WERKGEVERS ZIJN DE VERLIEZERS
Op 25 januari moet het VBO als laatste het interprofessioneel akkoord goed- of afkeuren. De stemming zal ongetwijfeld positief aflopen. En dus is het interprofessioneel akkoord definitief goedgekeurd nadat ook Unizo en de vakbonden vorige week al hun fiat gaven. De stemmingen hebben toch een aantal belangrijke zaken getoond.
Ten eerste: bij het ABVV werd het een erg nipte goedkeuring. De tegenstemmen kwamen voor een groot deel uit Wallonië. Het toont dat in het ABVV de Vlaams-Waalse tegenstelling belangrijk blijft. Het is koren op de molen van diegenen die argumenteren voor een geregionaliseerd arbeidsmarktbeleid. Als Voka pleit voor een Vlaams loonoverleg, toont de stemming bij het ABVV aan dat er misschien met de Vlaamse vleugels van de vakbond betere akkoorden te sluiten zijn.
Ten tweede: het grootste verzet kwam van de bedienden. Zij hebben immers meer problemen met de loonnorm, die slechts een kleine marge laat. Voor arbeiders is die marge volledig te gebruiken voor loonsverhogingen, bij bedienden gaat ze grotendeels op aan de bestaande anciënniteitbarema’s. Er kan dus niets extra’s uitgedeeld worden. Bovendien bestaat er in het akkoord een aanzet om die barema’s te herzien. Het zijn trouwens vooral de bedienden die tijdens de onderhandelingen de eis van de werkgevers hebben afgeblokt dat in alle sectoren verplicht een all-inakkoord (dat de afgesproken loonsverhoging doet verminderen als de indexering meer dan gepland stijgt) moet worden gesloten. Met all-inakkoorden komen barema’s immers helemaal onder druk te staan. Toch kunnen de bedienden niet langer onder deze discussie uit, want Europa heeft beslist dat de barema’s op basis van leeftijd discriminerend zijn.
Ten derde: bij het ACV sprak Luc Cortebeeck over “het beste akkoord in jaren”, bij Unizo kwam het tot een goedkeuring “ondanks ernstige tekortkomingen”. Vooral het gebrek aan maatregelen om iets te doen aan de starre arbeidsmarkt ontgoochelt Unizo. Ook bij het VBO zal vandaag het ontbreken van structurele oplossingen om de arbeidsmarkt flexibeler te maken en de loonkostenhandicap af te bouwen, aangehaald worden als tekortkomingen.
Had Voka dan toch gelijk toen het de dag van het akkoord “een zwarte dag voor de bedrijven” noemde? Wij moeten onderhandelen en zien wat haalbaar is, luidt het vaak bij het VBO. Het VBO moet afwegen wat er zonder akkoord uit de bus zal komen bij de regering. Voka heeft het makkelijk om zonder onderhandelingsverantwoordelijkheid aan de zijlijn te staan roepen. Maar misschien is het beter om eens door de zure appel te bijten en voordelen op korte termijn te laten staan voor structurele verbeteringen op lange termijn. Zijn de werkgevers sterk genoeg om dat soort hoog spel te spelen? Het mag gevreesd worden van niet.
EXTRA INFORMATIE OP WWW.TRENDS.BE De opinie die Trends
publiceerde (enkel op Trends. be) bij het afsluiten van het
interprofessionele akkoord.
Guido Muelenaer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier