalde Woestijnvis 4,6 miljoen winst op 207 miljoen frank omzet (2,2%), in 1998 8,8 miljoen op 295 miljoen (2,9%). Ter vergelijking: Endemol boekt in België met gemak 6% of méér nettowinst op de omzet. Wouter haalt de schouders op: “Zij maken pistolets, maar wij willen de beste patékes van ‘t stad bakken.”

Voor het lopende jaar houdt Vandenhaute wel rekening met een winstdaling in zijn televisietak – ongeveer 4% op omzet. “Ik heb er geen enkel probleem mee dat de omzet van de televisiepoot fluctueert. Ik wil mijn mensen nooit dwingen om tegen hun zin nóg een seizoen van De laatste show (412.000 kijkers, 2000) te doen, alleen omdat we anders niet rendabel zouden zijn.”

Huis van wantrouwen

Er hangt een dichte mist in de inkomhal van Woestijnvis. Op een barkruk zit Bruno Wyndaele met enkele van zijn rekruten. De inkomhal is het reservaat voor de rokers. De bekendste televisiemakers van het land hebben nog maar net hun nieuwe glazen huis in Zaventem in gebruik genomen. Boven zit de televisie, beneden het tijdschrift. Woestijnvis boert duidelijk beter dan de meeste van zijn collega-televisiemakers. Meer zelfs: Woestijnvis is een van de zeldzame winstgevende tv-producenten van Vlaanderen (zie Briefing, blz. 18). Is dat een rechtstreeks gevolg van het exclusiviteitscontract dat Woestijnvis aan de VRT bindt – en vice versa? “Integendeel,” beweert Wouter Vandenhaute. “Bij de commerciële omroepen zouden we op korte termijn veel méér kunnen verdienen. Als we gewild hadden, was er al lang een overeenkomst tussen Woestijnvis en Christian Van Thillo, topman van De Persgroep en aandeelhouder van VTM. Maar wij kozen voor het klimaat van intellectuele vrijheid bij de VRT, zelfs al geeft die keuze ons een concurrentieel nadeel.” Bij de opstart was er in elk geval niet alleen interesse van de VRT, maar ook van VTM en VT4. Logisch, vindt Vandenhaute: “Wij waren een beginnend bedrijf, maar geen beginners.”

Toch blijft de dominante positie van Vandenhautes productiehuis ook nu nog voor bepaalde televisiemakers en VRT-producers een doorn in het oog. “De VRT heeft een hele dure maîtresse,” zeggen ze dan. In hun ogen groeit Woestijnvis op kosten van de belastingbetaler. De openbare omroep heeft volk in eigen huis dat dezelfde programma’s zou kunnen maken zonder extra kosten. Vandenhaute pareert: “Ach, waar hebben ze het over? Als wij voor te veel geld middelmatige programma’s zouden maken, zou de kritiek terecht zijn. Maar zet onze marktresultaten naast onze winst en je zult zien dat we heel matig beloond worden.” De mensen van Woestijnvis hebben inderdaad een lange erelijst van kijkcijferkanonnen achter hun naam (zie tabel: De XXI werken van Woestijnvis). En het is hun verdienste dat ze de VRT vanaf 1991 weer op de landkaart hebben gezet, in een televisielandschap dat toen werd gedomineerd door de commerciële omroep VTM.

De laatste show

Tien jaar geleden leverden de creatieve jongens rond Uytterhoeven baanbrekend werk voor de toenmalige BRT. Niet alleen omdat hun programma’s een dam opwierpen tegen VTM, maar vooral omdat ze een lans braken voor projectfinanciering binnen de openbare omroep. “Mark Uytterhoeven en zijn groep,” zegt toenmalig directeur-generaal van de BRT Jan Ceuleers, “waren de eerste programmamakers die zelf hun budget mochten beheren.” Het was de tijd van het Huis van wantrouwen (1,4 miljoen kijkers, 1992). De openbare omroep had toen de allure van een verlamd ministerie. Flexibel omgaan met de nukkigheid van creatieve programmamakers en hoge gages voor vedetten waren er niet bij. Vraag maar aan Mark Uytterhoeven, die na zijn succesprogramma de controleurs van het Rekenhof over de vloer kreeg om over zijn bonus te praten.

De financieringswijze van Het Huis kreeg navolging: Morgen maandag (1,6 miljoen kijkers, 1993) en Onvoorziene omstandigheden (652.000 kijkers, 1994) van Uytterhoeven, maar ook schalkse ruiters Bart De Pauw en Tom Lenaerts werden via een eigen bedrijfje per project betaald. Een revolutie aan de Reyerslaan. In dat klimaat stichtten Jan Huyse, producer, en Erik Watté, regisseur van het Huis, in 1997 het productiehuis Woestijnvis, dat die projecten in een langetermijnvisie moest passen en vervolgens de ene VRT-vedette na de andere binnenhaalde. Huyse leidde het bedrijf; Vandenhaute, die toen net bij SuperSport ontslagen was omdat een sportzender niet in de overnamestrategie van Canal+ paste, trad als consultant op. “We wilden af van de kortlopende contracten, die na elk project afliepen,” zegt Vandenhaute, die al snel het roer van Huyse overnam en inmiddels gedelegeerd bestuurder is van De Vijver en zijn dochters. “Woestijnvis is opgericht om jonge creatieve mensen werkzekerheid te bieden op lange termijn.”

In de VRT vond Woestijnvis een gewillige bondgenoot. Directeur televisie Piet Van Roe van de VRT tekende onmiddellijk een exclusief contract met het jonge bedrijfje, dat vooral Mark Uytterhoeven aan de openbare omroep moest binden.

In de gloria

Woestijnvis werd een hype. Man bijt hond (717.000 kijkers, 2000), dat na het journaal op zoek gaat naar Vlaanderens smalste kantjes, kreeg een tweelingbroer bij VTM. De mol (1,4 miljoen kijkers, 2000), reality-tv op niveau, kreeg De gouden roos van Montreux, een prestigieuze prijs voor humoristische televisie. Presentator Rob Vanoudenhoven moest op het Antwerpse Astridplein in de gutsende regen op de knieën voor duizenden adepten, die vergeefs hadden geprobeerd de Koningin Elisabethzaal binnen te raken voor de finale uitzending van zijn XII werken (1,5 miljoen kijkers, 2000). Terwijl de fanmail voor De mol de servers overbelastte, legden concurrenten Pittoors Video Team, Headtrick en Beeldhuis vorig jaar de boeken neer. Terwijl de striktere budgetpolitiek van VTM aan de marges van de productiehuizen knaagt, blijft Woestijnvis fors investeren in nieuwe formats én nieuwe infrastructuur.

Minstens tot 2002 blijven Wouter en de jongens hofleverancier van de VRT. Het VRT-budget voor externe producties bedroeg in 1999 ruim 1 miljard frank, waarvan 796 miljoen aan productiehuizen. In 1995 was dat nog een half miljard, respectievelijk 250 miljoen. Woestijnvis factureert dus ruim de helft van het externe productiebudget van de VRT.

De rendabelste programma’s van Woestijnvis zijn níét de kijkcijferkanonnen, maar de volumeprogramma’s: de 195 afleveringen per jaar van Man bijt hond en de 120 van De laatste show. Die kunnen de opstart afschrijven over langere periodes en op méér programma’s. Bovendien genereren ze een constante kasstroom. Verschillende televisiemakers noemden als realistische prijzen: 750.000 frank voor een aflevering van Man bijt hond, 1,2 miljoen voor De laatste show en 6 à 7 miljoen voor een episode van De mol. Maar er worden ook hogere bedragen geciteerd. Bert De Graeve, die als gedelegeerd bestuurder van de VRT het contract met Woestijnvis afsloot, wil niet uitweiden over bedragen. Vandenhaute veert recht als door een wesp gestoken, graait een alcoholstift van zijn bureau en begint een optelsommetje dat finaal moet aantonen dat iedereen de prijzen overschat. “Als we écht gigantische winsten zouden maken met gewoonteprogramma’s, hadden we nu betere winstcijfers. Maar het klopt dat je die programma’s beter onder controle kunt houden en dat het volume een hogere rentabiliteit geeft,” bekent Vandenhaute.

Een groot deel van de kritiek op de vermeend hoge prijzen van Woestijnvis is gebaseerd op een ontwerpcontract dat op Vlaamse redacties circuleert. Is dat niet het echte contract? “Het enige authentieke document is het contract dat de VRT en Woestijnvis hebben ondertekend. En dat circuleert niet,” zegt Vandenhaute bits.

Man bijt hond

Wouter voelt zich soms de gebeten hond. Dat was ook zo half november 2000, toen hij lucht kreeg van ons speurwerk naar Woestijnvis. “Ik heb er genoeg van,” klonk het in onze gsm. “Al die journalisten met hun stemmingmakerij…” Wouter Vandenhaute is mediaschuw. Maar eens de klip genomen, gáát hij er wel voor. Het interview tussen Trends en Vandenhaute duurde zes uur. Bij een magnumfles Toscaanse witte wijn vertelde Vandenhaute dat hij met zijn personeel heel informeel omgaat. “Wij hebben geen organigram, geen hiërarchie. De creatieve mensen bepalen hier het tempo. Zij beslissen wanneer een programma op de buis kan.”

De Vijver is als een archipel van kleine eilandjes, met het management – Vandenhaute, Watté, Lenaerts – als hoofdstad. De creatieve geesten werken in kleine celletjes hun eigen ideeën uit, binnen de beperkingen van de enveloppe die het management hen toekent. Ze doen hun ding, en maken voorts gebruik van de centrale infrastructuur. “Ik zoek een evenwicht tussen de absolute kleinschaligheid van projectjes en een bedrijf dat op lange termijn economisch rendabel is,” zegt Vandenhaute.

Intussen financiert Woestijnvis zelf alle aanloopkosten. Als een intern fonds bij de VRT die investeringen voorfinanciert, dan wil Woestijnvis er niks van krijgen, verzekert Vandenhaute. “Wij willen een volwassen bedrijf zijn. Risico’s nemen hoort daarbij. Dat is de prijs voor onze onafhankelijkheid.” Maar die intellectuele onafhankelijkheid belet niet dat het bedrijf wel financieel afhankelijk is door zijn monogame relatie met de VRT. “De sleutel van ons succes is precies dat we al onze eieren in één mandje gelegd hebben. Een productiehuis moet samen met een zender groeien. Dat hadden Mike Verdrengh en Guido Depraetere ook al begrepen. Nu wordt hen verweten dat ze potverteerders zijn, maar ze hebben verdomme van nul een zender opgestart met een paar krantenboeren die van televisie geen bal verstand hadden en er nu nog altijd niks van kennen.”

Maar nu krijgt Woestijnvis ook in het huis van vertrouwen de wind van voren. Christina von Wackerbarth, de nieuwe directeur televisie van de VRT, kondigde aan “dat er vijf éígen amusementsprogramma’s de top-20 van de kijkcijfers moeten halen,” net toen de besprekingen met Woestijnvis over een verlenging van hun exclusiviteitscontract volop liepen. In dat scenario dreigt de omzet van Woestijnvis in het gedrang te komen. “Maar,” zegt Vandenhaute: “Wij zien die VRT-programma’s niet als een bedreiging. Hoe beter onze programma’s omringd zijn, hoe beter. Ik ben er trouwens van overtuigd dat Big Brother zo’n succes was omdat de VRT geen alternatief klaar had. Voor ons is het gevolg dat wij zondag met Mannen op de rand van een zenuwinzinking moeten starten vanuit de kijkcijferkelder.”

Toch is de strategie van de VRT niet zonder risico voor het productiehuis. Als de openbare omroep reclamearm zal worden – zoals in het regeerakkoord staat – zal wellicht het budget voor externe producties krimpen. En ook al komen er misschien drie nieuwe zenders bij – TV2000 volgende zomer, VT5 en SBS5 in de komende jaren – Woestijnvis zou zijn volumeprogramma’s kunnen verliezen en ziet dus zijn rendabelste inkomstenstroom opdrogen. “Vlaanderen is te klein voor een verdere versnippering,” stelt Vandenhaute. “De ideale situatie is er één waarbij een sterke openbare omroep en één commerciële omroep de ruimte krijgen om naast elkaar te leven. Nu bestraft de overheid de VRT voor zijn goede prestaties. In die omstandigheden hebben we met ons nettorendement van 4% geen andere keuze dan onze activiteiten te verleggen.”

Onvoorziene omstandigheden

Wouter Vandenhaute heeft net wéér een paar nieuwe mensen aangeworven. Niet tegen hongerlonen, daar gaat hij prat op, maar tegen redelijke gages met een engagement op langere termijn. “Woestijnvis zit op het toppunt van zijn mogelijkheden,” denken collega-televisiemakers. Hopen ze misschien ook wel een beetje.

Sommige media verwijzen in dit verband graag naar de flops van Woestijnvis: De quizmaster, het spelprogramma met Bart De Pauw, of enkele van Woestijnvis’ Canvas-programma’s. De quizmaster haalde vlot 800.000 kijkers per week, en ook Alles kan beter of In de gloria (182.000 kijkers, 2000) scoorden gevoelig beter dan het Canvas-gemiddelde. Maar na 2002 kan het tij keren. Dat beseft ook Vandenhaute, die met Woestijnvis volop in een investeringsfase zit. “Vorig jaar dreven nieuwe reeksen van De mol en De XII werken onze omzet op, zonder dat we zwaar moesten investeren. Nu zitten we in een opstartfase die vooral geld opslorpt.” Collega’s hopen dat Woestijnvis hun waarschuwingen niet in de wind slaat. “De band met de VRT is hecht en hun programma’s lopen nu als een trein,” zegt Philippe Bonamie, gedelegeerd bestuurder van D&D en voorzitter van de Vlaamse Onafhankelijke Televisieproducenten ( VOTP). “Maar na de zeven vette jaren komen onvermijdelijk de magere jaren. Woestijnvis zal zich moeten wapenen om zich ook daar zonder kleerscheuren door te kunnen slaan.”

Vandenhautes oplossing is het nieuwe tijdschrift. “We konden de tv-tak serieus laten groeien, een aantal formats neerzetten, die in het buitenland produceren en onze ontwikkelingskosten spreiden. Maar we kozen voor een diversificatie naar gedrukte media.” In typische Woestijnvisstijl zet het huis daarvoor de grote middelen in. Maanden voor het eerste nummer in de winkel lag, kocht De Duinen al talent weg bij diverse kranten en weekbladen. Met als gevolg de beruchte rel in een Antwerps visrestaurant tussen peetvader Guy Mortier en de jongens van Zaventem. Ondertussen werken er ruim 25 mensen op de tijdschriftredactie, onder wie vijftien journalisten.

Het businessplan van De Duinen hoopt op een wekelijkse oplage van 80.000 exemplaren en IP Media, de reclameregie, rekent op een stevige respons van de reclamemarkt in Vlaanderen. IP haalde trouwens het contract binnen ten nadele van Magnet, de reclameregie van De Persgroep.

Wannéér zijn jongste dochter precies zonder verlies moet draaien, wil Vandenhaute niet kwijt. Wel dat het risico om op te starten onverantwoord zou zijn zónder de inbreng van de VUM. “Toch is het tijdschrift voor ons een strategische diversificatie, geen uit de hand gelopen weddenschap met papa Mortier,” verzekert hij. “Of de reclamebudgetten nu verschuiven van televisie naar gedrukte media dan wel omgekeerd, we zitten altijd aan de goede kant van de slingerbeweging.” Hoewel: een reclamevrije omroep zou ongevoelig moeten zijn voor schommelingen in de reclamemarkt, en bij uitbreiding ook de productiehuizen die exclusief voor dat televisiestation werken.

Napels zien

Is De Vijver gewapend tegen verschuivingen in het medialandschap? Het bedrijf heeft enorme mogelijkheden, maar het laat open kansen liggen. Sinds Rik Tubbax de commerciële exploitatie van de formats van Woestijnvis voor zijn rekening neemt, is De mol wel in 49 landen verkocht, draaien De XII werken (onder de naam De VIII plagen), Alles kan beter (569.000 kijkers, 1999) en Man bijt hond in Nederland. Maar, zegt Vandenhaute: “Een verkoop in het buitenland is voor ons een meevaller, maar de impact is beperkt. Een slecht jaar wordt niet matig, een goed jaar niet uitstekend.” Dat klopt, zegt Philippe Bonamie. “Je verdient écht geen fortuinen met de verkoop van formats.”

Als Rik Tubbax De XII werken aan de Nederlandse televisie verkoopt, betalen die aanvankelijk de gebruikelijke optie. Dat kost hen het equivalent van 5% van de productieprijs van een aflevering, naar verluidt met een maximum van 200.000 frank voor een duur programma als De mol. Die optie moet binnen de zes maanden gelicht worden. Als het tot een productie komt, vangt Woestijnvis weer zo’n 5% per aflevering, min de format fee, die dan als voorschot geldt. Volgens die berekening zou Woestijnvis op tien afleveringen van De mol dus tussen de twee en de drie miljoen frank kunnen verdienen. “We zouden die verkoop van rechten nog kunnen intensifiëren,” zegt Vandenhaute, “maar dat doen we niet. Omdat we er dan veel energie moeten instoppen, omdat we moeten rondvliegen, contacten leggen en naar beurzen trekken. Dat zou ten koste van onze creativiteit gaan en daar hebben we geen zin in.”

Daardoor loopt De Vijver ook de echte vetpotten van de televisie mis. Wie niet alleen verkoopt, maar ook coproduceert in het buitenland, verdient 10 tot 15% op de productiekost. Endemol, het Nederlandse mediabedrijf dat vorig jaar voor 222 miljard frank (12,6 keer de geconsolideerde omzet) door de Spaanse telefoonmaatschappij Telefonica opgekocht werd, heeft voor buitenlandse coproducties een hele structuur uitgebouwd. Woestijnvis laat deze kelk echter integraal aan zich voorbijgaan. Vandenhaute haalt de schouders op: “Tom en Bart vinden het wel eens leuk om in Zuid-Frankrijk de Amerikanen twee dagen lang op weg te helpen met The Mole ( nvdr – de Amerikaanse versie van De mol), maar eigenlijk heeft niemand van ons goesting om ergens in Los Angeles de coproducent te gaan spelen.” En over de creatie van een vierde bedrijf onder de paraplu van De Vijver, een soort onafhankelijke coproductiemaatschappij, is er bij Woestijnvis nog nooit gesproken. Ondanks het enorme groeipotentieel. Vandenhaute beseft het ook: “Als we morgen zouden willen, kunnen we onze omzet verdrievoudigen door zelf te produceren in het buitenland. Maar dat is onze cultuur niet, want dan lopen onze creatieve mensen weg en zijn we binnen de kortste keren dood.”

***

Zullen Wouter en Marc ooit écht Bert De Graeve gijzelen om losgeld te eisen? Als het nieuwe tijdschrift flopt, is de kans klein. Dan zal Woestijnvis ook bij VTM en VT4 zijn centen gaan zoeken. Maar als de diversificatie wérkt, zo zegt Vandenhaute, zullen Woestijnvis en de VRT ook medio 2002 in elkaars armen vallen. Wat wordt het? U leest het vanaf volgende maandag in Bonanza.

ROELAND BYL, FRANK DEMETS,fdemets@trends.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content