Wordt de superflik president?
Tomeloze ambitie en veel geduld. Volgens een nieuwe biografie twee eigenschappen die Nicolas Sarkozy naar Frankrijks hoogste functie moeten loodsen. In de tweede ronde van de presidentsverkiezingen neemt hij het op tegen Ségolène Royal.
Burgemeester op zijn 28ste, parlementslid op zijn 32ste, minister op zijn 38ste – Nicolas Sarkozy (1955) heeft in zijn carrière al een aardig parcours afgelegd. In een recente biografie, Un pouvoir nommé désir, toont Europe 1-journaliste Catherine Nay aan hoe Sarkozy als zoon van een Hongaarse aristocraat die gevlucht was voor het communisme, al zeer jong aan de weg begon te timmeren. Ambitie en wilskracht waren en zijn belangrijke eigenschappen. Sarkozy moest ook snel zijn eigen boontjes doppen, want als zoon van gescheiden ouders (zijn vader was een flierefluiter) moest hij werken om zijn rechtenstudies te betalen. Ideeën komen bij hem pas op de tweede plaats, al heeft zijn familiale achtergrond (grootvader aan moederskant was een overtuigde gaullist) hem voorbestemd om zich bij de neogaullisten van de RPR aan te sluiten.
Sarkozy werd al snel een intimus van de huidige president Chirac (toen nog burgemeester van Parijs en topman van de RPR). Maar toen de presidentsverkiezingen van 1995 zich aankondigden, maakte Sarkozy een grote fout. Hij sloot zich aan bij de toenmalige eerste minister en presidentskandidaat Edouard Balladur in de hoop na de verkiezingen zijn eerste minister te worden. De toen immens populaire Balladur was ervan overtuigd dat hij gemakkelijk zou winnen tegen zijn partijgenoot Jacques Chirac, maar tot ieders verbazing won Chirac de verkiezingen (met een links programma) en Sarkozy werd de woestijn in gestuurd.
Voor velen betekent zo’n nederlaag het einde van hun carrière. Niet voor ‘Sarko’. Die werkte hard aan de weg terug en kwam na de presidentsverkiezingen van 2002 opnieuw in de regering, dit keer als minister van Binnenlandse Zaken. Op die post profileerde hij zich als een zeer bekwaam minister en voerde hij een repressief politiebeleid. Sarkozy werd de superflik van een land waar de onveiligheid een cruciaal politiek thema was. Het maakte hem populair bij een groot deel van de bevolking en dat verleidde er hem in 2003 toe te zeggen dat hij ‘wel eens aan het presidentschap dacht, en niet alleen ‘s ochtends bij het scheren. ‘ In de ogen van Chirac, die toen nog dacht dat hij in 2007 kandidaat zou zijn voor een derde mandaat, een oorlogsverklaring. Hij degradeerde Sarkozy tot minister van Financiën maar die wist via allerlei intriges die aan het hof van Lodewijk XIV niet zouden hebben misstaan, opnieuw naar de top van de politiek terug te keren. Twee jaar geleden werd hij voorzitter van de regeringspartij UMP (een verzameling van gaullisten en liberalen), wat hem meteen de garantie gaf dat hij dé kandidaat van rechts zou worden in 2007.
Catherine Nay, Un pouvoir nommé désir. Grasset, 480 blz., 20,90 euro.
Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier