Wie vond het Web uit?
De Vlaming Robert Cailliau stond mee aan de wieg van het World Wide Web, maar blijft in het boek van de Britse co-ontwerper Tim Berners-Lee in de schaduw staan.
Niet de overbekende Silicon Valley-helden Marc Andreessen en Jim Clark van Netscape hebben het World Wide Web uitgevonden, maar een Brit én een Vlaming. Het Web (dat rijpte in het voorjaar van 1990) zorgde voor een ruime toegankelijkheid van internet (dat al eind jaren ’60 geboetseerd werd). In 1989 hadden de natuurkundige Tim Berners-Lee en het Tongerse informaticagenie Robert Cailliau, twee collega’s bij de Conseil Européen pour la Recherche Nucléaire ( Cern) in Genève, de opdracht gekregen een hypertextsysteem te ontwikkelen.
Met zo’n systeem kan je verbindingen maken tussen documenten en de informatie makkelijker terugvinden. Het komt erop aan om hyperlinks te maken, waardoor je informatie aan elkaar koppelt. Wie vandaag op het Web surft, vindt dat doodnormaal. Dit systeem viert evenwel volgende week pas zijn tiende verjaardag. Hoe het Web tot stand kwam en waarom de uitvinders er – in tegenstelling tot zovele Silicon Valley whizzkids – geen fortuin aan overhielden, zet Berners-Lee uiteen in De wereld van het World Wide Web.
Botsende versie.
Hyptertext was niets nieuws. De eerste ideeën erover circuleerden al op het einde van de Tweede Wereldoorlog. De revolutionaire stap kwam er toen Berners-Lee en Cailliau het concept koppelden aan internet. Via die weg kon nu ook informatie uitgewisseld en opgevraagd worden buiten het eigen netwerk. Plots kregen de onderzoekers toegang tot een gigantische berg informatie wereldwijd.
Tijdens de winter van 1989-1990 schreven de wetenschappers de technische protocols en programma’s (zoals http, html en url) die nodig waren om het Web op de sporen te zetten. Als naam voor het netwerk dacht Tim Berners-Lee aanvankelijk aan Mine of Information. De afkorting MOI leek hem evenwel wat egocentrisch, net als het letterwoord van zijn tweede poging om een naam te verzinnen, TIM, dat stond voor The Information Mine. World Wide Web vond hij passender. Volgens Berners-Lee puurde hij het idee uit de wiskunde, waar een web een verzameling knooppunten en koppelingen aanduidt, waarin ieder knooppunt met ieder ander knooppunt gekoppeld kan worden.
Nog altijd in de versie van Berners-Lee geloofden zijn collega’s bij Cern niet dat de naam furore zou maken. In een interview in de Gazet van Antwerpen van 17 april 1999 vertelde Cailliau laconiek een andere ontstaansgeschiedenis van de doop: “Dat is een naam die we bedachten op een terrasje in Genève.” Uiteraard gaat het hier slechts om een botsende versie over een zaak in de marge, maar de verschillen dringen ook door tot de kern. Berners-Lee mag er dan al een karrenvracht overbodige woorden voor over hebben om bescheiden uit de hoek te komen, hij plaatst wel alleen zichzelf in de zon bij de absolute bron van het Web.
Vlaamse evangelist.
De inmiddels 52-jarige Robert Cailliau krijgt van Berners-Lee slechts heel even een open doekje als de man die onmiddellijk bekeerd kon worden toen hij hem zijn plan voor een mondiale hypertekst voorlegde. Andere collega’s kon hij niet overtuigen. Over Cailliau: “Hij had in feite het tekstverwerkingsprogramma geschreven dat ik had gebruikt voor het handboek van Enquire ( nvdr – een softwareprogramma om op zijn eigen computer verbindingen te maken).” En verder: “Robert, een Vlaams-sprekende Belg, werd levenslang gefrustreerd doordat mensen hem in het Frans bleven aanspreken. Na afgestudeerd te zijn aan de universiteit van Gent, haalde hij zijn MSc aan de universiteit van Michigan. Aan deze periode hield hij een Engels accent over dat onmogelijk thuis te brengen is. Het werd een gezelschapsspelletje om nieuwkomers bij Cern te laten raden waar hij vandaan kwam.”
Berners-Lee looft de punctuele collega als “de ceremoniemeester bij het huwelijk van hypertekst en internet”, als de evangelist ervan en de lobbyist ervoor. “Toen ik begon met het schrijven van het programma voor het Web, besteedde Robert, wiens kantoor op enkele minuten lopen afstand lag, zijn energie aan het laten slagen van het WWW-project bij Cern. Hij herschreef het oude voorstel dusdanig, dat het naar zijn idee meer effect zou hebben.”
Over één zaak zijn de twee wetenschappers het alvast eens: over de reden waarom ze er geen fortuinen aan overhielden. Terwijl een rist pionierende entrepreneurs die op hun snelweg surfen, tuk waren op een commerciële strategie en er multimiljardair door werden, werken de wetenschappelijke wegbereiders nog altijd in het Cern, het MIT of verwante projecten. Ze kozen er immers bewust voor om een open systeem te creëren, dat zou uitgroeien tot een standaard, tot een medium waar iedereen baat bij kon hebben. Momenteel kan iedereen er inderdaad baat bij hebben, zij het sommigen beduidend meer dan anderen.
Tim Berners-Lee (m.m.v. Mark Fischetti), De wereld van het World Wide Web. Nieuwezijds, 230 blz., 798 fr.
luc de decker
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier