Werken is gezond
Waarom doen de Europese regeringen dan zo weinig om iedereen gezond te maken?
Als we meer vrouwen aan de slag krijgen, de oudere mannen langer in het getouw houden, iedereen levenslang doen leren om niet achterop te geraken, de stijging van de lonen afstemmen op de stijging van de productiviteit en de belastingen verlagen, dan kan het hier nog een paradijs worden. Beter zelfs dan in Amerika, dat dan rijker mag zijn, maar sociaal achterop is bij Europa. Dat is zowat de boodschap van de Europese Commissie in de richtlijnen voor de economische politiek die de lidstaten en de Europese Unie zelf in het jaar 2000 moeten voeren.
Het is het zevende rapport in een reeks die startte in 1994 ter voorbereiding van de Economische en Monetaire Unie(EMU) en die elk jaar in de zomer wordt besproken en goedgekeurd. De basistekst wordt geleverd door het Directoraat Generaal voor Economische en Financiële Zaken en bevat een algemene beoordeling van de politiek in de lidstaten van het voorgaande jaar en aanbevelingen voor het lopende jaar. De huidige voorzitter van de EU, de Portugese president Antonio Guterres, zegt dat er geen drie regeringsleiders zijn die het rapport lezen en dus wordt het altijd zonder discussie goedgekeurd. Zij die willen reageren, hebben nog tijd tot 5 juni om hun op- en aanmerkingen te formuleren.
Behoorlijk bestuur.
De lidstaten hebben in 1999 een behoorlijk economisch beleid gevoerd. Ze hebben bijna overal een actieve arbeidspolitiek opgezet, maar ze zijn ondermaats gebleven in de aanpak van het stelsel van uitkeringen en de rigide regelingen ter bescherming van de werkgelegenheid. De werking van de interne markt boekte successen met de liberalisering van de energiemarkt en de telecommunicatie, maar in de dienstensector en bij de overheidsaanbestedingen is er nog veel ruimte voor verbetering. We zijn ook niet goed in het stimuleren van risicodragend kapitaal en we besteden te weinig geld aan onderzoek, ontwikkeling en innovatie.
De economische prestatie van Europa in het voorbije decennium wordt ontgoochelend genoemd. De economische groei was relatief zwak, er werd geen surplus werkgelegenheid geschapen. De werkloosheidsgraad ligt nu zelfs hoger dan in 1990. Onze levensstandaard ligt nog altijd 35% lager dan in de Verenigde Staten en dat heeft alles te maken met het feit dat slechts 61% van de beroepsbevolking (nauwelijks 50% van de vrouwen) betaald werk verricht. Het is nu het moment om er iets aan te doen, want de vooruitzichten zijn goed. We kunnen, als het een beetje meezit in de komende jaren, zonder al te grote problemen 3% groei halen.
Daarvan moet je gebruik maken om de tekorten op de begroting en de openbare schuld sneller dan voorzien af te bouwen, want als de recessie toeslaat, is de bewegingsruimte erg beperkt. Zo kan België in 2000 beter presteren dan een tekort van 1% van het bruto binnenlands product (BBP) en de overheidsschuld kan het niveau van 100% van het BBP sneller bereiken dan, zoals nu voorzien, in 2003. Besparingen op de uitgaven moeten in de eerste plaats ruimte maken voor het verlagen van de belasting op arbeid en de opbrengsten van de privatisering van de overheidsbedrijven moeten de schuld verminderen.
Lonen.
De Commissie vindt dat de loonpolitiek in de lidstaten best verschillend mag zijn, als men de inflatie maar onder controle houdt. De stijging van de reële lonen zal de groei van de productiviteit volgen. Landen waar de arbeidsproductiviteit in zijn geheel vertraagt, hebben minder ruimte voor een stijging van de lonen. Ten behoeve van minister Laurette Onkelinx wijzen we graag op de passus waarin gezegd wordt : “(…) een vermindering van de arbeidstijd mag niet leiden tot een verhoging van de reële arbeidskost per eenheid.” Met de vakbonden kan er wel worden gepraat over flexibele arbeidstijd en de invoering van systemen die uitgaan van het totaal aantal werkuren per jaar, maar dit mag niet leiden tot hogere kosten. De Commissie vindt ook dat de bescherming van de werknemers kan worden versoepeld en dat de ontslagregeling en -vergoeding eveneens aan herziening toe zijn.
De Commissie beveelt ons land aan om de arbeidsmobiliteit tussen de regio’s te verhogen. In navolging van de actie om Brusselaars ertoe over te halen in Vlaams Brabant te gaan werken, zouden we dus ook een programma ‘Walen naar Vlaanderen’ moeten opzetten. Het is jarenlang anders geweest. Om de werkloosheidsgraad, die nog steeds tot de hoogste in Europa behoort, te verlagen, wordt aangedrongen op een actieve werkgelegenheidspolitiek, waarbij ook ten gronde iets gedaan wordt aan het ontmoedigende effect van de sociale uitkeringen en de regeling voor de brugpensioenen.
Kapitaal.
Een belangrijke reden waarom de Europese groei de Amerikaanse prestatie niet kan evenaren, is het gebrek aan steun voor investeren en ondernemen. Er is te weinig risicokapitaal dat de nieuwe economie kan ondersteunen. De Commissie wil onder meer dat de lidstaten de toegang tot de kapitaalmarkt voor de KMO’s vereenvoudigen en dat de pensioenfondsen meer ruimte krijgen in de keuze van hun beleggingen. In België is alleen de publieke sector aanwezig in de sector van venture capital. Ze investeert vooral in startende bedrijven en er zijn bijna geen private venture capitalists die kunnen overnemen. Door een aangepaste fiscale politiek, lagere vennootschapsbelasting en het aftrekbaar maken van kapitaalverliezen zou die markt zich wel kunnen ontwikkelen.
huib crauwels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier