WEDSTRIJD. Bedrijfspand ’95
De laureaten : het gebouw van De Volksverzekering (DVV) in Brussel en van de Ecole des Hautes Etudes Commerciales (HEC) in Luik.
Wie een wedstrijd organizeert, wil een winnaar bekronen. Het is met “Het Bedrijfsgebouw van het Jaar” niet anders. ImmoTrends zocht en vond de voorbije weken, in Vlaanderen en Wallonië, die nieuwe of vernieuwde gebouwen die net dat tikkeltje meer hebben dan de andere. Kwalitatief hoogstaande en duurzame panden, gebouwen die de filozofie van een bouwheer, een onderneming of een architekt weerspiegelen, en aandacht hebben voor de omgeving. Projekten met een statement.
VOX POPULI.
De 8 gebouwen die de redaktie van ImmoTrends in de loop van de maand maart voorstelde (meer bepaald in Trends nummer 10 en nummer 12 van respektievelijk 6 en 20 maart), werden eerst aan uw oordeel onderworpen. Uit de talrijke reakties (zowat 500 lezers vulden een stemformulier in) bleek een grote waardering voor wat de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel, de GOMB, met de Solvay-biblioteek in het Brusselse Leopoldpark heeft gedaan. De minutieuze renovatie van dit art nouveau-pand charmeerde heel wat lezers. Solvay was voor het publiek de nummer 1.
Achter Solvay waren de verschillen klein. In Vlaanderen kregen we een nek-aan-nek-race tussen de gebouwen van De Volksverzekering en Stedec (Roeselare), in Wallonië was er nauwelijks een verschil in stemmen tussen de Ekonomische Hogeschool HEC in Luik en het bewaarcomplex voor boomzaden in Marche-en-Famenne.
De jury en de Raad der Wijzen toonden echter een duidelijke voorkeur voor DVV en HEC. Een optelsommetje van de publieksbeslissing en de uitspraak van onze “éminences grises” zorgde voor het gekende resultaat.
OPEN EN BLOOT.
Met het DVV-gebouw in de Brusselse Jozef II-straat heeft onze wedstrijd ongetwijfeld weer een laureaat van formaat. De verzekeringsmaatschappij uit de kristelijke zuil stond voor de uitbreiding van haar pand alvast niet voor een makkelijke opdracht. Het bestaande DVV-gebouw langs de Livingstonelaan zou behouden blijven. De rest van de panden op het rechthoekige terrein gevormd door de Jozef II-straat, de Filips De Goedestraat, de Simon Stevinstraat en de Livingstonelaan (ateliers, een kantoorgebouw verhuurd aan Procter & Gamble, en een 4-tal verkrotte huizen) moesten verdwijnen om plaats te maken voor een nieuwbouwgedeelte.
De Groep Planning stelde voor de samenstelling van het bouwblok te behouden, maar het geheel te herschikken. De voormalige Procter-vestiging stak te hoog uit boven de andere gebouwen en zou vervangen worden door een beter geïntegreerde konstruktie. Centraal zou een binnenruimte vrijgemaakt worden, en het kantoorgedeelte ging één blok vormen langs de Jozef II-straat.
Het ontwerp voorzag in een heel open en doorzichtig gebouw. Bedoeling was de buurt te betrekken bij wat er zich in het pand afspeelde. Vandaar de refter op de gelijkvloerse verdieping langs de Jozef II-straat. Vandaar ook de centrale agora en open binnenkoeren vol groen.
Het ontwerp was echter allerminst traditioneel. De stedebouwkundige dienst van Brussel had dan ook bezwaren tegen het voorstel van de Groep Planning : de doorzichtige struktuur en het feit dat de voorgevel geen gesloten geheel vormt, stuitte aanvankelijk op weerstand. Met een aanzienlijke vertraging werd de bouwvergunning dan toch afgeleverd.
WOON/WERK.
De Groep Planning moest voor de realizatie van het DVV-gebouw echter nog andere moeilijkheden overwinnen. Veelal van technische aard. Het dak in Rijnzink is volgens de verantwoordelijken een bravourestukje op zich. Net als de metaalstruktuur van de agora, een realizatie van aannemer Van Laere zelf. Verder werden de gevels geprefabrikeerd en ter plaatse gemonteerd.
Tenslotte was DVV verplicht in het projekt ook woongelegenheid op te nemen. De Groep Planning integreerde het woongedeelte langs de Filips De Goedestraat en de Simon Stevinstraat, en voorzag dit blok van een aparte ingang, kleur en bouwstijl. Het appartementsgedeelte kreeg een eerder klassieke architektuur, trouw aan de geest van de omgeving. Het Leopoldkwartier vindt zijn oorsprong immers in de 19de eeuw. Al zijn daar in de buurt nog weinig fysieke sporen van terug te vinden.
Met zijn twee gezichten vormt het DVV-pand trouwens een naadloze overgang tussen de kantoorbuurt van de Wetstraat, de Belliardstraat en de Jozef II-straat, en de woongelegenheden aan de aanpalende Squares. De materiaalkeuze is hierop ook afgestemd : Massangis-steen uit Boergondië voor de kantoorgevel en baksteen voor het woongedeelte. Op het dak van het gebouw werden de technische funkties ondergebracht.
Bij de Groep Planning drukt men op de vlotte samenwerking met de aannemer (Van Laere), maar vooral met de projektverantwoordelijke, de NV Livingstone Building, in de figuur van werfleider/projektkoördinator Camiel Tant. Die groeide door zijn jarenlange ervaring (hij stond eerder onder meer in voor de renovatie van de Muntschouwburg) uit tot de animator van het geheel. Tant verzoende naar verluidt de stellingen van architekten, bouwheer en aannemer, en hield het hele projekt binnen het voorafbepaalde budget, en vooral binnen de toegestane tijdslimiet.
Het nieuwe DVV-pand kostte uiteindelijk ongeveer 1,55 miljard frank. De werkzaamheden startten in 1992 (afbraak van de ateliers en het Procter-gebouw), ook al tekende de Groep Planning het samenwerkingskontrakt met DVV al op 1 januari 1988. Van Laere kreeg tot eind mei 1995 de tijd om het gebouw af te werken. Per maand vertraging hing de aannemer een fikse boete boven het hoofd. Maar bij een oplevering twee maanden voor de deadline kon de aannemer een premie verdienen. Hetgeen ook gebeurde. Koortsachtig werken tijdens de eerste maanden van 1995 zorgde ervoor dat het gebouw begin april werd voltooid.
RONDO VENETIANO.
Sinds vorig jaar kijken we met onze wedstrijd ook over de grenzen. We bekronen jaarlijks een gebouw of een projekt in Europa dat aan de eisen van de jury voldoet. Een kwalitatief hoogstaand pand waarmee architekt en bouwheer een visie, een filozofie willen uitdrukken.
Vorig jaar ging de eer naar de Duitse stoelenbouwer Vitra voor het architektuurpark in Weil-am-Rhein. Hier gaf Vitra-topman Rolf Fehlbaum een aantal gerenommeerde architekten als Nicolas Grimshaw, Frank O. Gehry, Zaha Hadid, Tadao Ando en Alvaro Siza de kans bedrijfspanden te ontwerpen. Het resultaat vormt een waar openluchtcentrum van de hedendaagse bouwkunst.
Dit jaar kiest de jury voor de renovatie van een Italiaans renaissancepaleis van de 16de-eeuwse architekt Palladio. De delta van Venetië staat vol schitterende paleizen uit de 16de eeuw. Tot voor kort leek verkrotting voor een groot aantal van deze historische gebouwen onafwendbaar. Tot enkele industriëlen het erfgoed ontdekten en besloten de panden te transfigureren tot bedrijfspanden.
Modelvoorbeeld voor deze tendens tot hergebruik van Palladio’s meesterwerken is de Villa Emo Capodilista in Treviso. Meer dan in welke andere villa van Palladio ook komt hier de band tot uiting tussen gebouw en omgeving. De zeer brede voorgevel wordt verlengd door een evenwijdige rij populieren die verder doorloopt dan het oog kan zien. En achter het gebouw strekken de landerijen zich uit tot achter de horizon.
Van het pand maakte de erfgenaam Comte Marco Emo Capodilista een restaurant en hotel. Eten en verblijven kan in dit unieke renaissancepand, binnenin versierd met fresko’s van de vermaarde Italiaanse kunstenaar Zelotti (aangebracht tussen 1560 en 1565).
De bekroning van dit pand is een logische uitloper van de filozofie die de jury tracht over te brengen : dat het historisch erfgoed nooit zomaar mag afgeschreven worden. Villa Emo staat model voor een renovatiebeweging die steeds meer aanhangers krijgt, en hopelijk weldra ook de Belgische (lees : Brusselse) overheid overtuigt.
GEERT WELLENS
DVV (BRUSSEL) Stedebouwkundig denken over een kantoorprojekt.
DVV (BRUSSEL)
VILLA EMO CAPODILISTA Hergebruik van een 16de-eeuws pand van architekt Palladio.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier