WEDSTRIJD. Dorp in de stad
De laureaat voor Wallonië : de Ecole des Hautes Etudes Commerciales (HEC) in Luik.
De Luikse ekonomische hogeschool (Ecole des Hautes Etudes Commerciales, of kortweg HEC) zocht enkele jaren geleden een nieuwe vestigingsplaats. Eerst werd gedacht aan uitwijken naar de universiteitsvestiging Sart-Tilman. Maar bouwheer en architekten besloten de school in de stad te houden, op de terreinen van het voormalige klooster van Beauregard.
SCHOOLSTRIJD.
Op die plaats bevond zich een gebouw uit de 17de eeuw, en een kapel uit dezelfde periode. Net als bij het gebouw van De Volksverzekering (DVV) in Brussel, stonden de architekten (de Luikenaars Bruno Albert en Camille Ghysen) voor een opdracht die veelomvattender was dan het ontwerpen van een school. Voor de 1200 leerlingen en 100 leraars moest een soort dorp in de stad uitgetekend worden. Hiervoor gingen de architekten te rade bij het grondplan van het klooster. Op de plaats van de oorspronkelijke hoofdweg binnen de kloostermuren ontwierpen Bruno Albert en Camille Ghysen de centrale hal : een langgerekte foyer die het gebouw in twee verdeelt, de docentenzijde langs de straatkant, de leslokalen aan de achterzijde. Het pad naar het bewaarde 17de-eeuwse pand werd een galerij in glas.
BEELDENSTORM.
Wie beweert dat het gebouw van HEC er zonder slag of stoot is gekomen, doet echter de waarheid geweld aan. Lange tijd duurde het voor de overheid de nodige financiën (475 miljoen frank) vrijmaakte. En ook het verkrijgen van een bouwvergunning liep niet van een leien dakje.
Dé grote diskussie tijdens de werken betrof echter het al dan niet behouden van de unieke kloosterkapel. De oorspronkelijke plannen voorzagen de afbraak van dit gedeelte. Architekt Bruno Albert vatte echter het plan op er de biblioteek in onder te brengen. De renovatiewerken van de kapel zouden volgens een eerste, oppervlakkige schatting zowat 15 miljoen frank kosten. Net geen onoverbrugbaar probleem voor het toch vrij krap uitgemeten budget.
Een grondigere studie sprak echter al gauw van een kostprijs van meer dan 30 miljoen frank. Onbetaalbaar met de beschikbare middelen. Men kon maximaal 28.000 frank per m² uitgeven voor de renovatie, of een totale som voor de kapel van 18 miljoen. Een ultieme poging om de kapel via een minder ver doorgedreven opknapbeurt te redden, mislukte : ook deze oplossing zou de school 24 miljoen kosten. Of nog steeds 25 % te veel.
De afbraak van de kapel viel niet te vermijden. Van het behoud ervan een breekpunt maken, zou betekend hebben dat het hele HEC-projekt op de helling kwam te staan. Gelukkig waren er voor de renovatie van het hoofdgebouw van het voormalige klooster wel fondsen beschikbaar. Voor de opknapbeurt tekende aannemer Foulon, voor de bouw van het nieuwe gedeelte van de HEC-school werkten aannemers Moury en Galere samen. In het kloosterpand werd de mediateek ondergebracht.
STUDENTENBUURT.
De zinken bekleding langs de achterzijde en op het dak van het gebouw was een idee van Bruno Albert. Deze materie kontrasteert nauwelijks met het bestaande gebouw uit de 17de eeuw. De voorgevel van de HEC-school werd bedekt met grijze en rode natuursteen om het gebouw te integreren in het straatbeeld.
Aan dat straatbeeld is het voorbije jaar wel meer veranderd dan de voorgevel van het HEC-gebouw. Wat eens een dode stadswijk dreigde te worden, kreeg nieuw leven ingeblazen. De aanwezigheid van studenten en docenten lokt ook handelaars naar de Beauregard-buurt. Gebouwen in de omgeving worden gerenoveerd om als studentenverblijf of handelszaak gebruikt te worden.
Om deze en tal van andere redenen kende de jury het gebouw de titel “Bedrijfspand van het Jaar 1995” toe. Niet de eerste bekroning voor de HEC-school trouwens. Voor het behoud van een stuk historisch patrimonium had de Europese Kommissie het initiatief al eerder (in 1992) de titel “pilootprojekt” gegeven. En in 1994 kende de stad Luik de school de “Prijs voor Stedebouw” toe.
Geert Wellens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier