“Wij willen Tefaf niet zijn”

Brafa, in de volksmond ‘Tour & Taxis’ genoemd, is onze bescheiden maar ambitieuze tegenhanger van Tefaf. De belangrijkste kunst- en antiekbeurs van ons land wordt vanaf dit jaar geleid door antiquair Bernard De Leye. Zes vragen, daags voor de officiële opening.

Van 22 tot 31 januari opent Tour & Taxis zijn zalen voor 120 Belgische en buitenlandse kunsthandelaars. Antieke Romeinse beelden, statige Griekse bustes en ondoorgrondelijke Boeddhahoofden nemen het op tegen oude portretten en schilderijen, in een decor van klassieke meubels, edelsmeedkunst en kunstvoorwerpen uit Europa, het Midden-Oosten, Azië, Afrika en het verre Oceanië. Tien dagen lang is Brussel eventjes de hoofdstad van de antiekwereld. De nieuwe voorzitter van Brafa is antiquair Bernard De Leye.

BERNARD DE LEYE (BRAFA). “Eerlijk? Ik had me niet verwacht aan zoveel werk. Onbezoldigd een beurs in elkaar boksen met een budget van 3 miljoen euro, is niet simpel. En ja, ik druk mijn stempel op de beurs. Ik was het niet altijd eens met de accenten die mijn voorgangster Grethe Zeberg legde. Zij wou van de beurs te veel een blauwdruk van Tefaf (de prestigieuze kunst- en antiekbeurs in Maastricht, nvdr) maken. De naam Brafa was haar verdienste. Ik was er aanvankelijk niet voor omdat hij te veel op Tefaf lijkt. Wij willen Tefaf niet zijn.”

Hoe kunt u dan het verschil maken met Maastricht?

DE LEYE. “Het heeft geen zin dat wij vijf handelaars hebben in Vlaamse of Hollandse meesters, als Tefaf er twintig heeft. We moeten ons differentiëren door ons op andere domeinen te richten. Vandaar dat ik dit jaar de nadruk leg op art premier. Brussel is wereldwijd gekend voor zijn handelaars in Afrikaanse kunst. Op Brafa staan de beste handelaars in art premier ter wereld. Nergens is zo’n topaanbod als bij ons. We trachten ook de vinger aan de pols te houden met de actualiteit in de kunst- en antiekwereld. De voorbije jaren was er een schandaalsfeer rond vervalst Chinees antiek, dus zulke objecten vermijden we. In de 55-jarige geschiedenis van de beurs hebben we nog nooit een groot schandaal gekend; dat willen we ook zo houden. Ook het gehalte hedendaagse kunst houden we bewust beperkt, omdat die sector erg hypegevoelig is. Het grootste verschil met Tefaf is dat wij geen winst moeten draaien. Wij zijn een vzw. Omdat Tefaf uit zijn voegen barstte, is de toegangsprijs verhoogd van 20 naar 50 euro. Er kwamen hele bussen toeristen naar de beurs. Dat kan de bedoeling niet zijn. Gelukkig is Brafa met 38.000 bezoekers op tien dagen stukken minder mondain.”

Gloednieuw dit jaar is de samenwerking met couturier Gerald Watelet.

DE LEYE. “Aan Gerald Watelet heb ik gevraagd om een grote stand te decoreren met objecten die hij zelf mocht uitzoeken bij de galeriehouders van de beurs. Hij zal een complete woon- en slaapruimte inrichten met kunst, antiek en meubilair. Mensen die van zijn interieur houden, kunnen de tentoongestelde stukken ook kopen. Inspiratie voor dit nieuwe initiatief kwam van de Yves Saint Laurent-veiling, vorig jaar in Parijs. Ook daar hadden de organisatoren de vertrekken van Yves Saint Laurents appartement nagebouwd, inclusief de meesterwerken die erin stonden. De formule werkte goed, vandaar ons experiment.”

Nieuw is ook dat het Luikse museum Le Grand Curtius zijn topstukken, met onder meer schilderijen van Picasso en Gauguin, zal tentoonstellen op Brafa. Is het niet wat flauw om de ‘museale’ kwaliteit van een koopbeurs op te krikken door onkoopbare museumstukken te exposeren?

DE LEYE. “Het is een win-winsituatie. Le Grand Curtius is nauwelijks bekend bij Brusselaars of Vlamingen. Nochtans hebben zij in hun collectie enkele absolute topstukken, afkomstig van de verkoop van Luzern. Het Derde Rijk veilde in 1930 zogenaamde entartete kunst uit Duitse openbare collecties. De stad Luik kocht toen voor 100.000 frank negen schilderijen, onder meer van Picasso, Frans Marc, Chagall, Gauguin, Kokoschka, Liebermann, Pascin en Ensor. Behalve de Ensor zal deze reeks uitzonderlijk te zien zijn op een speciale stand op Brafa. Zo leert het beurspubliek de werken én het museum kennen. Dat we uiteindelijk een akkoord hebben bereikt met Luik om die werken tentoon te stellen, is een klein wonder. Van alle kanten werden we tegengewerkt via partijpolitieke spelletjes. Het cliché over de doortrapte Luikse politiek klopt echt.”

Recente cijfers tonen aan dat het topsegment van het antiek minder lijdt onder de crisis dan hedendaagse kunst, waar de veilingresultaten tot 60 procent zijn gezakt.

DE LEYE. “Antiek blijft inderdaad een relatief stabiele markt tegenover de hedendaagse kunst, waar te lang te veel werken voor ridicuul hoge prijzen zijn verkocht. Die bubbel moest ooit eens barsten. Dat wil niet zeggen dat de antieksector buiten schot blijft in crisistijden. Het probleem is vooral dat er geen topstukken circuleren. Verwacht werd dat door de crisis vele mensen hun antiek zouden laten veilen, maar dat is helemaal niet het geval. De zeldzame echte topstukken halen nog steeds gekke prijzen. Maar wat nu op de veilingen komt, is meestal van erg middelmatige kwaliteit. Ook Brafa draagt daar de gevolgen van: dit jaar zijn er vijftien galeriehouders die niet aan onze beurs deelnemen omdat ze niet genoeg kwaliteit kunnen aanbieden. Hun stand vullen met de onverkochte stukken van vorig jaar, is echt geen optie.”

Hoe positioneert u zich tegenover Eurantica en Antica Namur, de twee andere grote kunst- en antiekbeurzen van België?

DE LEYE. “Ik heb niks tegen die twee initiatieven. Allebei spreken ze een steeds groter publiek van kunst- en antiekliefhebbers aan die ook naar Brafa komen. Maar wij bieden de allerhoogste kwaliteit. Ik weet dat sommige standhouders van bij ons ook exposeren op Eurantica of Antica Namur. Bij ons verkopen ze hun topstukken, elders doen ze mee om hun stock te liquideren. Brafa mikt hoger en is internationaler. Het is trouwens door mijn toedoen dat Brafa buitenlandse standhouders heeft. Ik heb daar altijd voor gepleit, terwijl de oude generatie de beurs uitsluitend Belgisch wou houden. Laten we duidelijk zijn: internationale galeriehouders plegen geen broodroof aan de Belgische standhouders, ze zorgen juist voor een nieuwe instroom van klanten. Als de oude generatie organisatoren ook zo internationaal had gedacht, dan hadden we nu Tefaf in Brussel kunnen hebben. Helaas zijn we gepakt op snelheid.”

BRAFA: VAN 22 TOT 31 JANUARI, TOUR & TAXIS, www.Brafa.be

Door Thijs Demeulemeester

“Het grootste verschil met Tefaf is dat wij geen winst moeten draaien. Wij zijn een vzw” Bernard De Leye (Brafa)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content