Windenergie heeft de wind mee

Grootschalige projecten voor hernieuwbare energie zijn volop in opmars. In België is het aantal windturbines in tien jaar geëxplodeerd. Maar hoeveel energie produceren de bestaande windmolens nu eigenlijk?

Lees ‘De grote zonne- parken moeten we niet in België aanleggen’

blz. 40

Visie

529 turbines in België

In tien jaar is het aantal windturbines in België geëxplodeerd. In 2011 kwamen er 83 nieuwe turbines bij. In ons land staan nu 529 molens, de modellen voor particulieren niet meegerekend: 191 in Vlaanderen, 247 in Wallonië en 91 in de Noordzee. Ze liggen verspreid over 117 windmolenparken op land en twee op zee. Windmolens die op land staan, worden on-shore genoemd, windmolens op zee heten offshore.

Steeds meer vermogen

De capaciteit van windturbines wordt uitgedrukt in kilowatt (1000 watt), megawatt (1 miljoen watt) of gigawatt (1 miljard watt). Alle Belgische turbines samen hebben een vermogen van 1265 megawatt, meer dan de capaciteit van de kernreactor Tihange 3 (1054 megawatt). Volgens schattingen zal het offshorevermogen tegen eind 2013 oplopen tot 700 megawatt. Vooral in Wallonië wordt capaciteit bijgebouwd. In het dichtbevolkte Vlaanderen gaat dat moeilijker. Dit jaar zijn er in Vlaanderen nog maar twee windmolens bijgekomen, tegenover twintig vorig jaar, al wijst het Vlaams Energieagentschap erop dat er nog 37 turbines in aanbouw zijn die naar verwachting nog dit jaar klaar zullen zijn.

Elektriciteit voor meer dan 600.000 gezinnen

Windmolens draaien doorgaans slechts een derde van de tijd, zodat ze nooit hun totale capaciteit halen. De eigenlijke productie wordt niet uitgedrukt in watt, maar in kilo-, mega- of gigawattuur. Edora, de federatie van producenten van hernieuwbare energie, raamt de jaarproductie van de Belgische windturbines op 2450 gigawattuur. In 2001 was dat nog minder dan 40 gigawattuur. Daarmee zou 3 procent van de elektriciteit die in België wordt verbruikt afkomstig zijn van windenergie. Dat is genoeg om 600.000 gezinnen van stroom te voorzien.

Elia, de beheerder van het elektriciteitsnet, is voorzichtiger, omdat het enkel de turbines telt die leveren aan het hoogspanningsnet, en niet de molens die produceren voor distributienetbeheerders. Het schat het aandeel van windenergie in de totale elektriciteitsproductie in 2011 daarom slechts op 1 procent.

Wie groen zegt, zegt subsidies

Wie hernieuwbare energie zegt, zegt ook subsidies, al worden die uiteindelijk betaald door de consument. In 2011 heeft Elia meer dan 70 miljoen euro aan groenestroomcertificaten betaald voor de offshorewindturbines. De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (Creg), de toezichthouder op de gas- en elektriciteitsmarkt in België, heeft gewaarschuwd dat de factuur voor de overheid tegen 2017 zal oplopen tot 800 miljoen euro per jaar, als het aantal offshorewindturbines in dit tempo blijft toenemen. Dat is onhoudbaar. De politici broeden op een herziening van de spelregels voor windenergie. Die moeten de offshorefactuur beter verteerbaar maken en de investeerders tegelijk een rendement op het eigen vermogen van rond de 12 procent blijven bieden.

Tot 200 meter hoog

De gemiddelde onshorewindturbine in België bedraagt 150 meter, inclusief de rotorbladen. In Estinnes (Henegouwen) staan de grootste turbines van Europa: ze zijn 200 meter hoog. En al even spectaculair: de rotatiesnelheid aan het uiteinde van de rotorbladen kan oplopen tot 200 kilometer per uur.

BENOÎT MATHIEU EN LUC HUYSMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content