WERELDSPELERS

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Farm Frites en McCain.

De Vlaamse entrepreneursfamilie Van den Broeke nestelde zich in 1977 in le pays des collines, de Henegouwse uitloper van de Vlaamse Ardennen. Niet alleen omdat zich met het leegstaande Jacson Frigo (zie hoofdtekst) een buitenkansje aanbood. Ook de zand- en leemgrond in de streek is uitstekend geschikt voor de aardappelteelt. En meer specifiek de variant bintje. “De nabijheid van de grondstof is erg belangrijk. Aardappelen zijn een goedkoop product, transportkosten geven mee de doorslag,” verduidelijkt Guy Van den Broeke. Binnen een straal van 200 kilometer wordt de aanvoer verzekerd. De Europese aardappelen komen dan ook hoofdzakelijk uit België, Nederland, Noord-Frankrijk. Wie grondstof aanvoert op meer dan 500 kilometer, betaalt een factuur die tot 100% aandikt. Dodelijk op de centiemenmarkt van de aardappelen.

Vandaar dat België nog twee wereldspelers in de aardappelverwerking heeft. Het Nederlandse Farm Frites heeft vier vestigingen in Vlaanderen. Goed voor de helft van de 450.000 ton aardappelproducten in 1999 en een derde plaats in Europa. Farm Frites sloot in november 1999 een overeenkomst met Koval, een coöperatie die actief is in Limburg en Luik. Het sluiten van het netwerk van toeleveranciers drukt dus de transportkosten.

Ook Farm Frites blijft voorlopig familiaal: stichter Gerrit de Bruijne leidt samen met zoon Pieter de Bruijne de zaak met hoofdkwartier nabij Rotterdam. Het familiale karakter in de aardappelverwerking hangt nauw samen met het nog jonge bestaan van de sector. Pas in de jaren zeventig werd de verwerking op grote schaal in gang gezet, zodat vaak nog de eerste generatie aan het roer staat. “Bovendien zijn aardappelen een complexe business,” weet Albert Van der Vlies, verkoopdirecteur van Farm Frites. “Je werkt met slechts één grondstof, wat dus een hoog risico inhoudt. De zaakvoerders hebben een hoog entrepreneurial gehalte, met hun roots in de grondstof. We willen Farm Frites dus ook familiaal houden.” Toch zoeken de Nederlanders, in tegenstelling tot Van den Broeke-Lutosa, elders stevige partners. Begin 2000 werd een alliantie gesloten met de Amerikaanse nummer drie, J.R. Simplot Company. Beide voedingsindustriëlen blijven zelfstandig, maar gaan wel samen markten bewerken en technologie uitwisselen. De nieuwe alliantie is goed voor een kwart van de wereldwijde productiecapaciteit in de aardappelverwerking.

Ook de wereldwijde nummer één, het Canadese McCain Foods Ltd., blijft alsnog familiaal. Harrison McCain timmert al veertig jaar aan zijn imperium – en gooide begin jaren negentig zijn broer en medeoprichter Wallace uit de zaak. Sindsdien leidt Harrison alleen de global french fry company. In 1999 haalde het bedrijf een omzet van 220 miljard frank, een verdubbeling in vijf jaar. Ook het Belgische filiaal in Grobbendonk profiteert van de groei. De zwaar verlieslatende frisdrankenafdeling McCain Sunnyland werd vorig jaar afgestoten (zie Trends, 25 februari 1999). “Onze kernactiviteit, de aardappelspecialiteiten, is winstgevend,” beklemtoont retail director Christian Houvenaghel van de NV McCain Foods Belgium. “Onze drie productielijnen zijn goed voor 45.000 ton per jaar. Deze zomer verhogen we de capaciteit met nog eens 8000 ton.” Het bedrijf zwengelt de verkoop in België aan door de creatie van special events, zoals aardappeltjes voor Halloween of de terugkeer naar school in september. Op die manier wil McCain het aantal consumptiepieken opdrijven van twee (oudejaar en Pasen) naar minimaal vijf.

Wolfgang Riepl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content