Weng-Chong in de States

De beste Chinese golfer beleeft een mooi avontuur.

De Chinees Liang Weng-Chong is de geschiedenis van de Chinese golfsport aan het schrijven. Op zijn 32ste klom hij onlangs op naar de 64ste plaats in de wereld (ter vergelijking: de Belg Nicolas Col-saerts is 116de).

Bij het grote westerse publiek is hij onbekend, maar Weng-Chong zet de andere Chinese profspelers, die veel dieper in het wereldklassement staan, helemaal in de schaduw. Tijdens het recente US PGA Championship werd hij trouwens verrassend achtste, op het parcours van Whistling Straits in Wisconsin. De Chinees verbeterde daar de derde dag zelfs het parcoursrecord toen hij een kaart van 64 indiende, acht slagen onder de par.

Weng-Chong was in 2007 de eerste Chinees die de Asian Tour won. Meteen was hij een held in zijn land, dat zich hard inspant om de golfsport te ontwikkelen. Op het Aziatische continent grossiert hij in toernooizeges, en als hij in Europa of de States gaat spelen is jetlag het grootste probleem. “Mijn doel is nog altijd hetzelfde: bewijzen dat China uitstekende golfers heeft”, zegt hij, hoewel er in de top 500 van de wereld geen enkele andere Chinees genoteerd staat.

Het US PGA Championship was de vierde keer dat Weng-Chong was uitgenodigd naar een major. Twee keer raakte hij al verder dan de cut, maar deze keer liet hij ook zien wat hij echt in zijn mars heeft. In de eerste twee ronden speelde hij zeer onzeker, en ook deze keer overleefde hij maar net de cut. Maar in de derde ronde sloeg hij acht birdies: hij bereikte tien fairways op veertien en had maar zes keer meer dan één putt nodig.

Liang Weng-Chong woont in Zhong-shan, in het zuiden van China. Daar legde Arnold Palmer in 1984 het allereerste golfterrein van de nieuwe generatie aan. Liang leerde er als knaap golfen op het parcours van de Zhongshan Hot Spring Golf Club. Hij is maar 1m75 groot en weegt 71 kilo. Daarmee beantwoordt hij niet meteen aan het ideaalbeeld van de fysiek zeer sterke westerse golfspeler. “Ik merkte dat ik mijn beste resultaten neerzet als ik mezelf niet onder druk zet”, weet Weng-Chong. “Pas als ik helemaal kan ontspannen, vind ik mijn ideale speelritme.”

Als hij op een toernooi aankomt, dan beperkt hij zijn verkenning van het terrein tot twee dagen. Zo ook op Whistling Straits, waar hij indruk maakte bij de journalisten toen hij zijn spelfilosofie toelichtte. En bij de organisatoren veroorzaakte hij vooral paniek omdat ze geen tolk hadden voorzien. Weng-Chong spreekt immers alleen Chinees.

John Baete

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content