Yamaha YZF-R1
Yamaha is als eerste door de ‘1 pk per kilogram’-grens gegaan. Maar wat is daar nu het nut van?
De Yamaha R1 laat het motorrijdershart sneller kloppen. Yamaha nam vorig jaar die hypersportmachine flink onder handen. Een nieuwe achtervork, een nieuw frame, een facelift van de kuip, een nieuwe uitlaat waarvan de twee dempers onder het zadel uitmonden en vooral een nieuw motorblok. De cilinders van de YZF-R1 zijn 40° naar voren gekanteld, de compressie is hoger, er zit een zogenaamde ‘hete’ nokkenas in. Dat is goed voor het fenomenale pk-aantal van 180. En de motor weegt maar 172 kilogram. Yamaha was daarmee de eerste die de grens van 1 pk per kilogram doorbrak.
Op de wegligging van de YZF-R1 is niets aan te merken. Het vermogen komt mooi in. De remmen zijn goed. De R1 zoals die er nu staat, is een machomotor, een motorfiets waar je mee kunt opscheppen, waar je jaloerse blikken mee krijgt van andere weggebruikers. Het is een motorfiets waar je een waauw-gevoel op hebt als je het gas opendraait. Yamaha zelf zegt het zo: “Je hart gaat meteen sneller slaan. Aan het stuur van onze indrukwekkende supersport (…) komt er immers geen eind aan de meest spannende sensaties.”
Het rode gebied op de toerenteller begint bij 13.000 toeren per minuut en een verklikkerlichtje geeft aan dat je dan moet overschakelen naar een hogere versnelling. Maar de vraag is of al dat vermogen wel echt bruikbaar is en of je niet iets koopt waarvan je de helft toch nooit kunt gebruiken. De door Yamaha beschreven sensaties zul je alleen voelen op de racebaan, niet op het Vierarmenkruispunt in Brussel. Wie echt voluit in de eerste versnelling gaat, ziet de kilometerteller naar 143 kilometer per uur gaan (de top ligt ergens bij 300 kilometer per uur). De motor loeit dan hevig. In de praktijk kun je dat nergens – legaal – doen. Meestal schakel je al eerder naar een hogere versnelling. Er is zoveel vermogen dat je bij 120 kilometer per uur niet eens merkt of je nu in de vierde, vijfde of zesde versnelling rondtuft. Je zit bij die snelheid in een toerengebied tussen 5000 en 7000 toeren per minuut.
Eigenlijk is deze motor in het dagelijks verkeer niet op zijn plaats. De zitpositie is niet van die aard om je aan de normale, oplegde snelheden te houden. De motor vraagt, smeekt bijna om meer. Die kritiek geldt overigens niet alleen voor de R1, maar voor alle supersportmotoren. Dergelijke motoren horen op het circuit. Op de openbare weg is er sprake van zinloos geweld.
Ad van Poppel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier