“Wees maar zeker: Mitiska heeft nog een toekomst”

“We hebben de jongste maanden keihard gewerkt om het schip drijvende te houden,” zeggen Luc Geuten en Léon Seynave in een zeldzaam interview met Trends. “We staan niet langer met onze rug tegen de muur. Momenteel werken we parallel aan diverse transacties. Als er zelfs maar eentje doorgaat, zitten we weer veilig. En dan komt Mitiska naar buiten met een vernieuwde strategie.”

Besparen is de regel. Op het Spartaans ogende hoofdkantoor van Mitiska in Ternat, dat nauwelijks vier werknemers telt, krijgen we spaarzaam koffie en broodjes geserveerd. Maar de verbetenheid en de drang om te winnen laten Luc Geuten en Léon Seynave niet los. In alle toonaarden ontkent het onafscheidelijke duo, beiden net geen zestig, dat ze na de rampjaren 2001 en 2002 nog steeds versuft in de touwen bengelen.

De markt percipieert dat anders. De beurskoers donderde van een piek van 33,1 euro in 1999 naar 2,86 euro vorige week donderdag. Niet alleen door de slechte cijfers. Ook het gebrek aan communicatie schrikt de belegger af. Van dat laatste verwijt willen Geuten en Seynave niet weten. In één van hun uiterst zeldzame interviews namen ze drie uur de tijd voor Trends. Daarin ontkennen ze niet dat er spanningen geweest zijn met hun partners. Maar ze ontvouwen een grafiek waaruit moet blijken dat er ook in de beste huwelijken wel eens spanningen voorkomen. Die curve glijdt van glee (opperste geluk), via me, tot een absoluut dieptepunt met fee. En dan wordt de basis van het succes gelegd tot een symbiose in we.

Blijft de drive anno 2003 die van 1974? In dat pioniersjaar vochten Luc Geuten en Léon Seynave als verkopers in hun eerste winkel, Carpetland, onderling een felle strijd om het grootste aantal bestelbonnen én het grootste aantal fooien. Dat vriendschappelijke duel transformeerde tapijtketen Carpetland tot een speler van Europees niveau. De mosterd haalde het duo in Denemarken, waar entrepreneur Jorn Jensen van de tapijtketen Jensen Taeppeland een hoofdspeler maakte. Via een joint venture met de Deen werd tapijt als betaalbaar massaproduct ook bij ons decennialang een succesformule. In België en Nederland werd Carpetland marktleider, ook in Frankrijk en Zwitserland werden aardige posities uitgebouwd.

Dat was echter maar een begin voor de twee ingenieurs uit Harelbeke en Doornik. Het imperium werd drie decennia onverstoorbaar uitgebouwd met klinkende namen als Pizzaland, New Vanden Borre, Decor Heytens en Bran- tano. Luc Geuten en Léon Seynave werden de wonder boys van de Vlaamse distributie. De ultieme bekroning kwam in juni 1999, met een notering op de Brusselse beurs van Mitiska, de overkoepelende holding waarin beide baanwinkelkoningen hun participaties hadden gebundeld.

Hun recept is even eenvoudig als geniaal. Geuten en Seynave gaan op zoek naar familiale entrepreneurs in de non-foodsector die met groeipijnen kampen of een steuntje kunnen gebruiken om hun succesformule uit te bouwen. Die ondernemers krijgen via de participatie van Mitiska financieel en strategisch zuurstof. Tegelijk mogen ze rekenen op de managementervaring en de expertise inzake vastgoed. “Essentieel in onze strategie is dat de familiale ondernemer aan het roer blijft en instaat voor de dagdagelijkse leiding,” zegt Luc Geuten. “Zonder de figuur van Bart Coeman zouden wij bijvoorbeeld nooit in de seizoenswinkelketen Fun zijn gestapt. Wij houden ons daarnaast voornamelijk bezig met de zaken die binnen zes maanden en meer moeten gebeuren.”

Regel één: zoek dekking

Een kwarteeuw liepen de zaken gesmeerd. Maar toen liep het sprookje in Duitsland op de klippen. Toegegeven: het wonderduo zette begin 2000 een stapje opzij. Eeuwige luitenant JanDe Nys, sinds 1984 actief binnen Mitiska, mocht zich als chief executive officer (CEO) op het hoogste schavotje hijsen. Met hem kregen ook de Nederlanders Jan Snater en Hans Nijstad een topfunctie. Zij hadden hun sporen binnen Carpetland verdiend. De baanwinkelkoningen nestelden zich in het pluche van de bestuurszetel, als voorzitters van de raad van bestuur.

“We schuiven de schuld niet op het management,” antwoordt Luc Geuten. “We hebben die beslissing in groep genomen.”

Maar Jorn Jensen zag die evolutie met argwaan tegemoet. “Het nieuwe management leed aan een Cassius Clay-complex. Ze wilden absoluut de grootste zijn,” knort de inmiddels 80-jarige Deen en entrepreneur achter de formule Jensen Taeppeland. Het nieuwe management kreeg meteen een mokerslag van formaat. Regel één van de bokssport zegt nochtans om in alle omstandigheden de dekking te verzorgen. De slag die doorkwam, was een uppercut op het puntje van de kin en Mitiska hing meteen uitgeteld in de touwen. Jorn Jensen kan het niet langer aanzien, en liet in juli jongstleden aan Trends verstaan dat hij zo snel mogelijk af wil van zijn participatie in Interiors for Europe (IFE).

Want via dat vehikel waagde Mitiska de sprong naar Duitsland. Mitiska engageerde zich voor 32 miljoen euro in Interiors for Europe. De partners waren de Vlaamse investeringsmaatschappij Gimv (15,5 miljoen euro) en ouwe getrouwe Jorn Jensen. Die participeerde voor 11,15 miljoen euro.

Het debacle bij de oosterburen startte in juli 2000 met een participatie van 50 % in de keten Frick Teppichboden Supermärkte GmbH. De andere aandeelhouder was de Duitse distributiereus Rewe. In dat jaar volgden nog twee overnames, van de ketens Topwert en Wand und Boden. Goed voor een omzet in 2000 van respectievelijk 119, 31 en 35 miljoen euro. De tapijtenverkoper verdubbelde in omvang, de Vlaamse distributeur zou de stap zetten van een regionale naar een Europese speler. Interiors for Europe werd met bijna 200 winkels één van de marktleiders voor vloerbedekking in Duitsland.

“We kochten Frick op het moment dat de beurs in Frankfurt op zijn hoogste peil stond,” schetst Luc Geuten het hebberige klimaat in dat wondere millenniumjaar. “Niemand wist dat het daarmee zou ophouden. Private equity-investeerders stonden te drummen om het dossier niet te missen. Het was een schuldenvrije overname. En we hadden een brief van ABN Amro waarin stond dat de bank het volledige bedrag dat wij hadden geïnvesteerd – met andere woorden 32 miljoen euro – wou betalen in ruil voor slechts 27,5 % van de aandelen van Interiors for Europe. Alle papieren waren klaar. En dan zakte plots die conjunctuur in elkaar.”

Bij de overname werd het lokale management opzijgezet, de nieuwe Geschäftsführer werd de Nederlander Hans Nijstad. Met in zijn kielzog de andere noorderbuur Jan Snater. Ook Jan De Nys hield vanuit Ternat mee de vinger aan de pols.

Maar in november 2001 stapte Nijstad op. In februari 2002 werd het management volledig omgegooid. Léon Seynave werd weer CEO bij Interiors for Europe, Nijstad mocht opkrassen. Geuten werd weer CEO van Mitiska, Jan De Nys probeerde in Duitsland nog de meubels te redden. Mitiska stelde zich in tweede lijn borg voor een bedrag ter waarde van 25 miljoen euro. In maart 2002 werd de Duitse participatie met één pennentrek integraal afgeschreven. Nog in die maand vroeg Frick een gerechtelijk akkoord aan. In drie maanden zou, op voorwaarde dat er drastische maatregelen werden doorgevoerd, de kaspositie moeten verbeteren. Maar in juni volgde het faillissement. Mitiska verloor zijn 25 miljoen euro. Een curator in Heidelberg mag de boel nu opkuisen.

Mitiska had geen deep pockets om de verliezen te stelpen. “We hadden inderdaad een kapitaalkrachtige partner moeten hebben,” zucht Luc Geuten. Bovendien verviel in juni 2002 een putoptie van Rewe bij Frick. Mitiska stelde zich in tweede lijn borg voor die putoptie ter waarde van 15,9 miljoen euro, maar die wordt juridisch aangevochten. En als toetje eiste ook de Gimv het geld terug dat ze in IFE stak. Van de 15,5 miljoen moet Mitiska 11,85 miljoen euro terugbetalen einde maart 2004.

De oosterburen slingeren vandaag nog verwijten richting Mitiska in Ternat. Bij één concurrent kon er alleen een cynische bulderlach af, bij de vraag waarom de ketens Frick, Topwert en Wand und Boden werden gekocht. Een aankoop zonder logica, geen enkele door Trends gecontacteerde Duitse speler zou een eurocent in Frick hebben gestoken.

De conjunctuur kon zelfs niet als excuus dienen, ook al viel die tegen. 2002 en 2003 waren ronduit dramatisch. Het consumentenvertrouwen zakte tot ver onder het vriespunt. Maar de tapijtmarkt boert al sinds 1996 achteruit. Volgens het gespecialiseerde studiebureau Intercontuft sleet Duitsland in 1996 nog 202 miljoen vierkante meter tapijt. Dat cijfer krimpt naar alle verwachting in 2003 tot een onwaarschijnlijke 135 miljoen vierkante meter.

“Die tapijtenmarkt ging inderdaad achteruit. Maar daarom hadden wij nu net nieuwe producten aan ons gamma toegevoegd,” antwoordt Léon Seynave. “Zoals parket, decoratie en laminaat. Als je de nummer één kan zijn op een volwassen markt, verdwijnen de kleintjes. En dan kan je toch met een strikt kostenbeheer rendabel werken.”

Maar ook dat scherpe prijzenbeleid maakte de Duitsers nijdig, omdat de markt werd kapotgemaakt. Schampert een concurrent: “Met een vierkante meter tapijt voor soms nog geen twee euro kon je nooit uit de rode cijfers geraken. Een poetsvod was duurder dan een vierkante meter tapijt bij Frick.”

En ook organisatorisch was het één grote chaos. Frick, Topwert en Wand und Boden hadden verschillende concepten, assortimenten, winkeloppervlaktes. Interiors for Europe wou veel te snel die drie sterk uiteenlopende formules integreren. “We hadden ons inderdaad moeten beperken tot één overname, die van Frick,” zucht Luc Geuten. “Maar het was zo verleidelijk. De twee andere ketens sloten geografisch perfect aan bij Frick. Maar we hebben misschien wel te veel risico’s genomen. Ik beschouw Duitsland in elk geval als de zwaarste tegenvaller in mijn ondernemersloopbaan.”

Wanneer gaat de gong?

De slag kwam zeer hard aan en deed Mitiska wankelen. Nog een beetje versuft hoorden Geuten en Seynave de scheidsrechter aftellen. Mitiska moest dringend liquiditeiten vrijmaken om de schulden af te betalen. De voor de hand liggende oplossing, ook volgens de banken en analisten, was de verkoop van de participatie van 41,35 % in schoenendistributeur Brantano.

Geuten en Seynave stonden zelf niet echt achter deze operatie. “We moesten het vertrouwen van de banken winnen en met een concreet bod in de hand was dat een stuk makkelijker,” verantwoordt Geuten.

In samenspraak met de banken gingen Geuten en Seynave tegelijk parallel onderhandelen om andere activa te gelde te maken. Eind juni vorig jaar kondigde Mitiska onverwachts de alliantie van Carpetland met de Britse sectorgenoot Carpetright aan. De beursgenoteerde tapijtenketen verwierf daarmee 50 % van de operaties in de Benelux en 100 % van het vastgoed in België en Nederland. Deze operatie bracht bijna 50 miljoen euro in het laatje, wat de ergste nood bij Interiors for Europe lenigde.

Maar de alliantie was geen lang leven beschoren: amper vier maand later werd ook het resterende belang van 50 % verkocht aan de marktleider in het Verenigd Koninkrijk. De kassa rinkelde nogmaals voor 12 miljoen euro. “In tegenstelling tot wat veel mensen denken, was dit scenario in twee fasen niet vooraf uitgetekend,” zweert Léon Seynave. “Het was echt de bedoeling om die 50-50 te houden, maar de CEO, Lord Harris of Peckham, wou het bedrijf op zijn eigen manier leiden en daar konden wij ons niet mee verzoenen. Hij heeft trouwens een premie betaald op het resterende belang van vijftig procent.”

Opnieuw in de aanval

Onlangs kwam er nog eens zaad in het bakje van Mitiska. De participatie van 4,91 % in de beursgenoteerde vastgoedbevak Retail Estates werd verzilverd. Weer kwamen er 3,8 miljoen euro nieuwe middelen. Het stabiliseerde min of meer de toestand van Mitiska. Maar voor de verschillende partners was dat nog onvoldoende, want door de zwakte van Mitiska dreigde hun snelle groei te stokken. Luc Geuten ontkent ook niet dat er wrijvingen zijn geweest met sommige partners. Noodgedwongen ging hij op zoek naar externe investeerders om zijn partners verder te helpen. Voor een resem participaties bengelt Mitiska vandaag ergens in de fase tussen de fee en de we. Het gesprek met Trends kwam er overigens na bemiddeling van Bart Coeman van de keten Fun.

Voor Idé, dat actief is in de woninginrichting en al veel langer aan een chronische onderkapitalisatie leed, werd de reddende hand uitgestoken door de Franse groep Gifi. Na inschrijving op een kapitaalverhoging verwierf deze beursgenoteerde groep een participatie van 50 % in Idé. Maar er werd ook een call- en een putconstructie opgezet, waardoor de kans zeer groot is dat Gifi op middellange termijn het resterende belang van 50 % zal overnemen. “Het concept werd ook met succes bijgestuurd, want sommige winkels hebben hun omzet gewoon verdubbeld,” voegt Geuten eraan toe.

Ook de speelgoed- en seizoenartikelenwinkels van Fun doen het zeer goed. Met de steun van Mitiska groeide deze familiale onderneming uit tot een keten van 23 vestigingen. “Maar er zijn nog veel opportuniteiten op deze sterk gefragmenteerde markt,” zegt gedelegeerd bestuurder Bart Coeman. “Gezien de ontwikkelingen bij Mitiska gingen we gezamenlijk voor extra middelen aankloppen bij Fortis Private Equity, dat voor een injectie van 5 miljoen euro zorgde. Het geld is welkom, want we hebben intussen een paar overnames in de pijplijn zitten en daarnaast willen we ook nog een franchisenetwerk uitbouwen.”

“We hebben de jongste maanden keihard gewerkt om het schip drijvende te houden,” zeggen Léon Seynave en Luc Geuten. “We staan niet langer met onze rug tegen de muur. Momenteel werken we parallel aan meerdere transacties. Als er zelfs maar eentje doorgaat, zitten we weer veilig. En dan komen we weer naar buiten met een vernieuwde strategie. Wees maar zeker: Mitiska heeft nog een toekomst.”

Wolfgang Riepl

Geuten en Seynave werden de ‘wonder- boys’ van de Vlaamse distributie, tot het sprookje in Duitsland op de klippen liep.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content