Wie mag zich ‘kaderlid’ noemen?
Tussen de 13 % en de 26 % van de Belgische loontrekkenden noemt zichzelf kaderlid. Is het een manier om hun cv op te smukken of is het begrip gewoon te vaag? Hoog tijd om uit te maken wie u als een kaderlid kunt beschouwen.
Een functie die in de ene sector als kaderfunctie wordt omschreven, is het niet noodzakelijk in de andere. In tegenstelling tot de categorieën ‘bediende’ en ‘arbeider’ is ‘kaderlid’ voor de sociale zekerheid geen wettelijke categorie. Op vraag van het Overlegcomité van het Kaderpersoneel, een adviesorgaan verbonden aan het federaal ministerie van Werk, hebben Jeroen Delmotte en Marianne De Troyer van het Hiva-KU Leuven en het Centrum voor Arbeidssociologie van de ULB gesleuteld aan een bruikbare definitie van de kaderledenpopulatie.
1. Wie zijn ze?
Delmotte en De Troyer hielden een enquête bij de personeelsverantwoordelijken van 255 ondernemingen in België. Dat leverde zes sleutelkenmerken van kaderleden op: verantwoordelijkheid dragen, autonomie hebben, intellectueel werk uitvoeren, gezag hebben over andere medewerkers, een diploma hoger onderwijs bezitten en iemand zijn die het vertrouwen van de directie geniet. Worden ook in aanmerking genomen: het feit dat men op om het even welk ogenblik beschikbaar is voor de werkgever en dat men binnen de onderneming in een hogere salarisschaal zit.
“Doorgaans gaat men ervan uit dat het directiepersoneel beperkt blijft tot de twee hoogste hiërarchische niveaus in de onderneming en dat het kaderpersoneel daarvan geen deel uitmaakt,” zeggen de onderzoekers.
2. Wat doen ze?
De meeste kaderleden geven instructies aan minstens tien arbeiders en een kaderlid leidt gemiddeld 43 mensen. De helft van de kaderleden heeft vijftien of minder werknemers onder zijn toezicht, 25 % van hen geeft leiding aan 41 arbeiders of meer. Arbeiders komen niet in aanmerking.
Wat het diploma betreft, is de vereiste opleiding maar een zwakke indicator: uit de enquête blijkt dat voor ongeveer 10 % van de kaderfuncties helemaal geen diploma vereist is, en dat in 6 % van de gevallen ‘slechts’ een diploma secundair onderwijs wordt gevraagd. Dan zeggen de kenmerken van de functie veel meer: de kaderleden voeren functies uit die fysiek weinig belastend zijn (score van 1,11 op 10), maar wel een grote druk met zich brengen (7,54). Daarvoor krijgen ze dan wel een gevarieerde taak (8,81 ) met een grote autonomie (7,44).
3. Hoeveel verdienen ze?
Het gemiddelde brutomaandloon van een kaderlid bedraagt 4542 euro (meer dan 63.000 euro per jaar). De mediaan ligt bij 3718 euro (ongeveer 51.750 euro op jaarbasis). Dat betekent dat voor de helft van de functies het brutomaandloon lager of gelijk is aan 3719 euro. Voor 25 % van de functies is het lager of gelijk aan 2975 euro, voor een ander kwart ligt het hoger dan 4598. Met andere woorden: 75 % van de functies levert een brutomaandloon op gelijk aan of lager dan 4958 euro. Bijna 70 % van de kaderleden geniet van een pensioenplan of een groepsverzekering. 75 % had op het ogenblik van de studie een bedrijfswagen.
Op basis van de studie komen Delmotte en De Troyer tot twee mogelijke profielen van ‘het kaderlid’. Het maximale profiel omvat alle kaderleden maar ook andere groepen werknemers die niet als dusdanig afzonderlijk gedefinieerd worden binnen de onderneming. In het minimale profiel wordt een kaderlid omschreven als iemand die geniet van een individueel loonregime, beschikt over een brutomaandinkomen van meer dan 4960 euro, een rechtstreekse medewerker van de werkgever is en leiding geeft aan meer dan de helft van het personeelsbestand van de onderneming.
Christophe Lo Giudice
Kaderleden steunen op zes kernbegrippen: verantwoordelijkheid, autonomie, intellectueel werk, gezag, diploma hoger onderwijs en vertrouwenspersoon.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier