Wordt De Bandt Brits?
Het grootste Belgische advocatenkantoor De Bandt, Van Hecke, Lagae & Loesch gaat fuseren met het Britse Linklaters & Alliance.
Waarom is een fusie eigenlijk zo aantrekkelijk voor De Bandt? “Op lange termijn moet De Bandt misschien integreren binnen een wereldwijde organisatie omdat multinationals een one-stop-service eisen, net zoals dat bij de Big Five-accountants gebeurt,” zegt Jean-Pierre Blumberg van De Bandt (zie ook blz. 50). “Ook kunnen we die internationale troef uitspelen als element bij de rekrutering. Maar een splitsing willen we niet. We willen ons principe van interne gelijkheid, samenhang en een brede dienstverlening aan de Belgische cliënt niet opgeven. Anders hoeft een fusie niet.”
Blumberg leidt het departement fusies en overnames van De Bandt, Van Hecke, Lagae & Loesch, vandaag het grootste Belgische advocatenkantoor (omzet: 1,8 miljard frank in 1999). Hij kan die knowhow gebruiken: Blumberg leidt momenteel immers de gesprekken over een verregaande samenwerking met Linklaters & Alliance, de Europese nummer één inzake fusies en overnames (omzet aan erelonen: omgerekend 24 miljard frank).
De samenwerking met Linklaters verloopt onder een gunstig gesternte. Blumberg: “De nadruk van ons bedrijf ligt op de maatschap, niet op interne concurrentie. Daarin verschillen we beide van heel wat andere kantoren.”
Intern gegroeid
Daarmee verwijst hij naar de moeilijkheden die Allen & Overy Belgium inmiddels achter de rug heeft. Dat kantoor ontstond uit Loeff, Claeys, Verbeke, dat zelf is gegroeid uit Braun, Claeys, Verbeke, Sorel. Deze vennootschap was een fusie tussen kantoren die zich hadden gespecialiseerd in auteursrecht, sociale zaken en vennootschapsrecht. Elke partner had een eigen ‘bloedgroep’, wat de interne samenwerking niet altijd vergemakkelijkte.
Jean-Pierre De Bandt daarentegen heeft zijn kantoor vooral via de interne groei opgebouwd. “Dat geeft minder interne spanningen,” aldus Blumberg. Dat uit zich ook in de verloning. Terwijl bij heel wat kantoren de vergoeding van de vennoten afhangt van een combinatie van factoren ( billable hours, aangebrachte cliënten, externe opdrachten…), hanteerde De Bandt steeds het lock step-systeem, net als de meeste Britse kantoren. Een partner van De Bandt – en sinds enkele jaren ook van Loeff – weet dat hij op basis van zijn anciënniteit op het einde van het jaar gegarandeerd recht heeft op een bepaald percentage van de uitgekeerde winst.
Een vennoot bij De Bandt verdient gemiddeld 14 tot 19 miljoen per jaar (bruto, als zelfstandige). Dat lijkt heel wat, maar het is toch minder dan de helft van wat de gemiddelde Linklaters-vennoot in 1999 verdiende (omgerekend 45 miljoen frank).
Om spanningen te vermijden, wordt binnen het fusiekantoor in spe rekening gehouden met de country factor, wat leidt tot inkomensverschillen tussen Brussel en Londen. Zo prijst Linklaters Belgium zich niet met Londense erelonen uit de Belgische markt.
Het lock step-principe heeft voor- en nadelen. Loeff-advocaten zijn opgegroeid in het systeem van verloning naar prestatie, wat de advocaten een iets agressiever, ook rebelser karakter gaf. Nogal wat cliënten blijken dat te appreciëren.
Ingedommeld
Dat Loeff door dat karakter ook meer bekend stond als een “Vlaams” kantoor tegenover het “Belgische” De Bandt, heeft iets ironisch. Het eerste is immers ontstaan uit een reeks veeleer Brussels-Franstalige kantoren, waarna het met Louis Verbeke evolueerde naar een instituut voor de Vlaamse kmo. En Jean-Pierre De Bandt was met zijn kantoor jaren een uitgesproken Nederlandstalige oase in een Franco-Brusselse omgeving, tot hij de verdediging van een Franse zakenbank op zich nam in de overnamestrijd om de Generale Maatschappij. Sindsdien wordt zijn kantoor tot het establishment gerekend.
Dat De Bandt & Co. onder het lock step-systeem wat is ingedommeld, lijdt geen twijfel. Het zag de voorbije jaren heel wat beursintroducties aan zijn neus voorbijgaan naar Loeff. Jean-Pierre Blumberg is nochtans een voorstander van het, naar zijn woorden, “communistische systeem” van zijn maatschap. Dat legt de nadruk op gelijke verdeling en samenwerking. Dat dit zo moet blijven, weet ook Linklaters. “Interne coherentie tussen de disciplines staat voor continuïteit en zekerheid van prestatie,” aldus Blumberg. “Daarop bouw je een cliëntenbestand, niet op een netwerk dat los-vast aan elkaar hangt.”
Hans Brockmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier