Werkgevers halen neus op voor VDAB’ers
Wie door de VDAB wordt doorverwezen om te solliciteren bij een bedrijf, maakt merkelijk minder kans om uitgenodigd te worden voor een gesprek dan kandidaten die zelf solliciteerden. Dat blijkt uit een doctoraatsonderzoek van Eva Van Belle (UGent), waarover De Standaard en Het Nieuwsblad maandag berichten.
Werkgevers zien zulke doorverwezen werkzoekenden als minder gemotiveerd, minder verstandig, minder sociaal en minder trainbaar.
Eva Van Belle baseert haar conclusie op een experiment waarbij 205 professionele recruiters een oordeel velden over fictieve sollicitanten voor een job als receptionist.
Uit het onderzoek blijkt volgens de doctoranda onder meer dat de intellectuele en sociale bagage van doorverwezen sollicitanten duidelijk lager wordt ingeschat. Voorts worden ze ook gezien als minder goed op te leiden. Het systeem van doorverwijzing door de VDAB moet dan ook op de schop gaan, stelt Van Belle. ‘Het lijkt mij beter de werkgevers niet langer vooraf te informeren over het feit of een kandidaat al dan niet doorverwezen is.’
Al houdt ze daarbij wel een slag om de arm. ‘We moeten wel eerst proberen na te gaan of het systeem van doorverwijzing zelf niet leidt tot een lagere motivatie bij werklozen om te solliciteren’, benadrukt ze.
Bij doorverwijzing matcht de VDAB zelf werklozen met vacatures, waarna de werkloze verplicht is om voor deze vacatures te solliciteren. Werkgevers worden van deze doorverwijzing op de hoogte gebracht, zodat de VDAB bij ondermaatse inspanning kan overgaan tot schorsing.