Wordt Pauwels Trafo overgenomen?
Geruchten dat Pauwels Trafo door een concern wordt opgeslokt, zijn niet nieuw. Wél dat ze ook binnen het bedrijf beseffen dat Pauwels het niet langer als de enige onafhankelijke transformatorenbouwer in Europa kan rooien. Staat Siemens klaar?
Pauwels Trafo is inmiddels de laatste zelfstandige transformatorenbouwer in Europa. Het Mechelse bedrijf moet optornen tegen een handvol wereldspelers zoals Siemens, Alstom en ABB (Asea Brown Boveri). Die reuzen hebben na de concentratiebeweging van de jaren negentig de puzzel van het grote trafo-spel zorgvuldig ineengepast. En áls daar nog een openliggend plaatsje voor het stukje ‘Pauwels’ bij zou zijn, is dat wellicht wegens Pauwels’ afdeling voor vermogenstransformatoren in Mechelen en Winnipeg, die mastodonten bouwt van 20 tot 500 MVA, soms tot drie verdiepingen hoog. Met de overname in 1994 van het Canadese Federal Pionier voegde Pauwels aan zijn bestaande gamma van vermogenstransformatoren de technologie toe voor het maken van megavermogenstransformatoren.
Vic Pauwels is er altijd trots op geweest dat hij het bedrijf als een zelfstandige entiteit overeind kon houden. Pauwels wierp zich tegen de gediversifieerde wereldconcerns op als dé vakman die zich uitsluitend met transformatoren bezig hield. En in die strategie paste ook de sprong naar zware vermogenstransformatoren, waarvan de technologie uit Canada in Mechelen verder werd verfijnd.
Leergeld betaald
Om de werkgelegenheid veilig te stellen, legde Mechelen zich toe op complexe vermogenstransformatoren voor de wereldmarkt. Een markt vol risico (in de ontwerp- en bouwfase), maar waar ook de grootste winstmarges te rapen vallen. Naast technologische innovatie en vakmanschap in vermogenstransformatoren, zag Vic Pauwels brood in de productie van gietharstransformatoren en compacte distributietrafo’s voor nieuwe energievormen (onder meer in windturbines). Dat laatste met succes, maar de gietharstransformatorenproductie werd stopgezet.
Dat vasthouden aan de lokale verankering lijkt zich nu tegen het bedrijf te keren. In volle concentratiebeweging zou Pauwels Trafo tien jaar geleden voor een veelvoud zijn opgekocht. De keuze voor specialisatie in grote vermogenstrafo’s blijft een sterkte, al werd er jarenlang zwaar leergeld betaald om de vermogenstransformatorentechnologie te verfijnen. De vermogenstransformatorendivisie is goed voor de helft van de 750 vaste medewerkers in Mechelen en voor ongeveer de helft van de 347 miljoen euro groepsomzet (14 miljard frank).
Op het tandvlees
Vic Pauwels bouwde wereldwijd een eigen productienetwerk uit. Eerst in Ierland, waar kleine, arbeidsintensieve distributietrafo’s worden gemaakt. Vervolgens kwamen er strategische vestigingen in Washington (Missouri) voor de Noord-Amerikaanse markt en in Indonesië met het oog op de Aziatische groeimarkt, naast een joint venture in Saudi-Arabië voor het Nabije Oosten. Het waren stuk voor stuk goede beslissingen, maar daarmee is Pauwels nog niet opgewassen tegen het geweld van de grote, beursgenoteerde jongens met hun wijdverspreide tentakels en vooral een totaalaanbod, gaande van opwekking, transmissie tot distributie van elektriciteit en alle infrastructuur daaromheen. ABB, Alstom, Siemens kunnen immers de vraag naar gigantische sleutel-op-de-deurprojecten aan. Pauwels Trafo niet.
Vandaag zit Pauwels Trafo op zijn tandvlees, want eigen middelen voor verdere expansie en acquisities zijn er niet. Bij de intrede in 1997 van de gewestelijke investeringsmaatschappij Gimv (die heeft nu 23% in Pauwels Trafo) werd tegen 2000 een geconsolideerde winstmarge van 4,2% vooropgesteld, maar het werd min 0,2%. Het door topman Reiner Kaivers beloofde rendement van 4% op de omzet en 20% op het eigen vermogen, bleef steken op 0%
Klaar voor overname?
Kaivers werkte een herstructureringsplan uit. Om de kostenstructuur beheersbaar te houden, en om een beter beeld te krijgen van de twee producten (vermogenstrafo’s/distributietrafo’s) en de bijbehorende logistiek, worden vermogens- en distributietransformatoren in twee afzonderlijke business units opgedeeld. De opsplitsing versterkt de synergie per productgroep door alle Pauwels-fabrieken heen en maakt de coördinatiestructuur, Pauwels International, als tussenschakel overbodig. De operatie vergemakkelijkt echter ook een afzonderlijke verkoop van de ene of de andere divisie.
De ‘lichte aandrang’ vanuit het Pauwels-management bij Siemens om er ook de fabriek in Mechelen bij te nemen, kan volgens insiders geen onoverkomelijke hindernis vormen. Omdat de kennis (engineering) en kunde (erkend vakmanschap van Pauwels’ technici) voor de vermogenstransformatorenproductie vooral in Mechelen aanwezig is. En omdat de lang aanslepende technische problemen in die vermogenstrafodivisie eindelijk opgelost lijken.
Meer dan distributietransformatoren zijn vermogenstransformatoren, waarin Pauwels een voortrekker is geweest, een lucratieve markt. Als men ten minste die technologie goed onder de knie heeft. En dat was, ondanks een goed gevuld orderboek, tot voor kort allerminst het geval. Pauwels begon immers almaar zwaardere vermogenstrafo’s te bouwen. Maar omdat dit telkens opnieuw maatwerk is, geen serieproduct, kunnen er in de testfase nogal wat problemen opduiken. Met als gevolg: vertragingen en boetes. Pauwels’ vermogenstransformatoren konden de krimpende winstmarges alsnog niet aandikken. De verliezen stapelen zich jaar na jaar op.
Mikken op partnerships
“2001 was moeilijk, maar er werden belangrijke stappen gezet,” zegt vakbondsman Luk De Bock. “In het derde kwartaal is de kostprijszetting voor distributietrafo’s zichtbaar verbeterd; er zijn contracten getekend voor twee jaar met Siemens en voor drie jaar met de Nederlandse elektriciteitsmaatschappij Nuon. De grondstoffenprijzen en de dollar zijn momenteel gunstig en indien mogelijk worden samenwerkingsverbanden gesmeed.”
Stefan Claeys, marketing & business development manager van Pauwels Trafo, wil bevestigen noch ontkennen dat er overnamegesprekken met Siemens worden gevoerd. “We praten met diverse partijen over partnerships. Pauwels kan zijn specificiteit in samenwerkingsverbanden maximaliseren. Dat geldt in het geval van Siemens, en aan leverancierszijde bij Dupont de Nemours.” Claeys beklemtoont dat de distributietransformatorendivisie van Pauwels inmiddels technologisch drastisch is bijgeschaafd, en dat Pauwels Trafo ook financieel uit het dal kruipt: het geconsolideerde verlies daalde van 10,85 miljoen euro (438 miljoen frank) in 1999 naar 670.000 euro (27 miljoen frank); de cashflow klom van 2,70 miljoen euro (109 miljoen frank) in 1999 naar 10,68 miljoen euro (431 miljoen frank) vorig jaar.
Erik Bruyland
Het vasthouden aan de lokale verankering lijkt zich nu tegen Pauwels Trafo te keren.
De opsplitsing in business units vergemakkelijkt een eventuele overname.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier