Wereldgeld
Karel Plasman maakt uw wereldgeld in Londen. De Vlaamse bankier is chief operating officer van Visa International Europe. De kredietkaarten, debetkaarten, tankkaarten, toegangskaarten, e-portemonnees, getrouwheidskaarten exploderen. Internet belooft slimmer en sneller betaalverkeer. Valt nog iemand voor de weemoed van een bankbriefje?
Londen.
Betaalt u straks uw zakenlunch in La Maison du Boeuf of uw dagreis naar Kopenhagen met Belgische franken, Visa, MasterCard, Eurocard, American Express of Diners Club? Loopt u in de voorhoede en staat u klaar voor betalingen op Internet? Is u integendeel bloednuchter en denkt u mooie toestand die betaalkaarten, maar, wie garandeert me dat mijn lieve geld niet frauduleus of technologisch verzwindt in een zwart gat? De kredietkaart evolueert razendsnel van statussymbool tot aantrekkelijke noodzaak. Het afrekenen van een snelheidsovertreding met de kaart van bijvoorbeeld KLM brengt een gratis vliegticket dichterbij door haar koppeling met de bonuspunten van de Air Miles.
Enkele stille verdiepingen in de Londense wijk South Kensington herbergen een laboratorium van de nieuwe betaalindustrie. Labomeester is een Vlaamse bankier van 45 jaar. In de week woont Karel Plasman in Londen, op zaterdag en zondag in Schoten. VLM heeft een goede klant aan hem. Hans van der Velde, de Nederlandse president, en Karel Plasman, chief operating officer, leiden Visa International Europe, goed voor 35% van de groepsomzet van Visa.
Karel Plasman studeerde economie aan de Handelshogeschool in Antwerpen. Samen met Hans van der Velde verdiende hij zijn strepen bij Rabo Bank. Hun aanstelling bij Visa International Europe is geen toeval, want Visa is een associatie van 21.000 financiële instellingen en de overleg- en beleidsstijl heeft veel gemeen met de wijze waarop beslissingen groeien bij Rabo, een coöperatieve bank.
Ruwe omgeving
De omgeving voor Visa wordt ruwer:
de kaartonderneming groeit jaarlijks met 20% wat een verdubbeling van de omzet oplevert op vier jaar, zonder dat de kosten mogen verdubbelen;
de concurrentie verhevigt wat leidt tot dunnere marges;
de afslanking van Diners Club Benelux in Brussel met negentig personeelsleden wijst op een rationalisering in de betaalindustrie;
de gigant Citigroup dreigt met Visa de rug toe te keren;
het Amerikaanse ministerie van Justitie opende een onderzoek tegen Visa en MasterCard omwille van hun vermeende beperking van de concurrentie;
een interne discussie wordt gevoerd bij Visa om de associatieformule te nuanceren en delen van de onderneming een andere vennootschappelijke vorm te geven (ook Rabo heeft een coöperatieve Rabo Bank en een naamloze vennootschap voor de buitenlandse markt, Rabo International);
Visa moet zich weren tegen het verwijt dat zijn single branding voor een waaier van producten fundamenteel fout is;
de standaardisering en de inter-operability tussen de nieuwste betaalsystemen vordert slechts met mondjesmaat (zie kader Hoe meer e-portemonnees).
Karel Plasman: “Dat laatste is mijn prioriteit vandaag en voor de volgende twaalf maanden. Ik verdedig en prijs de Common Electronic Purse Specifications (CEPS) aan. CEPS werd door Visa International op punt gesteld, het is de nieuwe industriewijde standaard voor elektronische portemonnees, type het succesvolle Belgische Proton. Voor de betaalindustrie is een blijvende versnippering van eigen programmatuur voor de verwerking en de beveiliging van de diverse e-portemonnees ronduit een ramp. Onze leden moeten de zekerheid hebben dat ze bijvoorbeeld hun investeringen in de e-portemonnees op een normale wijze kunnen afschrijven.”
Cash kost te veel
Cash is duur en geraakt daardoor out, wat de kaarten stimuleert. In België zijn er rond 300 miljoen biljetten en 13.000 ton munten in omloop voor 495 miljard frank. Geld moet worden geteld en gestapeld, verzekerd en bewaard, uitgeboekt en ingepakt, vervoerd van de ene naar de andere plek. De Belgische Vereniging van Banken raamt de behandelingskosten van cash in België op 25 tot 40 miljard frank per jaar of 0,4 tot 0,6% van het bruto binnenlands product. In die miljarden zit een fiks deel van het inkomen van de Nationale Bank van België en deze zweert dus bij cash. Doordat we al zo’n 300 jaar met biljetten werken – de Engelse centrale bank gaf haar eerste bankbriefjes uit in 1694 – is hun kostprijs wazig. Karel Plasman: “De kost om de cash society op gang te houden, ligt te hoog. Indien het huidige volume aan betalingsopdrachten nog steeds met de hand zou gebeuren, zou de hele Britse bevolking in de banksector werken. De verwerking van cheques is een omslachtig proces dat haaks staat op een maatschappij met bits en bytes. Bij een kaartsysteem daarentegen vormt de elektronische invoering van allerhande gegevens geen enkel probleem. Bij het wegvallen van de USSR bijvoorbeeld heeft Visa in een handomdraai zestien nieuwe munten op de kaart gezet.”
“De betaalindustrie is enerzijds wendbaarder, anderzijds gecompliceerder door de zoektocht naar standaarden, beveiligingssystemen, fraudevermijding,” vervolgt Plasman. “Controles van kaarten hebben een culturele inslag. In de Arabische wereld mogen geen afbeeldingen van mensen getoond worden op de kaart, dus schrap het hologram. Vingerafdrukken worden meestal psychologisch gekoppeld aan criminele zaken. De biometrie waarbij bijvoorbeeld de kleur van ogen, de typische druk bij het signeren, of de stem gemeten worden en de identificatie bepalen zal voortgang maken.”
21.000 klanten
telt Visa wereldwijd. De grootste blokken zijn de Verenigde Staten en Europa met respectievelijk 45% en 35%. Vorig jaar werd de Brit Malcolm Williamson, een ex-bankier van Standard Chartered, benoemd tot CEO van Visa International. Ook de wereldvoorzitter is vandaag Brits. Een cultuurschok. Het werd tijd dat Europeanen de organisatie gingen leiden na een periode van ononderbroken Amerikaanse hegemonie. Intern leidde dit tot spanningen en zachte dreigementen van afsplitsing van de internationale organisatie, schrijft de vakpers. Karel Plasman: “De kaarten stonden vroeger aan de rand van het bancaire gebeuren, nu schuiven ze op naar het centrum. Je kan deze industrie niet meer ontwikkelen vanuit eenzelfde centrale punt. Kijk naar de autonijverheid, die is ook ontstaan vanuit verschillende, competitieve omgevingen. De VS observeren vandaag Europa voor de ontwikkeling van financiële chips en smart cards. Wij hebben de verantwoordelijkheid om daarin leiderschap te tonen.”
Visa heeft 650 miljoen kaarten in omloop en op 15 miljoen plekken in de wereld gelden zij als betaalmiddel. De omzet van Visa is 1400 miljard dollar, driemaal het bruto binnenlands product van België. De klant van Visa is een financiële instelling die aan haar eigen klanten een kredietkaart aanbiedt. Vier partijen treden op in deze handel: de kaarthouder en zijn bank, de handelaar en zijn bank. Concurrent American Express werft enkel rechtstreeks zijn eigen kaarthouders. In absolute cijfers blijft American Express klimmen want de totale markt expandeert, in relatieve cijfers daalt het marktaandeel van de prestigieuze Amerikaanse kaart. Karel Plasman: “Onze jaarlijkse groei is groter dan wat American Express heeft als ledenaantal.”
De rechtstreekse of de onrechtstreekse route is een fundamenteel onderscheid: bij de onrechtstreekse route draagt het lid van Visa, bijvoorbeeld KBC, het risico van de wanbetalingen van zijn klant; bij de rechtstreekse route zit de kaartorganisatie zelf met een probleem.
In Europa
zijn 4500 financiële instellingen lid van Visa en onrechtstreeks 145 miljoen kaarten, de cijfers van MasterCard zijn respectievelijk 4750 en 213 miljoen. American Express heeft 10 miljoen Europese kaarthouders. Het ledenaantal van Visa in Europa bleef vrij stabiel over de jongste jaren. Het wereldwijde card sales volume (wat betaald wordt met kaarten) bedraagt 1400 miljard dollar, waarvan 500 miljard dollar in Europa. In card sales volume is Visa de internationale marktleider met 50% van de markt, gevolgd door MasterCard met 30% en American Express met 15%. De zogenaamde personal consumer expenditures wereldwijd lopen voor 11% over de kaart.
In 1998 overschreed Visa voor de eerste maal de twee miljoen kaarten in België. De Belgen geven 174 miljard frank uit (plus 10%) via 46 miljoen transacties. Karel Plasman: “In België bedraagt ons marktaandeel 75%, een record om trots op te zijn.” Nummer 2 is MasterCard met 20%.
Veertig jaar
Op Expo 58 betaalden uw ouders met knisperende bankbiljetten, andere betaalmanieren waren toen sciencefiction of speelgoed. In 1924 waren er metalen betaalkaarten in de VS voor de betaling van brandstoffen. De échte kaart is veertig jaar oud, werd gecreëerd door Bank of America op de Amerikaanse westkust en was meteen een klapper. De toenmalige Amerikaanse bankwetgeving bemoeilijkte interstatelijke banknetwerken en de kaart groeide traag buiten Californië. In 1974 volgde uit Bank of America de International BankAmericard Corporation ( Ibanco) en later (1977) Visa International om het blauw-wit-goudenbetaalmiddel wereldwijd te promoten. MasterCard ontstond rond dezelfde tijd in de VS.
Visa heeft 5000 medewerkers die de betalingen controleren, het merk promoten, het systeem beheren en de spelregels opvolgen. Gemiddeld werken er 5 à 10 mensen bij de leden-banken voor het product Visa. Met zijn rechtstreekse en onrechtstreekse medewerkers is Visa een dienstenmultinational met ruim 100.000 tewerkgestelden. De toetredingssom tot Visa is, zegt de vakpers van de kaartenindustrie, 100.000 dollar. De leden betalen nadien een honorarium op basis van het aantal kaarten en het aantal transacties. De kost voor de bank is 1,5 à 2% per kaarttransactie. Visa International Europe wil op drie jaar 25% onder de kostprijs zitten van Europay (MasterCard in Europa). Vandaag is dat 10%.
Na de ruilhandel,
de schelpen, de munten, de middeleeuwse papieren betaalbeloften, het moderne geld van centrale banken is het puur elektronisch betalen in snelle opmars. Karel Plasman ziet een global village met verscheidene wijken: “Het bruto binnenlands product van de huidige 11 euroleden is min of meer gelijk aan dat van de VS, het BBP van de 15 en later van de 22 lidstaten zal klimmen boven dat van de VS. Binnen de euromarkt concentreren de banken, zij groeien van nationaal naar internationaal en soms tot wereldspeler. Een concentratie als die van Fortis met Generale Bank, ASLK, VSB, MeesPierson verandert mee het aanzicht van de betaalsector. Maar ook de mogelijkheden van de kaart veranderen snel. De magnetische strip van de kaart wordt een chip met een gegevensvoorraad die honderdmaal hoger ligt. De kaarten worden meer gesegmenteerd, 20% van de kaartklanten brengt gemiddeld 80% van de winst aan. In het Verenigd Koninkrijk worden persoonlijke leningen geënt op de kredietkaart, veel meer dan op het vasteland. Dat zal veranderen want de back office van een kaart is eenvoudiger dan de back office van een klassieke persoonlijke lening. De kaartenactiviteit binnen de retail is een goeie winstbron voor een bank. John Reed van Citigroup beweert dat 20 à 25% van de nettowinst van zijn bank resulteert uit de kaartenactiviteit.”
Sterk merk
De waarde van een merk in de betaalbranche is zeer belangrijk. De Financial Times raamt de waarde van het merk Coca-Cola op 50 miljard dollar, dat van Nescafé op 10 miljard dollar en Visa situeert zich in die brede zone, stelt Karel Plasman. Het vakblad Interbrand zet Visa op de veertiende plaats. Bij de topmerken in de financiële diensten is de rangorde, Visa, American Express, MasterCard, Thomas Cook, Diners Club. De leden van Visa geven jaarlijks gemiddeld 25 miljoen dollar uit voor gecoördineerde promoties van de merknaam.
Moet Visa zich in de toekomst beperken tot betalingenverwerker of controleur van de betalingen voor de leden? Karel Plasman: “Wij willen een veel bredere rol blijven spelen want er bestaat een grote eensgezindheid over onze toegevoegde waarde en de sterkte van ons merk.” De payment processor van Visa (en MasterCard) in België is Banksys, in Nederland Interpay, in Duitsland doet Deutsche Bank veel werk voor andere banken, in Spanje zijn er enkele verwerkers aan de slag enzovoort. “Concentraties zijn te verwachten want de verwerkers zoeken schaalvoordelen binnen de EMU,” meent Karel Plasman.
“De start van de euro past in ons kraam want iedereen tracht wereldwijd de betaalwijzen compatibeler te maken. De euro stimuleert de groei van de kaarten,” beweert Karel Plasman. “Kaarten worden in jonge markten traditioneel meer gebruikt voor betalingen in het buitenland dan in het binnenland. De euro slecht voor een essentiële markt de scheidingslijn tussen binnenlands en buitenlands gebruik. In Europa zijn er nog altijd meer debet- dan kredietkaarten en de euro bevordert de verschuiving naar meer kredietkaarten. Europa is overbanked en de debetkaart drukt de kosten van de Europese banken, vandaar dat zij bevoordeligd werd in de kaartenmarketing. Door de euro leer je vandaag sterker aanvoelen wat de prijs van producten in Europa is. Na een aankoop staat 100% informatie op je afrekening. Ik onderschat echter de menselijke weerbarstigheid voor vernieuwing niet. Zelfs vijftig jaar na de Nouveau Franc in Frankrijk wordt daar soms nog mentaal gerekend met oude franken. De volgende kaartgeneratie is de relationship card: niet alleen voor de betalingen, ook voor de telefoon, voor de getrouwheidskaart in de supermarkt, voor het afsluiten van een hypotheek. Je zal een eigen bank meedragen in de geldbeugel. Wie kan in zo’n situatie nog rekenen op de automatische trouw van zijn klanten? Met de chip kan je weliswaar de betrekkingen met miljoenen kaarthouders op maat maken. Vroeger was het aanbieden van de kaart een strijd om de massa. Nu is de strategie fijnmaziger, meer gericht op typische klantenprofielen.”
FRANS CROLS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier