Winter in het zuiden
Koel, kil en nat winterweer is dezer dagen ons deel. De Zuid-Europese landen profiteren voorlopig nog van een weldoend zonnetje. Maar die milde winter verbergt een sociaaleconomische vrieskou. Wie de voorbije weken de indruk kreeg dat de eurocrisis stilaan achter ons lag, vergist zich. Daar weten ze in Griekenland en Portugal alles van.
In Portugal drukte de regering van de conservatieve premier Pedro Passos Coelho de voorbije weken een draconische belastingverhoging door, die de doorsnee-Portugees één maand nettoloon kost. Zo wil de regering het begrotingstekort volgend jaar terugdringen naar 4,5 procent van het bbp, van 5 procent nu. Dat is nodig om te blijven voldoen aan de eisen van het hulpprogramma van 78 miljard dollar dat Lissabon vorig jaar kreeg van Europa en het IMF.
De meest ingrijpende belastingverhoging in de Portugese geschiedenis komt op een moment dat de economie op jaarbasis met 4 procent krimpt en dat de werkloosheid 16 procent van de actieve bevolking treft. Van de jongeren is ruim 40 procent werkloos. De overheidsschuld komt eind dit jaar op 125 procent van het bbp uit.
Er is niet de minste twijfel dat de belastingverhoging de recessie nog zal uitdiepen, wat onvermijdelijk betekent dat de overheidsuitgaven stijgen (onder meer voor werkloosheidsvergoedingen) en de inkomsten tegenvallen. Het begrotingstekort neemt dan toch verder toe alsook, uiteraard, de overheidsschuld.
De regering-Coelho greep naar de belastinghakbijl nadat ze haar plan van een interne devaluatie had moeten laten varen. Als lid van de eurozone kan Portugal niet devalueren om zijn internationaal concurrentievermogen op te krikken. Zo’n een ingreep is nochtans noodzakelijk om via toegenomen vraag uit het buitenland de effecten van de binnenlandse sanering voor een groot stuk te neutraliseren. De regering wou de loonkosten drastisch verminderen (vooral via de patronale sociale bijdragen) om een gelijkaardig effect te bereiken. Daar kwam fel protest tegen, vooral van de vakbonden die het als een cadeau aan het patronaat beschouwden. Nu komt er dus enkel een belastingverhoging die de internationale concurrentiepositie niet aanscherpt en de interne economie onderuithaalt. “We zitten niet in een depressiespiraal”, zei Coelho aan de Financial Times. Na de jongste ingrepen van zijn regering is dat helaas wel het geval.
Griekenland zit al langer in zo’n spiraal. Eind dit jaar zal de Griekse economie 22 procent kleiner zijn dan begin 2008. De privésector kromp zelfs met een derde. De werkloosheid treft nu 25 procent van de actieve bevolking. Zes op de tien jongeren stempelen. De Griekse toestand heeft niks meer met een recessie te maken, maar alles met een depressie. Enkel de ervaring van de jaren dertig kan nog als referentiepunt dienen. Het hulpakket van vorige week zal daar nauwelijks iets aan veranderen, zoals onder meer ook blijkt uit de grondige analyse van Bruegel-onderzoeker Zsolt Darvas (The Greek Debt Trap).
Het nieuwe hulppakket houdt in dat er lagere rentes op de Griekse schuld komen, dat de terugbetalingstermijnen uitgerekt worden en dat de Grieken, allicht via een lening van het Europees stabiliteitsfonds, hun eigen schuld kunnen terugkopen om de publieke schuldratio (180% van het bbp) terug te dringen. Daarnaast zegt de regering toe het primaire begrotingssaldo (saldo exclusief rentelasten) tegen 2016 naar 4,5 procent van het bbp te brengen. Tussen 2009 en 2012 bracht ze het primaire begrotingstekort terug van 11 naar 2 procent. Nu moet het dus naar 4,5 procent positief.
De vraag rijst uiteraard of het sociale en maatschappelijke weefsel in Griekenland bestand is tegen nog eens zo’n ingreep, die de welstand van de gemiddelde Griek nog verder keldert. Bovendien wordt deze oefening opnieuw een opvoering van het in die contreien intussen bekende dramastuk ‘Hoe schiet ik mezelf in de voet?’. De Griekse economie krimpt dit jaar met zo’n 7 procent. Het hulppakket houdt in dat er bijkomende ingrepen nodig zijn om een brutale faillissement van de Griekse staat te voorkomen, iets wat de Duitse minister van Financiën Schäuble al hardop zegt. De onzekerheid over wat nog gaat gebeuren en de zekerheid van een nog uitdiepende recessie maken dat mogelijke investeerders meer dan ooit terugdeinzen en de kapitaalvlucht dus zeker niet zal omkeren.
Griekenland en Portugal staan voor een Siberisch koude winter. En hier gaat het ondubbelzinnig om man-made climate change.
JOHAN VAN OVERTVELDT Hoofdredacteur
Griekenland en Portugal staan voor een Siberisch
koude winter.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier