Wel vervroeging? Geen vervroeging!

Even leek het erop dat de meeste werkgevers en vennootschappen die maaltijdcheques toekennen aan hun werknemers of bedrijfsleiders, de nieuwe mogelijkheid om de kostprijs tot beloop van maximaal één euro in aftrek te brengen, een maand eerder zouden kunnen toepassen. Maar de wetgever gunt hun dit fiscale snoepje dan toch niet. De aftrek blijft slechts mogelijk vanaf februari van dit jaar. Waarover gaat het?

Maaltijdcheques worden tot nog toe beschouwd als belastingvrije ‘sociale voordelen’. Althans voor zover zij aan bepaalde voorwaarden voldoen. Over die voorwaarden is in het verleden veel te doen geweest. Uiteindelijk besliste de fiscale administratie de voorwaarden te volgen waaronder maaltijdcheques op sociaal gebied – in het socialezekerheidsstelsel van de werknemers – niet als bijdrageplichtig loon worden beschouwd. Maaltijdcheques die aan deze voorwaarden voldoen zijn dus enerzijds op sociaal gebied vrijgesteld van sociale bijdragen, en blijven anderzijds ook belastingvrij.

De regeling inzake maaltijdcheques is op fiscaal gebied niet beperkt tot werknemers. Ook aan zelfstandige bedrijfsleiders kunnen belastingvrije maaltijdcheques worden toegekend. De voorwaarden die de belastingadministratie daartoe uitwerkte zijn afgekeken van, en dus vrijwel vergelijkbaar met, de sociale voorwaarden die op het gebied van werknemers gelden.

In hoofde van zelfstandige bedrijfsleiders worden maaltijdcheques die aan deze voorwaarden voldoen, bijgevolg eveneens aangemerkt als belastingvrije sociale voordelen.

Sociale voordelen zijn fiscaal vrijgesteld in hoofde van de genieters. Keerzijde van de medaille is, dat de kostprijs in hoofde van de werkgever of vennootschap fiscaal niet als beroepskost aftrekbaar is.

Een van de voorwaarden waaronder maaltijdcheques zowel op sociaal als op fiscaal gebied de voormelde voorkeursbehandeling genieten, luidt, dat de bijdrage van de werkgever of vennootschap in de kostprijs van de maaltijdcheques niet hoger mag zijn dan een bepaald plafond. Tot eind vorig jaar lag de grens op 4,91 euro. Zij werd vanaf begin dit jaar met 1 euro verhoogd tot 5,91 euro. In het kader hiervan besliste de regering (op verzoek van de sociale partners) dat deze verhoging niet alleen maar ten laste moest komen van de werkgevers. Vandaar dat van de economische herstelwet van 27 maart 2009 gebruik werd gemaakt om de bijdrage van de werkgever of vennootschap in de kostprijs van maaltijdcheques tot beloop van maximaal 1 euro toch als een fiscaal aftrekbare beroepsuitgave te aanvaarden. Althans voor zover de maaltijdcheques voldoen aan de voorwaarden om als een belastingvrij sociaal voordeel te worden beschouwd.

De nieuwe regeling werd van toepassing verklaard met ingang van 1 februari 2009. Zij is niet enkel van toepassing ten aanzien van werkgevers of vennootschappen die hun bijdrage effectief met 1 euro hebben verhoogd. De aftrek geldt voor iedereen. Dus ook voor de werkgevers of vennootschappen die hun bijdrage helemaal niet hebben verhoogd. Dat werd door de minister van Financiën tijdens de parlementaire voorbereiding uitdrukkelijk bevestigd. Zijn administratie heeft het voor zover als nodig inmiddels ook nog eens bevestigd.

Een ander probleem is de juiste fiscale kwalificatie. Tot nog toe beschouwt de administratie maaltijdcheques onder de gestelde voorwaarden als vrijgestelde sociale voordelen. Maar de rechtspraak besliste in verschillende gevallen dat het eigenlijk om gewone belastbare bezoldigingen gaat.

Vandaar dat nu van het wetsontwerp houdende fiscale en diverse bepalingen gebruik wordt gemaakt om een punt te zetten achter deze (in hoofdzaak theoretische) discussie. Voortaan worden de maaltijdcheques die aan de gestelde voorwaarden voldoen, fiscaaltechnisch niet langer als sociale voordelen beschouwd, maar wel als voordelen die ingevolge een nieuwe autonome wetsbepaling van belasting worden vrijgesteld.

De wetswijziging is louter theoretisch. Want het resultaat blijft hetzelfde: geen belasting bij de genieter, en geen aftrek bij de toekenner; opnieuw op maximaal 1 euro na.

Maar de schrijvers van het wetsontwerp verklaarden de wetswijziging van toepassing vanaf het aanslagjaar 2010. Op het gebied van de aftrek van maximaal 1 euro zou dit betekenen, dat deze aftrek – bij vennootschappen die hun boekjaar per kalenderjaar voeren – al vanaf 1 januari 2009 van toepassing zou worden (in plaats van vanaf 1 februari 2009). Zoals gezegd, vindt dit niet plaats. In de kamercommissie is inmiddels een amendement ingediend én goedgekeurd dat de aftrek van maximaal 1 euro opnieuw, zoals oorspronkelijk gepland, pas vanaf 1 februari 2009 in werking laat treden.

DE AUTEUR IS ADVOCAAT EN HOOFDREDACTEUR VAN FISCOLOOG.

Jan Van Dyck

Maaltijdcheques zijn voortaan via een ‘autonome’ wetsbepaling vrijgesteld van belasting.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content