Wij willen niet verwateren

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Aquaplus, de nieuwe dochter van de Vlaamse Milieuholding, zal de Vlaamse knowhow op het vlak van waterzuivering verzilveren. Hiermee wil Aquafin, een andere VMH-dochter, haar voortbestaan veiligstellen. Gedelegeerd bestuurder Jacques De Greef weigert op termijn herleid te worden tot een loutere exploitatiemaatschappij. Maar de vraag rijst: is de oprichting van Aquaplus, dat via Aquafin een bevoorrechte relatie heeft met de Vlaamse overheid, geen concurrentie- vervalsing?

Washington DC (VS).

Op 1 juli 1998 keert Jan Janssens, stafmedewerker van de Wereldbank, naar Vlaanderen terug. Deze specialist in afvalwaterbehandeling krijgt de leiding over de nieuwe dochter van de Vlaamse Milieuholding (VMH): Aquaplus, het pasgeboren commerciële zusje van Aquafin (zie kader: Valorisatie). Janssens zal onze knowhow op het vlak van waterzuivering in het buitenland verzilveren.

Aanval is de beste verdediging, luidt Janssens’ devies. Deze sinjoor van geboorte heeft geen last van valse bescheidenheid. Hij weet wat er op het vlak van de waterbusiness in de wereld te koop is. In de voetsporen van Jan Dierickx – ex-directeur van de Antwerpse Waterwerken (AWW), ex-voorzitter van Techware en zopas gepromoveerd tot emeritus hydraulogie aan de VUB – reisde hij de hele aardbol rond.

“We moeten niet heiliger zijn dan de paus,” zegt Janssens. “Alle landen verkopen hun kennis die ze in overheidsbedrijven hebben opgedaan. Denken we maar naar Frankrijk, waar Electricité de France (EdF) of Crédit Lyonnais ongegeneerd de buitenlandse markten afschuimen. Ook Severn Trent stelt zijn knowhow ter beschikking van Severn Trent International. Waarom zouden wij hetzelfde niet doen?”

Evenmin heeft het zin zich te beperken tot een loutere consultancy, aldus de nieuwe topman van Aquaplus. “Door te participeren in de financiering, de uitvoering en de exploitatie van de grote infrastructuurwerken – zoals het waterzuiveringsstation in Brussel-Noord (zie Trends van 18 april 1998) of andere grote projecten – doe je pas echt ervaring op.”

Gangmaker

Ondanks de autonomie van de VMH-dochter, is Aquaplus het geesteskind van Jacques De Greef. Vanaf het prille begin wil deze gedelegeerd bestuurder van Aquafin (zie kader: Op kruissnelheid) de commerciële toer op. Maar na een klacht van VLD-fractieleider André Denys floot de Vlaamse regering hem terug. Je kan een overheidsgestuurd bedrijf geen monopoliepositie bieden en tegelijkertijd je diensten op de privé-markt verkopen. Dat veroorzaakt kruissubsidiëring en verstoort de markt, aldus de Europese Commissie.

De Greef is echter bezorgd om het voortbestaan van zijn onderneming en wil niet dat Aquafin op termijn verwatert tot een loutere exploitatiemaatschappij, met het gevaar opnieuw door de administratie te worden opgeslokt. “Tegen het huidige investeringsritme van zes miljard frank per jaar is onze opdracht – de bouw van een volledig netwerk van rioleringen, collectoren en waterzuiveringsstations – over twee decennia nagenoeg volbracht. Rest nog de weliswaar belangrijke taak van exploitatie. Het onderhoud van dit patrimonium, dat eenmaal afgewerkt op enkele honderden miljarden frank wordt geschat, zal zeker het nodige werk opleveren. Maar is dat voldoende voor het huidig personeelsbestand van 700 medewerkers, waarvan de helft universitair is geschoold?”

Daarom zocht en vond

gangmaker De Greef een uitweg. Sinds 1995 treedt Aquafin, in het kielzog van de minister-president Luc van den Brande (CVP), op als een publiek milieu-adviseur in concrete projecten van Vlaamse handelsakkoorden. Samen met het ingenieursbureau Belconsulting uit Tielt heeft het bedrijf een masterplan voor de waterzuivering in de Hongaarse provincie Szolnok ontwikkeld, dat gefinancierd wordt door het Centraal- en Oost-Europafonds van het Vlaamse Gewest (10 miljoen frank). Met de steun van het Flemish Trust Fund van de Wereldbank werd in tijdelijke vereniging met de Deense consultant Carl Bro zopas de studie afgerond over de maatregelen die Tsjechië zou moeten nemen om aan de EU-normen te voldoen op het vlak van afvalwater (38 miljoen frank). Momenteel wordt over een gelijkaardig project in Hongarije onderhandeld.

Verder weg, in Senegal, ontwierp de VMH-dochter – in opdracht van de Wereldbank – een structuur voor de organisatie van waterzuivering (vijf miljoen frank). Samen met Technum, het Vlaams studiebureau van Tractebel (zie Trends van 9 oktober 1997) schreef Aquafin vorig jaar een protocol voor de bouw en exploitatie van een waterzuiveringsstation van 100.000 inwonersequivalenten (IE) in Ruda Slaska, vlakbij Katowice (Polen). Ten slotte onderzoekt de Vlaamse waterzuiveringsmaatschappij ook de mogelijkheden in Chili, Tunesië, China en Rusland.

Vliegende start

In eigen land verleent Aquafin zijn diensten tegen betaling aan Vlaamse overheidsorganen en lokale besturen. Zo wordt momenteel bijvoorbeeld het rioleringsstelsel van de stad Leuven geanalyseerd.

Ook heeft de waterzuiveringsmaatschappij een technisch en administratief dienstenpakket ontwikkeld – Rio+Management – dat de gemeenten ontlast van de afhandeling en opvolging van rioleringswerken. 37 gemeenten hebben erop ingeschreven, samen goed voor 15 à 20 miljoen frank. Ook voor kleinschalige waterzuiveringsprojecten in afgelegen woonkernen bestaat een gelijkaardig pakket ( KWZI+Management). Ten slotte is een aantal onderzoeksprojecten aan de gang om gezuiverd afvalwater tot drinkwater te recycleren. Een daarvan loopt in Wulpen (Koksijde), een proefproject in samenwerking met de Intercommunale Waterleidingsmaatschappij van Veurne-Ambacht.

Hoe meer klanten,

hoe kleiner de kans dat Aquafin ooit wordt opgedoekt, luidt de redenering van De Greef. “Al deze binnen- en buitenlandse opdrachten zijn als een soort springplank voor Aquaplus, waarvoor wij in onderaanneming diensten verlenen tegen marktconforme prijzen. Zo kost het de belastingbetaler geen frank.”

Een springplank, maar tegelijk rekent de VMH op een eigen vliegende start van Aquaplus in Brussel-Noord. Daar maakt het bedrijf, dat in partnership met de Brusselse Intercommunale Watermaatschappij (BIWM) deel uitmaakt van het consortium rond Suez Lyonnaise des Eaux en Tractebel, volgens waarnemers een degelijke kans op een boot-project ( build, own, operate, transfer) voor een waterzuiveringsstation van 1,1 miljoen IE. Een monstercontract van maar even 40 miljard frank, inclusief de bouw en de exploitatie van het station.

De politieke twijfels blijven echter bestaan. Niet iedereen is immers gelukkig met het feit dat overheidsgestuurde bedrijven, zoals BIWM en Aquaplus, meedingen in een openbare aanbesteding. Vooral de Belgische ondernemingen uit de sector hebben er alle belang bij dat hun concurrent wordt uitgesloten. Suez Lyonnaise des Eaux heeft daarom het zekere boven het onzekere genomen en liet in het contract opnemen dat het BIMW en Aquaplus onmiddellijk uit het consortium stoot zodra de Raad van State of de Europese Commissie enig voorbehoud maakt.

“BIWM is de gedoodverfde kandidaat voor de exploitatie van Brussel-Noord,” repliceert De Greef. “Als zuivere intercommunale kent zij alle lokale en regionale besturen op en top. Bovendien heeft zij indertijd het contract voor het station van Brussel-Zuid (350.000 IE) dat volgend jaar operationeel wordt, in de wacht gesleept. Aangezien het Vlaamse Gewest zo’n 10% van het project Brussel-Noord voor zijn rekening neemt, zocht zij een Vlaamse partner. Het klikte onmiddellijk, beide partijen vullen elkaar goed aan. BIMW produceert en distribueert drinkwater, terwijl Aquaplus gespecialiseerd is in afvalwater.”

Aquafin beschikt nog over andere troeven in verband met het project. Daniël Van Damme, directeur engineering, zuivering en modellering, heeft een pak expertise in alternatieve financiering. Als voormalig kaderlid van de Belgische bouwfirma CFE, dochter van de Franse immobiliënreus Dumez (die eveneens deel uitmaakt van Lyonnaise des Eaux), heeft hij bovendien ervaring met het onderhandelen over boot-contracten en kent de Brusselse immowereld zeer goed.

Waarom ging Aquaplus/MIWM in zee met Suez Lyonnaise de Eaux? Als industriële partner bood dat de Belgen de meeste garanties – niet minder dan de helft van de werken zal immers aan landgenoten worden toebedeeld. Maar dat leidt tot groot ongenoegen bij Vivendi (ex- Compagnie Générale des Eaux) dat via zijn dochters SEE en Montenay ook actief is in de Belgische watersector. De Franse nutsgroep dreigt dan ook een klacht in te dienen bij het Europees Hof in Straatsburg. Pikant detail: Vivendi bezit ongeveer 2% van de aandelen in Severn Trent,

Protest

Om moeilijkheden met de Europese Commissie te vermijden, heeft de VMH zich echter juridisch goed ingedekt. Zo bestaat Aquaplus uit dezelfde aandeelhouders ( nvdr – maar met een iets andere verdeling), andere bestuurders en een ander management.

Het Frans protest is echter niet de enige tegenwind die Aquaplus zal moeten trotseren. Net als zeven jaar geleden interpelleerde VLD-fractieleider André Denys vorige week Milieuminister Theo Kelchtermans (CVP). Hij stelde: “Ofwel wordt Aquafin volledig geprivatiseerd en dingt de maatschappij samen met de privé-bedrijven naar de diverse werken in de Vlaamse waterzuivering, ofwel krijgt het overheidsbedrijf een kerntakenopdracht – namelijk de sanering van het oppervlaktewater. Maar dan zet ze geen commerciële activiteiten op. Halfslachtige constructies, zoals Aquaplus, druisen in tegen het Europese mededingingsrecht.” Het antwoord van Kelchtermans was duidelijk. Volgens hem heeft de Europese Commissie geen bezwaar tegen het concept, zolang Aquaplus zijn commerciële activiteiten maar gescheiden houdt van de gereguleerde overheidsopdrachten van Aquafin.

Uit een andere hoek, namelijk van Johny Cornillie, de voormalige kabinetschef van Kelchtermans en thans voorzitter van Seghers Better Technology, komt even zware kritiek. Hij lust De Greef rauw, omdat hij de zijde van de Franse aartsvijand heeft gekozen. Het verhaal is niet zonder ironie: Cornillie is de geestelijke vader van het Aquafin-concept, dat werd opgezet als dam tegen de Franse hegemonie (zie Trends van 6 september 1990). Als technische partner en aandeelhouder koos men dan ook voor de Engelsen. De Belgische bedrijven in de watersector vrezen nu dat Aquaplus het bedje spreidt voor Severn Trent op de Belgische markt.

Ook de lokale bevolking ten slotte verzet zich soms tegen de harde aanpak van Aquafin. Buurtbewonerscomités – zoals in Vossem, Merchtem en Izegem – bieden hardnekkig verzet tegen de geplande locaties. En de Vlaamse milieubedrijven klagen erover dat ze te weinig betrokken worden bij de internationale projecten van Aquaplus. De Greef: “Aquafin moet zich nog positioneren op de markt. Zo gaat het bedrijf Hydronaut – ons hydraulisch model – ter beschikking stellen van de studiebureaus voor opdrachten in het buitenland. Bij elke opdracht zal ze Vlaamse ondernemingen betrekken als voorkeurpartners.”

ERIC POMPEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content