WEL WILLEN, MAAR…
Bedrijven zijn tuk op Aarschot. En het stadsbestuur is al even tuk op bedrijven. En toch ziet de Demerstad vijfhonderd arbeidsplaatsen voor zijn neus verdwijnen.
Zeventien hectaren industrieterrein extra, in de industriezone Nieuwland. Daar draait het allemaal om in Aarschot. “We hebben al bedrijven moeten weigeren. Maar nu moeten we er zelfs laten gaan. En dat is toch nog veel erger,” zucht de Aarschotse schepen van Plaatselijke Economie Frans Deboes ( CVP). Deboes, overigens zelf zaakvoerder van de plaatselijke stomerij-wasserij De Parel, goed voor vijftien jobs, krijgt er grijze haren van. Drie jaar ligt het stadsbestuur al in de clinch met de Vlaamse regering. En in de eerste plaats met minister van Ruimtelijke Ordening Eddy Baldewijns ( SP). “Om de eerste nood van de bedrijven te lenigen, willen we de industriezone Nieuwland met zeventien hectaren uitbreiden,” verduidelijkt schepen Frans Deboes. “Maar die zone is geklasseerd als waardevol agrarisch gebied. In een wijziging van het gewestplan komt voorlopig geen schot.”
De aanslepende procedure heeft zeer concrete gevolgen voor de Demerstad. Eerst vertrok de pijlsnelle groeier Frisk naar Haasrode. Het bedrijf kon niet langer wachten op een eventuele uitbreiding. Honderd werknemers vertrokken mee naar het Leuvense. De volgende in de rij is Cetech, een producent van hoogtechnologische machines. De eveneens snelle groeier trekt met 25 werknemers naar Tienen.
Maar vooral de verplaatsing van Dönne & Hellwig naar Heist-op-den-Berg is een zware slag voor Aarschot. De Duitse specialist in verpakkingswerk wou zich vlakbij batterijenproducent Duracell op de Aarschotse industriezone vestigen. Dönne & Hellwig wordt immers het Europees distributiecentrum voor Duracell. “Het Europees distributiecentrum wou vlakbij het productiebedrijf zijn. Door gebrek aan industriegrond zijn we 500 jobs kwijt,” zucht Frans Deboes. Te meer daar Dönne & Hellwig werk belooft voor laaggeschoolden. “De werknemers in Aarschot hebben een goede reputatie,” verklaart Frans Deboes de hoge interesse van bedrijven. “Er wordt nauwelijks gestaakt. Die laaggeschoolden zijn vaak seizoenarbeiders en mijnwerkers. Dat zijn harde werkers, die trouw zijn aan hun bedrijf.”
Die bewering wordt gestaafd door de duidelijk lagere interesse van bedrijven voor Tienen, Diest, Landen. Op nauwelijks twintig kilometer van Aarschot is daar genoeg industriegrond vrij. Toch laten ondernemers die links liggen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier