WETGEVER PAKT KASGELDVENNOOTSCHAPPEN AAN

Wie aandelen in een kasgeldvennootschap vervreemdt, is voortaan krachtens de wet onder bepaalde voorwaarden hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden van de vennootschap.

Wat is een kasgeldvennootschap? Simpel gezegd: een vennootschap die alleen nog maar cash geld in bezit heeft. Als de aandeelhouders vervolgens hun aandelen verkopen, dan verkopen ze als het ware een pot geld. De kopers verwerven een vennootschap die uit niets dan geld bestaat, dat zij vervolgens naar eigen goeddunken kunnen besteden of aanwenden.

Op het eerste gezicht is er niets mis met een dergelijke vennootschap, althans niet als de vennootschap netjes de belasting betaalt die zij nog verschuldigd is, of die zij later nog verschuldigd zal worden. En daar wringt precies het schoentje. In het recente verleden blijkt de fiscus in nogal wat gevallen naast de normaal verschuldigde belasting te grijpen. De oorzaken daarvan kunnen zeer uiteenlopend zijn. Een vennootschap kan na de overdracht van de aandelen bijvoorbeeld in moeilijkheden komen wegens slechte economische omstandigheden, zodat zij uiteindelijk de nog verschuldigde belasting niet kan betalen. Maar uit de praktijk blijkt dat de oorzaak dikwijls minder onschuldig is. In sommige gevallen zijn constructies met kasgeldvennootschappen doelbewust gebruikt om de fiscus een hak te zetten. Sommige malafide personen deinzen er blijkbaar niet voor terug de pot geld (van de gekochte vennootschap) mee te graaien en vervolgens met de noorderzon te verdwijnen, zonder zich nog te bekommeren om de belasting die de vennootschap nog verschuldigd is.

Verkoper. De vraag is dan wie de fiscus voor dit verlies kan aanspreken. De koper van de aandelen? Als die te kwader trouw is, heeft hij meestal de nodige maatregelen genomen om onvindbaar te worden. Door schermvennootschappen te gebruiken, naar het buitenland te trekken enzovoort. Vandaar dat de fiscus in de praktijk tracht de verloren belasting te recupereren bij de verkoper van de aandelen. De redenering is dan dat de verkoper in vele gevallen wist, of minstens had moeten weten, dat hij zijn aandelen in duistere omstandigheden verkocht.

In malafide constructies met kasgeldvennootschappen blijkt de koper van de aandelen in vele gevallen zonder aanwijsbare reden bereid te zijn veel meer voor de aandelen te betalen dan de pot geld die – na aftrek van de nog verschuldigde vennootschapsbelasting – in de vennootschap aanwezig is. De koper die te kwader trouw is, heeft immers niet de bedoeling de openstaande belastingschuld te betalen.

De redenering van de fiscus is dan: de verkoper die zonder aanwijsbare reden meer krijgt voor zijn aandelen dan op basis van de belastingtoestand van de vennootschap te rechtvaardigen is, kan niet doen alsof hij van niets weet. Normaal gezien, moet hij geweten hebben dat zijn koper kwade bedoelingen had, en dus is hij zelf ook te kwader trouw.

Of deze benadering steek houdt, zal – wat het verleden betreft – geval per geval moeten blijken. Voor tal van hoven en rechtbanken worden op dit ogenblik dossiers behandeld waarin onder meer gediscussieerd wordt over de vraag of en in welke mate de verkoper van de aandelen geacht moet worden bij de belastingontduiking betrokken te zijn.

Toekomst. Wat de toekomst betreft, snelt de wetgever de fiscus ter hulp. Hij doet dit door de verkoper van de aandelen onder bepaalde voorwaarden hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor de belastingschulden van de vennootschap. Dit zal het geval zijn zodra iemand (alleen of samen met zijn naaste familieleden) een participatie in een binnenlandse kasgeldvennootschap heeft van minstens 33 % en hij in een tijdsspanne van één jaar minstens 75 % daarvan overdraagt. Van een kasgeldvennootschap zal in die context sprake zijn als het actief van de vennootschap voor ten minste 75 % uit vorderingen, financiële vaste activa, geldbeleggingen en/of liquide middelen bestaat.

De hoofdelijke aansprakelijkheid zal in deze omstandigheden gelden voor de belastingschulden die betrekking hebben op het belastbare tijdperk waarin de aandelen overgedragen werden, en voor de belastingschulden van de drie daaraan voorafgaande belastbare tijdperken. De hoofdelijke aansprakelijkheid zal in sommige gevallen ook gelden voor de belasting op meerwaarden die – op voorwaarde van wederbelegging – uitgesteld is naar de toekomst. Als de vennootschap haar wederbeleggingsverplichting niet nakomt, zullen de verkopers (van de aandelen) alsnog voor de betaling van deze uitgestelde belasting aangesproken kunnen worden.

De nieuwe regeling – die overigens niet geldt bij verkoop van aandelen van beursgenoteerde bedrijven – is in werking getreden op 7 augustus van dit jaar. Opmerkelijk is dat nergens kwade trouw wordt vereist. De hoofdelijke aansprakelijkheid van de verkoper geldt krachtens de wet van rechtswege zodra de voormelde toepassingsvoorwaarden vervuld zijn. Of de prijs die de verkoper voor de aandelen verkrijgt, te hoog, te laag, of juist is, heeft geen enkel belang. Zoals dikwijls dus moeten ook hier de goeden het met de kwaden ontgelden.

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

Jan Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content