WERELDHANDELSORGANISATIE

De Wereldhandelsorganisatie ( WTO) is vrij optimistisch voor de internationale handel in 2000. Die zou in het millenniumjaar met 3,5% moeten vooruitgaan, berekent de internationale vereniging in Genève, die waakt over de wereldwijde liberalisering van handelsstromen. Eind 1999 telde de organisatie 135 leden-landen, die samen 90% van de internationale handel vertegenwoordigen. Uit het Jaarverslag van 1999 blijkt dat die internationale handel met 3% klom, goed voor een bedrag van 272.000 miljard frank. De Verenigde Staten zijn de grootste handelaar wereldwijd, voor Duitsland en Japan. De Belgisch-Luxemburgse Unie prijkt op de tiende plaats.

Vooral de verkoop van auto’s en informatica-apparatuur zwengelden de handel aan. Het aantal verkochte computers steeg met een vijfde, naar 114 miljoen stuks; halfgeleiders gingen er met 18% op vooruit, mobiele telefoons verdrievoudigden zelfs hun verkoop, naar 283 miljoen exemplaren. En met 48,6 miljoen geproduceerde wagens was 1999 het beste jaar uit de geschiedenis van de auto-industrie.

Toch tempert de Wereldhandelsorganisatie overdreven optimisme. Twee factoren kunnen de pret bederven: inflatie en een inzinking van de Amerikaanse economie. De wispelturige olieprijs zou inflatie kunnen aanwakkeren. Zolang het zwarte goud maximaal 25 dollar per vat noteert, komt het evenwicht in de internationale economie niet in gevaar.

Maar vooral de oververhitte Amerikaanse economie berokkent de WTO kopzorgen. In 1999 was de Verenigde Staten goed voor een vijfde van de totale import van goederen en diensten. Die massale vraag leidde tot een extra procent groei van de internationale handel. En zorgde ervoor dat de Aziatische crisis van 1997 en 1998 behoorlijk werd bemeesterd. “Maar een scherpe correctie op de aandelenmarkten, gekoppeld aan een sterke daling van de Amerikaanse binnenlandse vraag, kunnen de prognoses voor de wereldhandel radicaal wijzigen,” noteert de WTO in haar jaarverslag. Vooral het tekort op de Amerikaanse betalingsbalans kan het tij keren, zo luidt het. Met 14.000 miljard frank, of een historisch hoog 3,7% van het bruto binnenlands product (BBP), was dat tekort zelfs hoger dan de totale import van Japan.

Wanneer de Amerikaanse motor sputtert, moet het Land van de Rijzende Zon, samen met de Europese Unie, de kop van het peloton overnemen, vindt de WTO. De groeiprognoses voor de westerse wereld liggen voor 2000 immers op 3%, een half procentje meer dan in 1999.

Want ook de Aziatische toppers, die in 1999 een double-digit-groei registreerden, zullen het in 2000 wat kalmer aan doen. Alleen al in het laatste kwartaal van 1999 steeg de export van de vijf tijgers – Indonesië, Korea, Maleisië, Thailand en de Filipijnen – met 20%. Maar de effecten van fiscale stimuli en van het aanvullen van voorraden ebben weg, en worden maar gedeeltelijk door de stijgende vraag van de consument gecompenseerd. In haar jaarverslag schrijft de Wereldhandelsorganisatie overigens vol lof over de Aziatische tijgers, en hun antwoord op de economische recessie van 1997 en 1998. De reactie van de regeringen in Indonesië, Korea, Maleisië, Thailand en op de Filipijnen, is een bewijs van de efficiëntie van de multilaterale vrijhandel, die met het ontstaan van de WTO in 1995 verder werd uitgediept. Door structurele hervormingen zorgden de tijgers voor een nieuw evenwicht op macro-economisch vlak, vindt de Wereldhandelsorganisatie. “De hevige economische recessie, de stijgende werkloosheid, en de wereldwijde daling van de grondstofprijzen, hadden het protectionisme in deze landen kunnen aanwakkeren,” schrijft de WTO. “Gelijkaardige maatregelen bij de handelspartners hadden tot een kettingreactie geleid, en hadden de economische recessie nog versterkt. De Aziëcrisis heeft nu net de kracht van het multilaterale systeem aangetoond. De maatregelen van de regeringen leidden immers tot een toename van de vrije handel en het investeringsvolume.”

Wereldhandelsorganisatie, jaarverslag 1999. www.wto.org

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content