(Belga) De woningprijzen in Vlaanderen zijn niet te duur. Dat blijkt vandaag uit een onderzoek van de KU Leuven en het netwerk van vastgoedmakelaars ERA. Niet alleen zijn de prijzen van woningen tussen 2005 en 2013 niet overdreven gestegen, maar kregen kopers vooral meer waar voor hun geld.
In mei nog zei de Oeso (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) dat de Belgische huizenmarkt de meest overgewaardeerde ter wereld is. Het onderzoek van de KU Leuven en ERA lijkt dat nu tegen te spreken. Ten minste voor de Vlaamse woningmarkt, want de KU Leuven beschikt enkel over representatieve cijfers voor Vlaanderen. Het verschil met andere onderzoeken als dat van de Oeso schuilt in het grote aantal factoren dat in kaart werd gebracht. De KU Leuven kreeg van ERA inzage in ruim 33.000 transacties van de voorbije 8 jaar, waarvan 28.000 in Vlaanderen. Belangrijk daarbij is dat niet enkel rekening gehouden werd met de prijzen per woningtype, zoals volgens de KU Leuven doorgaans gebeurt, maar ook met andere factoren als de oppervlakte van de woning, het aantal kamers en badkamers en het niveau van de afwerking. De KU Leuven berekende dat de werkelijke prijsstijging van de woningen 38 procent bedroeg in de onderzochte periode. Rekening houdend met 21 procent inflatie in de tijdspanne kwam de prijsstijging uit op nog 17 procent. Bovendien bleek dat de kwaliteit van de woningen tegelijk verbeterde: zo had in 2005 nog 44 procent van de woningen enkele beglazing, terwijl dat eind vorig jaar daalde tot net geen 34 procent. “De consument die een iets hogere prijs moest betalen, kreeg deels een meer kwaliteitsvolle woning in de plaats. Zeker voor wat woonhuizen betreft”, concludeert professor Erik Buyst, die samen met doctoraatsstudent Roel Helgers en professor Frank Verboven de cijfers onderzocht. De KU Leuven stelde bovendien vast dat de prijzen van huizen in het tweede kwartaal van 2013 0,6 procent daalden in vergelijking met het tweede kwartaal een jaar eerder. (Belga)
