Xpeng wil auto’s bouwen in Europa om importtarieven te ontwijken: ‘Eén van de redenen waarom zulke heffingen worden opgelegd’

Bezoeker bekijkt Xpeng G6 EV op beurs in Bangkok | Foto: Getty

De Chinese autofabrikant Xpeng overweegt een fabriek in Europa te openen, om de nieuwe Europese heffingen op geïmporteerde voertuigen uit China te omzeilen. CEO He Xiaopeng vertelt in een interview met Bloomberg dat het bedrijf verschillende locaties onderzoekt. De voorkeur gaat uit naar regio’s met “relatief lage arbeidsrisico’s”. “Chinese autofabrieken in Europa kan leiden tot meer werkgelegenheid”, zegt auto-expert Tony Verhelle.

Behalve een fabriek in Europa wil Xpeng ook een datacenter bouwen. Dat moet de groeiende vraag naar data voor slimme rijhulpsystemen ondersteunen. Zulke systemen zijn cruciaal voor de toekomst van autonome voertuigen. “Jaarlijks een miljoen auto’s met AI-ondersteuning verkopen zal een vereiste zijn voor de bedrijven die uiteindelijk als de winnaars uit de bus komen in de komende tien jaar”, stelt He. “In die periode zal de menselijke bestuurder gemiddeld misschien nog maar één keer per dag het stuur aanraken tijdens het dagelijkse woon-werkverkeer. Vanaf 2025 zullen bedrijven zulke producten op de markt brengen, en Xpeng zal daar zeker bij zijn.”

De scouting van Europese productielocaties komt op een moment dat de Europese Unie de importheffingen op Chinese auto’s verhoogt. Die heffingen kunnen oplopen tot 36,3 procent. Ze zijn bedoeld om de Europese auto-industrie te beschermen tegen wat wordt gezien als oneerlijke concurrentie door Chinese staatssteun. Voor Xpeng betekent het een extra tarief van 21,3 procent, wat de winstgevendheid in Europa onder druk zet.

Partnerschap met Volkswagen

Ook andere Chinese autofabrikanten, zoals BYD, Chery en Zeekr, maken plannen om in Europa te produceren of hebben al fabrieken op het continent. Het vermijden van hoge importkosten is een belangrijke reden, maar ook de toegang tot geavanceerde technologie en een grote afzetmarkt spelen een rol. “Samenwerkingen tussen Chinese en Europese autofabrikanten zijn zeker iets wat we meer van gaan zien”, zegt autojournalist Tony Verhelle. “Europese merken zoals Volkswagen hebben enige achterstand opgelopen in de ontwikkeling van elektrische voertuigen en zoeken daarom samenwerking met Chinese fabrikanten.”

Ondanks de ambitie van Xpeng en andere Chinese fabrikanten blijven de uitdagingen groot. Xpeng kampt niet alleen met de Europese invoerheffingen, maar ook met trage binnenlandse verkopen en hevige concurrentie in China. Sinds januari is de aandelenkoers van Xpeng gehalveerd, wat wijst op de financiële druk op het bedrijf. Verhelle legt uit: “De Chinese markt is bijzonder competitief en veel merken strijden daar om marktaandeel. Daarom proberen veel bedrijven nu hun kansen buiten China te vergroten, aangezien de binnenlandse markt verzadigd raakt en het aantal verkopen begint te stagneren.”

Een lichtpuntje is het partnerschap met Volkswagen, dat Xpeng heeft geholpen om efficiënter te werken en de complexiteit van de toeleveringsketen te verminderen. Dankzij de samenwerking steeg de brutowinstmarge van Xpeng in het tweede kwartaal naar 14 procent, een aanzienlijke verbetering ten opzichte van een jaar eerder.

‘We zien een verschuiving naar goedkopere batterijtechnologieën zoals lithium-ijzerfosfaat (LFP), wat de productie van goedkopere modellen verder kan ondersteunen’

Tony Verhelle (ex-hoofdredacteur van AutoGids)

Verdeeldheid

De plannen van Xpeng en andere Chinese fabrikanten om in Europa te produceren, vallen samen met de discussies over nog hogere invoerheffingen op Chinese auto’s. Onlangs kondigde concurrent BYD aan in Europa een elektrische auto te willen lanceren die minder dan 20.000 euro zou kosten. Dit leidt tot oproepen voor strengere maatregelen, vooral vanuit Frankrijk, dat zijn eigen fabrikanten wil beschermen. Duitsland blijft echter terughoudender door zijn afhankelijkheid van de Chinese markt.

Lees verder onder link

De verdeeldheid tussen de Europese landen maakt het moeilijk om tot een uniform beleid te komen. Franse fabrikanten zoals Renault en Peugeot zien de Chinese concurrentie als een directe bedreiging voor hun marktaandeel, terwijl Duitse fabrikanten zoals Volkswagen en BMW zich zorgen maken over mogelijke vergeldingsmaatregelen van China als Europa besluit strengere heffingen in te voeren. “De Duitse auto-industrie is geen grote voorstander van hoge importtarieven uit angst dat zij ook beperkingen in China zullen ondervinden”, duidt Verhelle.

In de Europese auto-industrie is er ook aanzienlijke weerstand tegen het verhogen van de invoerheffingen. Fabrikanten zoals Stellantis en Volkswagen geloven dat protectionisme niet de juiste oplossing is. Zij vrezen dat handelsbarrières de concurrentie alleen maar zullen verscherpen zonder op de lange termijn gunstige effecten te hebben.

Audi Brussels

Een investering van Xpeng in een Europese fabriek kan positieve gevolgen hebben voor de werkgelegenheid in landen zoals het onze. “Het openen van fabrieken door Chinese autofabrikanten in Europa kan leiden tot meer werkgelegenheid”, betoogt Verhelle. “Dat is een van de redenen waarom zulke heffingen worden opgelegd. We zagen eerder al dat Amerikaanse merken zoals GM en Ford en Japanse merken zoals Toyota fabrieken in Europa openden om invoerheffingen te vermijden.”

Er is geruime tijd onzekerheid over de toekomst van de Audi-fabriek in Brussel. Zou die door een Chinese fabrikant overgenomen kunnen worden? “Er is veel speculatie geweest over de toekomst van de Audi-fabriek in Brussel. Hoewel sommige bronnen suggereren dat Volkswagen niet geneigd is de fabriek aan een Chinese fabrikant te verkopen, is er ook interesse van andere partijen, zoals Guido Demarey van Punch. Het is een onzekere situatie, maar het zou niet ondenkbaar zijn dat Xpeng of een andere Chinese fabrikant (BYD bijvoorbeeld) uiteindelijk zo’n locatie zou overnemen, afhankelijk van de ontwikkelingen.”

Autojournalist Yves Wouters is hierover eerder voorzichtig. “Het is helemaal niet zeker dat er tegen 2025, als het verhaal in Vorst afloopt, ook een geschikte overnemer is”, benadrukt hij. “De realiteit is dat veel Chinese merken al in Europa verankerd zijn. BYD heeft zijn fabrieken. Leapmotor, een Chinees budgetmerk van Stellantis, produceert in Polen, Chery in Spanje en Geely heeft Volvo-fabrieken in ons land en op termijn ook in Slowakije.”

Lees verder onder link

Een tweede probleem zijn de beperkingen van de fabriek in Vorst, zegt Wouters. “Ik zie dat veel van die Chinese merken het liefst een fabriek van nul bouwen in Europese landen met lagere loonlasten. De fabriek in Vorst heeft ook weinig uitbreidingsmogelijkheden, omdat ze zich vlak naast het centrum bevindt. Je kunt dus geen batterijfabriek naast de site neerzetten.”

Goedkopere batterij

De vraag blijft of de prijzen voor elektrische voertuigen voor de consument eindelijk zullen dalen. Verhelle geeft aan: “Dat hangt af van hoe de tarievenoorlog zich ontwikkelt. Als er een compromis wordt bereikt, kan dit helpen om de prijzen te stabiliseren of te verlagen. Bovendien zetten Chinese merken druk op de markt om goedkopere elektrische voertuigen aan te bieden. Daarnaast zullen de kosten van batterijen naar verwachting blijven dalen, wat ook bijdraagt aan goedkopere EV’s. We zien een verschuiving naar goedkopere batterijtechnologieën zoals lithium-ijzerfosfaat (LFP), wat de productie van goedkopere modellen verder kan ondersteunen.”

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content