“We zijn een partner, geen filiaal”
“Het is een mythe dat we minder werk hebben”, zegt gouverneur Guy Quaden. Nochtans waakt de Europese Centrale Bank in Frankfurt over onze centen. Is de Nationale Bank van België dan niet meer een dure denktank?
Vorig jaar 57 procent meer winst maken en toch scheef bekeken worden. Dat kan alleen de topman van de Nationale Bank van België (NBB) overkomen. Gouverneur Guy Quaden en zijn team worden er immers voor betaald om crisissen te voorkomen, terwijl de winst van de NBB vorig jaar door het dak ging precies dankzij de rente-inkomsten uit noodleningen aan banken in moeilijkheden. “Natuurlijk zijn we niet bijzonder blij met onze cijfers. Winst maken, is niet onze doelstelling”, zegt gouverneur Guy Quaden. Ook de beleggers moeten zich geen illusies maken. De extra ‘crisiswinsten’ die de NBB boekte, vloeien integraal naar de schatkist.
Geen filiaal, maar partner van het eurosysteem
Het verdwijnen van de Belgische frank en de invoering van de euro heeft een van de machtigste en eerbiedwaardigste instellingen van België heel wat prestige gekost. Weg was de macht over ons geld, want de renteknop verhuisde naar Frankfurt. Onderschat wordt echter dat de voorbereiding én de uitvoering van het monetaire beleid bij de nationale banken is gebleven. “Het is een mythe dat we minder werk hebben”, zegt Guy Quaden. “Voor de invoering van de euro volgden we slaafs de beslissingen van de Bundesbank, nu moet ik een standpunt hebben en een argumentatie ontwikkelen op de vergaderingen van de ECB. We hebben meer monetaire macht dan toen de frank aan de mark gekoppeld was. België zit als een van de zestien eurolanden aan tafel in Frankfurt. We zijn een partner en geen filiaal van het eurosysteem.”
De nationale banken blijven in hun land ook de lender of last resort als het stormt op de markten. Het was de Nationale Bank die, weliswaar niet zonder eerst toestemming van de ECB te krijgen, in oktober vorig jaar met ruim 50 miljard euro noodleningen Fortis Bank drijvende hield.
De kans is wel groot dat de ECB steeds meer voorbereidingstaken zal centraliseren. “De ECB wordt een geïntegreerde groep, met een dalende rol voor de satellieten”, zegt een waarnemer. Toch tekent zich binnen dat eurosysteem een trend van decentralisatie en specialisatie af, waarbij een of enkele centrale banken bepaalde systemen of knowhow ontwikkelen voor het hele eurogebied. Er komt wat ellebogenwerk aan te pas om taken te veroveren, maar de NBB slaagt erin om zich als informaticahub te positioneren. De NBB heeft bijvoorbeeld samen met Nederland, Finland en Luxemburg een informaticasysteem ontwikkeld om de cashbehandeling in het hele eurogebied te beheren. En ook samen met Nederland schreef de NBB een systeem voor het beheer van het onderpand tussen de centrale banken.
Hoe efficiënt werkt de Nationale Bank?
Maar heb je voor deze taken bijna 2000 personeelsleden nodig? Het is een gevoelig onderwerp, zeker nadat ex-premier Yves Leterme (CD&V) in september vorig jaar verklaarde dat er te veel mensen werken bij de Nationale Bank en dat centrale banken in vergelijkbare landen het met 800 tot 900 mensen doen. De pleidooien van de Bank voor een efficiëntere overheid zijn natuurlijk ook maar geloofwaardig als ze eerst zelf het goede voorbeeld geeft.
Vergelijk geen appelen met peren, is de eerste reactie bij de Nationale Bank. De Belgische Nationale Bank past immers niet echt in het rijtje van de collega’s omdat de NBB een waslijst taken ‘ten algemenen nutte’ doet, die andere centrale banken niet doen. Ongeveer de helft van het personeel van de NBB houdt zich bezig met deze niet-monetaire taken.
De NBB is bijvoorbeeld de enige centrale bank in het eurogebied die zelf heel wat economische statistieken verzamelt en publiceert. De NBB nam die taak op zich omdat het Nationaal Instituut voor de Statistiek kwalitatief niet sterk genoeg stond om bijvoorbeeld de statistieken over de buitenlandse handel snel genoeg te publiceren. De NBB heeft zijn rol als datacenter en studiecentrum uitgebouwd, getuige het beheer van de balans – en kredietcentrales of de oprichting van een prijs- en kredietobservatorium. Tegen betaling verzamelt ze voor de deelstaten ook uitgebreide regionale statistieken. “We doen relatief veel omdat België een minder performante overheidsadministratie heeft”, zegt een ingewijde. In de achtergrond speelt natuurlijk ook het lijfsbehoud: hoe meer taken, des te meer de NBB onmisbaar blijft.
Maar koken kost geld, zeker omdat de NBB ook zelf nog een drukkerij in eigen beheert heeft, en voor de overheid ook rijkskassier speelt. Het levert een personeelsbestand van bijna 2000 werknemers op en werkingskosten van een kleine 250 miljoen euro. De NBB is verdeeld in vier profitcenters: transacties (het monetaire beleid en de rol van rijkskassier), informatica, studiedienst en de drukkerij (zie de grafiek). “Voor de taken die de collega’s uit Nederland doen, stellen wij 1100 mensen te werk. We vallen qua efficiëntie dus niet uit de toon.”
Ook nog niet-gepubliceerde statistieken van de ECB bevestigen dat specifiek voor het monetaire beleid de NBB bij de betere leerlingen van de klas hoort. Het is de vergelijking met de collega’s die de druk op de ketel houdt. En bij de NBB zijn ze verstandig genoeg om te beseffen dat hun onafhankelijkheid in het gedrang zou komen als ze te veel werkingsmiddelen uit de koekjestrommel zouden graaien.
Twintig jaar geleden telde de NBB nog ruim 3000 werknemers, vandaag ongeveer 2000. De mars naar nog minder, zij het op een sociaal vriendelijke manier, gaat nog steeds door. Slechts een op vier vertrekkers wordt vervangen. “Maar met nog 360 kaderleden zijn we nu op het minimum beland. Met minder gaat het niet, zeker in tijden van crisis”, zegt een bron.
Tegen 2016 zou de Bank nog minder personeelsleden moeten tellen. Het cijfer 1600 is te horen, maar daar is nog niets over beslist. In het nieuwe strategische plan voor de periode 2010-2015 gaat de discussie onder meer over welke ondersteu-nende taken kunnen worden uitbesteed, omdat op dat vlak de NBB in vergelijking met de collega’s nog relatief veel volk tewerkstelt. De technologische vooruitgang en stijgende productiviteit laten toe om evenveel werk met steeds minder volk te doen, vooral in de lokale kantoren. De NBB sluit dit jaar de kantoren van Gent en Namen, zodat er buiten Brussel maar vijf kantoren openblijven. In 1999 waren dat er nog 22. “In principe kunnen we alles in Brussel centraliseren, maar dat wil ik niet”, zegt Guy Quaden.
De éminence grise van België
Naast Brussel, de koning en de federale staatsschuld, is ook de Nationale Bank een onderdeel van het spuug en de lijm die België bij elkaar houden. “We zijn de federale, legitieme en onafhankelijke autoriteit voor beleidsaanbevelingen. Een sterke instelling is een must in dit land, dat een zwak centrum heeft en onderhevig is aan middelpuntvliedende krachten. Het is belangrijk dat de Bank de dingen zegt zoals ze zijn, zodat we niet moeten teruggrijpen naar adviezen van het IMF, de OESO, of de Europese Commissie”, klinkt het bij de Bank. Of ook nog: “We hebben een missie als éminence grise, die au-dessus de la mêlée beleidsadvies geeft aan de regering”, aldus Jan Smets, directeur van de Nationale Bank.
De Nationale Bank kan daarvoor in eigen huis een beroep doen op wellicht ‘de beste studiedienst’ van het land, zeker nu de commerciële banken en de universiteiten zich in grote mate teruggetrokken hebben van beleidsgericht economisch onderzoek. De focus van het economenleger ligt bij de macro-economie, maar sector- en bedrijfsgericht onderzoek krijgt aandacht in een aparte micro-economische cel. In de balanscentrale ligt een schat aan informatie klaar om ontgonnen te worden.
Critici merken wel op dat de aanbevelingen van de bank te afgevijld en te bot zijn, waardoor de urgentie van de boodschap verloren gaat. Dat is een logisch gevolg van het feit dat de regentenraad (zowat de raad van bestuur van de bank, waarin onder meer werkgevers en vakbonden vertegenwoordigd zijn) bijvoorbeeld het jaarverslag van de bank ondertekent. “Alle krachten zijn gebundeld in het verslag, daardoor krijgt het verslag zijn volle gewicht en geloofwaardigheid”, zegt Jan Smets.
“Het verslag niet scherp genoeg? Dat is nochtans niet het gevoel van de regering”, merkt Guy Quaden fijntjes op. “Ik ben zeker scherp in vergelijking met veel andere centrale bankiers. Hebt u ooit kritiek gehoord van de voorzitter van de Fed op het economische en budgettaire beleid van de Amerikaanse regering? Ons verslag is een realistisch verslag. We kennen onze wereld.”
Dat de overheid met het Planbureau nog een denktank in haar rangen heeft, vinden ze bij de Nationale Bank geen punt. Een bron: “Het planbureau rapporteert aan de regering en heeft dus minstens de perceptie dat het niet onafhankelijk is. Onze onafhankelijkheid is als lid van het eurosysteem gegarandeerd. Het is ondenkbaar dat de studiedienst van de Bank instructies van de regering zou krijgen.”
De gouverneur en de directieleden van de NBB worden wel politiek benoemd. Maar: wie anders moet hen benoemen dan de politiek die de exponent van het algemeen belang is? “En de dag van de benoeming moeten ze vergeten welke partijkaart ze hebben. Dat zijn de spelregels.”
Heel wat waarnemers vinden het daarom een slecht idee dat directieleden van de Nationale Bank (Françoise Masai, Jean Hilgers, Luc Coene en Peter Praet) zitting hebben in de stuurgroep die de redddingsoperaties rond de banken begeleidt. Ze doen dat in opdracht van de regering en dus niet van de Nationale Bank. “Ze leveren hand- en spandiensten aan de regering en hebben de bank dus politiek gecompromitteerd”, zegt een criticus. Ook binnen de bank is er bezorgdheid: “Er is een lijn overschreden. Andere landen brengen ambtenaren mee naar de onderhandelingen, en geen directieleden van de centrale bank. Maar opnieuw: de nodige expertise was niet te vinden in de ambtenarij, en dus moest de NBB inspringen.”
“We konden moeilijk weigeren. Iedereen was onder de indruk van de systeemcrisis”, zegt een bron. Binnen de bank werd daarom snel een chinees muurtje gebouwd tussen het team (onder leiding van de gouverneur) dat de noodleningen en de liquiditeiten aan de banken beheert en het team dat in de stuurgroep zit. Daardoor kon de indruk ontstaan dat Guy Quaden onzichtbaar bleef in het crisisbeheer. Guy Quaden: “Voor mij was het als gouverneur en als gezicht van de NBB uitgesloten om voorzitter te worden van die stuurgroep. Dat zou onze onafhankelijkheid in het gedrang brengen. Ik ben niet de vertegenwoordiger van de regering of van een politieke partij. De overheid zocht echter expertise die ze hier vond, en onze directeurs onderhandelden in deze dossiers ten persoonlijken titel. Het is niet de taak van de NBB om te onderhandelen met de privésector.”
Hogere dividenden in het verschiet
Valsmunterij wordt in België bestraft met dwangarbeid, maar toch kunnen privébeleggers een graantje meepikken van het monopolie dat de NBB van de staat kreeg om biljetten uit te geven. De helft van de aandelen van de Nationale Bank zijn beursgenoteerd; de andere helft is in handen van de Staat. Voor velen is die situatie een anomalie. De ECB acht een beursnotering echter niet incompatibel met het eurosysteem en met een onafhankelijk monetair beleid. “Onze beursnotering is zelfs altijd een bijkomende garantie voor onze onafhankelijkheid geweest. De privéaandeelhouders vochten vaak mee met de Bank tegen de regering. Na de oprichting van de ECB is dit argument voor een beursnotering natuurlijk wel grotendeels uitgehold”, zegt een betrokkene.
Binnen de bank zijn de meningen verdeeld over de beursnotering. Voor de ene school is er niks aan de hand. “We staan al 158 jaar op de beurs. Dat is een neutraal gegeven voor ons. Het is zelfs een garantie voor onze onafhankelijkheid”, klinkt het. Guy Quaden sluit zich daarbij aan. “De notering staat een goede werking niet in de weg”, zegt hij.
Voor de andere school is een beursnotering op termijn niet houdbaar. “De NBB is een soort spaarpot van de Belgische samenleving. Het kan dus niet dat de monopolierente gedeeld wordt met private aandeelhouders, want die rente hoort zoals in andere landen exclusief aan de staat toe. De dividendpolitiek van de NBB heeft geen ankerpunt en de winsten zijn soms, zoals vorig jaar, totaal geen afspiegeling van de economische realiteit.”
Er ligt daarom een wetsontwerp klaar om vanaf boekjaar 2009 de winst van de Nationale Bank anders te verdelen tussen de overheid en de aandeelhouders. Tot nu toe mag de NBB de eerste 3 procent rente op de netto activa behouden, en inkomsten boven de 3 procent zijn exclusief voor de overheid (in 2007 puurde de staat ongeveer 434 miljoen euro uit de Nationale bank: 173 miljoen euro via die 3 procentregel, 102 miljoen euro vennootschapsbelasting en 60 miljoen euro deelname in de winst). In de nieuwe verdeelsleutel wordt door de Regentenraad op voorhand vastgelegd hoeveel inkomsten de NBB nodig heeft om haar werking, dividendbeleid en reservebehoefte te financieren. De rest van de winst vloeit naar de staat. Deze verdeelsleutel is ook gebruikelijk in andere centrale banken. “Het is een veel zuiverder en transparanter systeem, en komt ook onze onafhankelijkheid ten goede”, zegt een bron.
Guy Quaden zegt dat de nieuwe winstverdeling wellicht zal leiden tot hogere dividenden. “Ik ben bereid na te denken over het dividendbeleid. Dat zal waarschijnlijk een verhoging betekenen, maar die verhoging zal redelijk zijn en geleidelijk gebeuren. Maar niemand moet dromen van een terugkoop tegen een grote premie”, zegt Guy Quaden.
En zegt een andere bron. “De huidige reserves hebben we nodig, zo mocht duidelijk zijn in het dossier Fortis.” (T)
Door Daan Killemaes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier