Alain Mouton
Werkloosheid vraagt totaalaanpak
De Belgische werkloosheidscijfers zullen nog een tijdje blijven stijgen. De kans is groot dat de beleidsmakers de zieke arbeidsmarkt weer de verkeerde remedies opleggen.
De Belgische werkloosheidscijfers zullen nog een tijdje blijven stijgen. De kans is groot dat de beleidsmakers de zieke arbeidsmarkt weer de verkeerde remedies opleggen.
De jongerenwerkloosheid in België heeft met 22,4 procent weer het niveau bereikt van tijdens de grote recessie van 2008-2009. Dat baart zorgen, en terecht. Indien de -25-jarigen niet snel op de arbeidsmarkt worden geïntegreerd, dreigen ze jaren in de werkloosheid terecht te komen. We worden dan sneller dan we beseffen geconfronteerd met een verloren generatie. Gelukkig is al een aantal maatregelen genomen om de jongeren de kans te geven vlotter een job te vinden, bijvoorbeeld instapstages, werplekleren, de bestaande startbaanovereenkomsten, enzovoort.
Dit crisisarbeidsmarktbeleid dreigt net als vroeger in dezelfde fouten te vervallen. Ten eerste leiden veel van die doelgerichte maatregelen tot veel rompslomp bij de bedrijven, ze zijn niet erg flexibel. Ze beginnen vaak als een vrijwillig engagement van de bedrijven en worden daarna verplicht. Dat leidt soms tot absurde situaties, bijvoorbeeld de startbaanovereenkomsten die bedrijven verplichten -26-jarigen aan te werven, ook al heeft het bedrijf niemand die in het profiel van de gevraagde competenties past.
De tweede fout is dat er in moeilijke periodes op de jobmarkt gepleit wordt voor arbeidsherverdeling: ouderen moeten plaats maken voor jongeren, het aantal werkuren moet verminderd worden om nieuwe jobs te creëren, enzovoort. De onderzoeken die aantonen dat arbeidsherverdeling geen oplossing is, zijn amper te tellen, maar ze komen met de regelmaat van een klok terug.
Dit te doelgroepgerichte en inefficiënte arbeidsmarktbeleid gaat voorbij aan de essentie van het Belgische werkloosheidsprobleem: er is een totaalaanpak nodig. Jongerenwerkloosheid moet worden bestreden, maar evenzeer blijft er nood aan het counteren van het jobverlies in de middengroep van 25- tot 50-jarigen en de activering van de 50-plussers moet naar boven.
België wil tegen 2020 de werkgelegenheidsgraad laten stijgen van 67,2 naar 76 procent. Die doelstelling kan alleen bereikt worden als de werkzaamheidsgraad over alle leeftijden heen opgetrokken wordt. Dat bete-kent dat er prioritair andere sporen moeten worden bewandeld dan het maatwerk. Tot vervelens toe is dat het counteren van de hoge loonkosten, het best via een algemene lineaire lastenverlaging. Niet alleen voor jongeren of 55-plussers, maar voor alle werknemers.
De tijd dringt. Vroeger ging er geen maand voorbij of een studie wees op de te hoge Belgische uurloonkosten. Nu halen cijfers over de concurrentiehandicap bijna wekelijks de voorpagina’s. Met 39,30 euro per uur zijn de Belgische uurloonkosten de hoogste van Europa. Het is nu al duidelijk dat de opgelegde reële loonbevriezing onvoldoende is om de concurrentiehandicap weg te werken. En de bijkomende lastenverlaging op arbeid is een lachertje. Voka berekende dat de besliste 370 miljoen euro bijkomende lastenverlaging overeenkomt met een schamele 75 eurocent per gewerkte dag. Bovendien dreigt het sociaal passief voor de bedrijven enorm op te lopen als er straks een slecht eenheidsstatuut arbeiders-bedienden wordt ingevoerd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier