‘Wij zijn niet begonnen uit milieuoverwegingen’
Producenten van conserven mogen op hun tellen passen. Tetra Pak wil met zijn nieuwe verpakkingen ook die markt betreden. Efficiënt verpakken, liefst ook ecologisch.
Aparte cijfers voor Tetra Pak zijn er niet. De dochter van de multinational Tetra Laval, eigendom van de Zweedse familie Rausing, is niet beursgenoteerd. “We zouden nooit zo vroeg naar Rusland of China zijn getrokken als we om de drie maanden hadden moeten uitleggen of dat wel veilig was”, zegt Stefan Fageräng.
De managing director van Tetra Pak Benelux maakte het zelf mee toen hij in 2004 als hoofd van de divisie Europa-Midden Oosten naar Irak trok. “Waar ze ook zijn, in welke toestand ook, mensen moeten eten.”
In België heeft de groep een verkoopkantoor in Groot-Bijgaarden en vanuit Brussel een kantoor voor de relaties met de Europese Unie. In Nederland telt de groep twee fabrieken. Er werken 500 mensen voor de Benelux-tak. De productie van verpakkingen maakt driekwart uit van de omzet, het leveren van machines en dienstverlening – het snelst groeiende segment – verdelen het saldo.
Stefan Fageräng, de eerste Zweedse topman in de Benelux sinds de start in het midden jaren zeventig, is aan zijn elfde werkplek bezig. “Elke regio biedt haar eigen uitdagingen. Die van mij is groeien in een mature markt.”
Voetafdruk
Dat hoopt Fageräng onder andere te doen door nieuwe producten in de markt te zetten. Het Zweedse bedrijf ontwikkelde enkele jaren geleden de Tetra Recart, een verpakking voor vaste voeding zoals groenteconserven. Dat product staat volgens de Zweed nu op de rand van de doorbraak en daarbij wordt voluit gemikt op grote warenhuisgroepen zoals Albert Heijn en Delhaize.
“Onze concurrenten in die markt zijn de producenten van de blikken verpakkingen. De Tetra Recart is lichter, wat transport goedkoper maakt. Het is rechthoekig, wat het makkelijker stapelbaar maakt, niet alleen in de vrachtwagens, maar ook in de winkelrekken. Bovendien is de ecologische voetafdruk kleiner. De grote distributeurs willen milieudoelstellingen halen en wij kunnen hen daarbij helpen.”
Tetra Pak profileert zich de jongste jaren als een erg milieubewust bedrijf. Het werd lid van de Climate Savers van het World Wildlife Fund, bracht de CO2-uitstoot met een tiende naar beneden sinds 2005 en gebruikt voor zijn karton in de Benelux nog uitsluitend hout met het duurzame FSC-label. Om de CO2-uitstoot te doen dalen, mikt het bedrijf op de vervanging van het aluminium door plastic. Aluminium is goed voor amper 5 procent van het gewicht, maar voor bijna 45 procent van de CO2-uitstoot.
Wereldwijd moet het recyclagepercentage omhoog van 20,1 naar 40 procent tegen 2020. “België is met 81 procent wereldkampioen, terwijl Nederland een van de minst goed presterende landen is in Europa”, weet directeur Milieuzaken Magda Buelens. In ons land zamelde Tetra Pak al materiaal in nog voor de verplichting daartoe bestond.
Bij onze noorderburen werd ondanks een stapel studies geen voorkeur uitgesproken voor welke verpakking dan ook en belanden veel briks in verbrandingscentrales. “Al werken we daaraan, met iets meer dan 30 gemeentes hebben we akkoorden waarbij zij inzamelen en wij recycleren.” In armere landen kan de bouw van papierfabrieken zelfs een economische dynamiek op gang brengen waarbij straatbewoners geld kunnen verdienen door recycleerbaar afval te verzamelen, terwijl ze ondertussen ook informatie meekrijgen over zaken als familieplanning.
Efficiëntie
Het groene aspect zit in de genen van het bedrijf, meent Fageräng, maar is eerder een gevolg dan de eerste motivatie. “Duurzaamheid wordt een noodzaak voor bedrijven, wij wilden onze klanten helpen te besparen. In het begin werd melk vooral in flessen vervoerd: zwaar, veel vervoerde lucht, breekbaar en de melk kon niet over grote afstanden worden getransporteerd. Wij zijn niet begonnen uit milieuoverwegingen, maar om het verschil te maken, moesten onze producten efficiënter zijn: minder grondstoffen verbruiken, zorgen voor een betere logistiek.”
Dat blijft de boodschap. Want efficiëntie en innovatie zijn voor Tetra Pak de antwoorden op de maatschappelijke evoluties, waarop het bedrijf zijn groeiscenario ent: de bevolkingsgroei, de opkomst van middenklasse in ontwikkelingslanden en de vergrijzing in de ontwikkelde landen. “In de ontwikkelingslanden gaat 30 procent van het geproduceerde voedsel verloren voor het bij de eindconsument is. Hier gaat 30 procent verloren nadien, als afval. Daar speelt onze groep op in.”
De groep Tetra Laval houdt zich bezig met alles vanaf de koe of de sinaasappel tot aan de tafel. Dochter DeLaval, met onder andere een vestiging in Gent, specialiseert zich in wat er op de boerderij gebeurt en levert machines om koeien te melken en te voederen. Tetra Pak en zus Sidel behandelen en verpakken het voedsel in kartonnen en plastic flessen.
Tetra Pak, dat naar eigen zeggen ongeveer 7 procent van de wereldmarkt heeft in verpakkingen voor vloeibaar voedsel, weegt binnen de groep het zwaarst. Op sommige deelmarkten – bijvoorbeeld aseptische verpakkingen – heeft het marktaandelen van meer dan 60 procent. Het misbruik daarvan leverde het Zweedse bedrijf een boete op van 75 miljoen euro, toen een record. “Ons marktaandeel is sindsdien niet gekrompen, alleen zijn er nu beperkingen op hoe we opereren”, zegt Fageräng.
De grootste uitdaging in Europa wordt vooral het vinden van het juiste evenwicht tussen ecologie en afval. “Vroeger zeiden sommigen dat er zo weinig mogelijk verpakking moest zijn. Maar we moeten de consument leren om die verpakkingen te kopen die hij nodig heeft. Geen te grote doos fruitsap kopen die je toch niet opkrijgt. Daarover praten we met consumentenorganisaties, want zij moeten die boodschap doen doordringen.”
LUC HUYSMANS
“We moeten de consument leren om die verpakkingen te kopen die hij nodig heeft”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier