Witte olifanten. Abcessen op het Abos
Staatssekretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Reginald Moreels gaat de abcessen op het Abos opensnijden. De gewezen chirurg van Artsen zonder Grenzen zal diep moeten snijden.
Neofiet Reginald Moreels (CVP) heeft het niet onder de markt. Zijn wittebroodsweken zitten er amper op of hij krijgt van de pers een lawine van schandalen bij het Abos (Algemeen Bestuur voor Ontwikkelingssamenwerking) over zich. Het Abos lijkt plots op een liefdadigheidsinstelling voor Belgische bedrijven die handelen in oud ijzer. En intussen gooit de Raad van State de stuurman van het bestuur overboord en laat het personeel luid horen het niet meer te zien zitten.
De schandalen in de pers vragen enige relativering (zie kaderstuk Witte Olifanten ?). Ze brengen vooral in herinnering dat het Abos een zwalpend schip is dat de weg naar een gezonde en goed beheerde ontwikkelingssamenwerking al lang kwijt is. Een oud zeer waar Moreels’ talrijke voorgangers zich de tanden op stuk beten, of gewoon hun neus voor ophaalden.
“In de meer dan twintig jaar dat ik voor Abos werk, heb ik nooit iets anders meegemaakt. Abos is het slachtoffer van een totaal onsamenhangend beleid. Op de post Ontwikkelingssamenwerking is het een komen en gaan van ministers, die elk een pak van hun mensen bij het Abos binnenstoppen. De politizering van de benoemingen zorgde voor rancunes en rivaliteiten. Daarbovenop kwamen de taalproblemen. ” Het oordeel van Paul Ghijsels is ronduit vernietigend. Ghijsels pendelde een tijdje tussen het Abos en BRTN en was lange tijd het gezicht van het informatieve programma Van Pool tot Evenaar.
Ghijsels’ kritiek vinden we ook terug in het proefschrift dat Bart Speelman dit jaar bijeenschreef aan de Handelshogeschool Antwerpen, zich inspirerend op vele gesprekken met ambtenaren en verantwoordelijken van niet-goevernementele organizaties (NGO’s). Speelman voegt er zelfs twee kwalen aan toe : een bureaukratische struktuur en een gebrek aan (gekwalificeerd) personeel.
PERSONEELSTEKORT.
Koren op de molen van Jan Reynaers, hoofd van de Abos-informatiedienst en gewezen medewerker van Moreels’ voorganger Eric Derijcke (SP) : “Het Abos is nu wel onthoofd, maar het draaide reeds lange tijd niet vlot. De procedures zijn veel te star. Weet je, ik zit reeds meer dan vier maanden te wachten op mijn bureaumeubel. Om dat ding aan te schaffen, zijn tien parafen nodig. Het Abos moet omgeschakeld worden van een ministerie naar een zo autonoom mogelijke overheidsdienst. Daarbij is extra personeel nodig. “
Voor de personeelsbonden bij het Abos is de diagnose zonneklaar : een kronisch tekort aan mankracht. Er zijn momenteel 203 statutairen prezent, terwijl het personeelskader er 379 voorziet. Voor het gemeenschappelijk vakbondsfront is er zelfs 421 man nodig, de personeelsbehoefte die naar voor kwam uit een doorlichting van het Abos enkele jaren geleden door het ministerie van Ambtenarenzaken.
Dat de statutaire personeelsgroep versterkt wordt door 161 kontraktuelen is voor de bonden niet meer dan een doekje voor het bloeden. Hun argument : de administratiekosten bij Abos bedragen amper 5 % van het budget. NGO’s of universiteiten krijgen bij de uitvoering van ontwikkelingsprojekten 8 % tot 10 % overheadkosten vergoed. Bij grote internationale organizaties loopt dat op tot 20 %.
“We hebben gewoon de mankracht niet om het Abos-budget ordentelijk te beheren. We krijgen steeds meer taken, maar het personeelsbestand volgt niet. Op een begroting van 20 miljard moet het toch mogelijk zijn om via interne verschuivingen een 100 tot 200 miljoen vrij te maken voor het personeel, ” zegt Rudy Schollaert van de liberale vakbond VSOA.
De Abos-direktie kaartte het probleem al eerder aan in een memorandum aan de nieuwe regering. Ze steunde zich daarbij op een onderzoek vorig jaar van de Belgische ontwikkelingssamenwerking door het Komitee voor Ontwikkelingshulp van de Oeso, dat de Belgische overheid aanzet om het personeelsgebrek op te lossen.
Maar in tegenstelling tot de vakbonden ziet de direktie nog andere bronnen van het Abos-verdriet : omslachtige procedures, onvoldoende bevoegdheidsdelegatie of decentralizering, en blokkages bij de uitbouw van het informaticasysteem.
De herstrukturering die in 1991 door toenmalig minister van Ontwikkelingssamenwerking André Geens op de sporen werd gezet, lijkt ontspoord of toch minstens de mist ingegaan. Het is echter nog steeds wachten op de reeds lang aangekondigde grondige evaluatie van die hervorming.
NOODINGREPEN.
Staatssekretaris Moreels heeft inmiddels schoorvoetend de behandeling van de zieke Abos-patiënt ingezet. Het blijft voorlopig nog bij noodingrepen. Het mandaat van het OSI-team (Ontwikkelingssamenwerkingsinspektie), een soort van anti-fraudecel, werd met zes maanden verlengd nadat een aantal onfrisse dossiers uitlekten (zie kader Witte Olifanten ?).
En vorige vrijdag zette Moreels Sonja Gerlo aan het stuur van het Abos zij het tijdelijk ter vervanging van Roger Lenaerts, wiens benoeming tot administrateur-generaal door de Raad van State werd vernietigd. Gerlo deed onder de vorige legislatuur dienst als kabinetschef van Derijcke en kwam daarna terug naar het Abos als direkteur-generaal.
Met het oog op een definitieve invulling van de topfunktie zal dra een nieuwe vakature worden uitgeschreven. Insiders zien de voorlopige aanstelling van Gerlo als een voorbode. Lenaerts zou bij de CVP in ongenade zijn gevallen, wegens te gekontesteerd. De andere kandidaat en tevens CVP’er Paul Lelièvre-Damit, die de benoeming van Lenaerts voor de Raad van State bracht, staat te dicht bij zijn pensioen om nog dienstig te kunnen zijn.
Met de nieuwe topfiguur wordt een episode van verlammende konflikten tussen Lenaerts en Lelièvre-Damit afgesloten. Maar daarmee is het Abos verre van gered. Het is vooreerst uitkijken naar wat het OSI-team nog zal omhoog spitten. Dat er wat moet gedaan worden aan de kontrole op de ontwikkelingsgelden, daar is Moreels nu toch reeds van overtuigd : hij plant de oprichting van een permanent inspektieteam.
De staatssekretaris neemt zich ook voor om het Abos te verlossen van zijn bureaukratisch keurslijf, zo blijkt uit zijn beleidsnota van vorige maand. Over de vraag naar meer personeel is Moreels voorzichtig. Het aantal ontwikkelingswerkers op het terrein moet omhoog. Dat wel. Meer werkvolk in Brussel ? Dat wil hij eerst nog even laten onderzoeken.
Intussen lijkt de 0,7 %-norm het aandeel van het BBP dat we volgens internationale engagementen zouden moeten besteden aan ontwikkelingshulp verder weg dan ooit. De hulp zakte vorig jaar tot een historisch dieptepunt van 0,32 %. “Meer geld is niet de prioriteit, wel het kader creëren waarbinnen het geld goed kan besteed worden, ” kommentarieert Reynaers.
JAN VAN DOREN
REGINALD MOREELS Inspektieteam krijgt waarschijnlijk permanent statuut.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier