‘We zijn de spaarcenten van de voorbije generaties aan het opeten’

“Europa heeft fundamenteel nog altijd de mogelijkheden om te slagen”, vindt Dirk Beeuwsaert, de topman van de internationale energieactiviteiten van GDF-Suez. “Maar we moeten de wil terugvinden om onze competitiviteit opnieuw te verbeteren.”

Het uitzicht over Brussel vanuit het kantoor van Dirk Beeuwsaert in de GDF-Suez-toren, vlak bij het Noordstation, is even weids als de kijk van de West-Vlaamse topmanager op de wereld. Beeuwsaert is als executive vice-president van GDF-Suez verantwoordelijk voor de internationale energieactiviteiten van de groep. Hij is kind aan huis bij toppolitici en beleidsmakers over heel de planeet. Hoewel op GDF-Suez vaak een Franse stempel wordt gedrukt, is het moederbedrijf van Electrabel de enige Europese energiegroep die haar activiteiten ook buiten Europa ontplooit. De enige concurrenten die Beeuwsaert wereldwijd tegenkomt, zijn de Japanse conglomeraten Mitsui en Marubeni, al beginnen ook de Chinezen zich langzamerhand te roeren.

Kort voor het interview heeft Europees president Herman Van Rompuy in de journaals verklaard dat “we het dieptepunt van de crisis achter de rug hebben”. “Ik zou het graag geloven”, repliceert Beeuwsaert. “Europa en de Verenigde Staten hebben de crisis fundamenteel anders aangepakt. Een beetje vereenvoudigd komt het erop neer dat wij op de schuldgraad van de landen hebben gefocust, terwijl de Verenigde Staten vooral de schulden van de bedrijven en de particulieren hebben willen verminderen. Daardoor hebben de Amerikanen weer de vuurkracht om te investeren en te consumeren. Europa is misschien wel uit de crisis, maar fundamenteel zijn de schulden van de landen niet opgelost, en voor de bedrijven en de particulieren is er omzeggens niets ge-beurd.”

DIRK BEEUWSAERT. “Onze economische competitiviteit bepaalt onze toekomst. Als je geen goederen en diensten kunt verkopen aan de rest van de wereld, komt er geen geld binnen. Ik stel vast dat de economische competitiviteit een basisgedachte is voor heel wat landen, maar niet voor West-Europa. Neem Mexico. Dat land is momenteel competitiever dan China: grote bedrijven gaan weg uit Peking en trekken naar Mexico-Stad, omdat de arbeidskrachten er goedkoper en productiever zijn. En doordat Mexico toegang heeft tot het Amerikaanse schaliegas, zijn de energiekosten er tot 2,5 keer lager.

“In veel landen is de crisis al voorbij. Meer nog: ze hebben die zelfs amper gevoeld. Bovendien is de mentaliteit in landen zoals Indonesië, India en Mexico anders. De bevolking daar ziet haar situatie vooruitgaan, waardoor de mensen positiever zijn en inspanningen willen doen om hun lot nog verder te verbeteren. Die instelling ontbreekt in Europa.”

U klinkt zeer somber voor Europa.

BEEUWSAERT. “Europa heeft fundamenteel nog altijd de mogelijkheden om te slagen. Maar we moeten de wil terugvinden om onze competitiviteit opnieuw te verbeteren. We moeten overschakelen van het defensieve naar het offensieve, want de anderen wachten niet op ons.”

Wat betekent dat voor GDF-Suez?

BEEUWSAERT. “Onze focus ligt op alle groeilanden. We verkiezen landen die elk jaar groeien met 5 à 7 procent. Ze kunnen het zich niet permitteren te weinig energie-installaties te hebben, anders hebben ze binnen een paar jaar een tekort aan elektriciteit of gas. In Koeweit, waar we een elektriciteits- en ontziltingsinstallatie bouwen, en in Mongolië, waar we in de hoofdstad Ulaanbatar een steenkoolcentrale gaan uitbaten, zijn we de eerste buitenlandse investeerders in de energiesector. In Zuid-Afrika worden we de eerste onafhankelijke producent met een piekcentrale van 1000 megawatt en een windmolenpark van 100 megawatt.”

Is er in Europa een leiderschapsprobleem?

BEEUWSAERT. “Er is vooral een probleem van tijdshorizon. De landen die het goed doen, hebben over het algemeen een langetermijnvisie, die min of meer stabiel blijft, wie er ook aan de macht is. Een belangrijk voorbeeld is Singapore. Dat land heeft per hoofd het hoogste inkomen ter wereld, maar het blijft constant zoeken naar bedrijven die de groei kunnen stimuleren. Ook een democratie als Brazilië volgt al vijftien jaar dezelfde langetermijnstrategie. Arme gezinnen krijgen er sociale steun, op voorwaarde dat hun kinderen naar school gaan. Je kunt dat bot vinden, maar het doel is duidelijk. Die landen denken na over wat ze over tien en twintig jaar moeten doen. Hier houdt men zich liever bezig met de probleempjes van vandaag.”

Met zijn Klimaatplan probeerde Europa verder te kijken. Maar terwijl wij focussen op CO2-emissies, leverde de Klimaattop in Doha opnieuw povere resultaten op.

BEEUWSAERT. “Wat had u verwacht? Er zijn fundamentele verschillen. Milieu is een wereldwijde uitdaging, en Europa heeft gelijk om daarin een voorloper te zijn. Maar Europa gelooft sterk in milieubescherming en CO2-beperking via reglementering, terwijl de Verenigde Staten ervan uitgaan dat de technologie de problemen wel zal oplossen, en dat de politiek zich daar niet te veel in moet mengen. Ik stel vast dat de Amerikanen hun economische groei hebben gevrijwaard en dat hun CO2-emissies zijn gedaald, vooral door de vervanging van steenkool door schaliegas. Dat zal de Verenigde Staten alleen versterken in hun geloof in technologische oplossingen, en ze hebben daar niet helemaal ongelijk in.

“Daarnaast heb je de ontwikkelingslanden, die eerst hun economische situatie willen verbeteren. Zij ervaren de aandacht voor de beperking van de CO2-uitstoot als een tactiek van het Westen om hun economische competitiviteit te beknotten. Buiten Europa beroert het emissiedebat maar heel weinig landen. Die hebben andere problemen.”

De Verenigde Staten profiteren volop van schaliegas. Moet Europa ook die weg inslaan? Veel mensen hebben er ecologische bezwaren tegen.

BEEUWSAERT. “In het begin waren er problemen, maar er wordt snel vergeten dat de aardgas en de olie die wij verbranden, ook uit putten komt. Het Verenigd Koninkrijk heeft de ontginning een tijd stilgelegd, maar het heeft vorige week weer een aantal licenties goedgekeurd. Landen als Argentinië, Brazilië, Mongolië en Mexico gaan ook schaliegas ontginnen. Shale gas is er om te blijven. Er zijn voorraden voor 200 tot 250 jaar. Vergeet ook shale oil niet, waardoor de Verenigde Staten binnen twee à drie jaar opnieuw de grootste olieproducent ter wereld worden.

“Europa zal moeten kiezen tussen de publieke aanvaarding van die ontginning en de kostprijs en de bevoorradingszekerheid van energie. De Verenigde Staten, Canada en Mexico gaan wellicht gas beginnen uit te voeren, en ze zullen wellicht nog amper olie moeten invoeren. Dat betekent dat ze het Midden-Oosten niet langer nodig hebben. Blijven de Verenigde Staten daar de stabiliteit van de aanvoerlijnen verzekeren, zoals ze in het verleden hebben gedaan? Daar heb ik mijn twijfels over. We moeten daarvoor ook niet te veel rekenen op andere landen, zoals China. En kunnen we enkel steunen op Rusland voor onze energiezekerheid?”

Het is toch precies om die reden dat Europa zo hard mikt op energie-efficiëntie?

BEEUWSAERT. “Daar is ook niemand tegen. De vraag is: hoever kun je daarin gaan, en wat kun je betalen? Kijk naar de huizen in Brussel: gaan we daar allemaal energiezuinige woningen van maken? Hoeveel Belgen zijn financieel in staat hun woning om te bouwen? Isolatiepremies helpen een beetje, maar lang niet genoeg. We gaan het allemaal nodig hebben, en ja, we zullen energie-efficiënter worden. Maar je moet ook realistisch kijken naar de economische mogelijkheden.”

Hernieuwbare energie is toch een groeimarkt? Volgens het onderzoeksbureau Global Data wordt de productie tegen 2020 verdrievoudigd.

BEEUWSAERT. “Hydro-energie kan competitief zijn, maar wind- en zonne-energie vergen directe subsidies en extra investeringen, ofwel in de opslag van energie — maar die is nog zeer duur — ofwel in back-upcentrales die kunnen draaien als er geen wind of zon is. Projecten als Desertec (zonnepanelen in de Sahara, nvdr) of Super Grid (een ring van windmolenparken in de Noordzee, nvdr) ogen op papier mooi, maar wie gaat ze betalen? Want het basisprobleem van Europa blijft de economische competitiviteit.

“GDF-Suez investeert ook in hernieuwbare energie. Maar je moet de beperkingen daarvan durven in te zien en rekening houden met de indirecte gevolgen. De gemeenschap draait daar uiteindelijk voor op, dus moet je dat kunnen terugverdienen door producten te verkopen, in concurrentie met de rest van de wereld. Als we dat niet kunnen, verpauperen we.”

Wat verwacht u van kernenergie?

BEEUWSAERT. “Er is geen energiebron die op zijn eentje alles oplost. Dus moeten we ze allemaal blijven gebruiken, zo efficiënt mogelijk. Voor individueel residentieel gebruik kunnen zonne- en windenergie zeer nuttig zijn, maar de grote geconcentreerde productie — zoals industrie en mijnbouw– heeft grootschalige energiecentrales nodig.

“Kernenergie kan een oplossing zijn, maar die energiebron is duur. Daarom wordt de levensduur van de centrales vaak verlengd en wordt die voor de nieuwste reactoren bijna automatisch op zestig jaar gezet. Al moet kernenergie, net als zonne- en windenergie, ook concurreren met schaliegas van 3 dollar. Dat was er drie jaar geleden nog niet.”

Moeten we in Europa rekening houden met een lagere welvaart?

BEEUWSAERT. “Onze competitiviteit daalt, en dat combineren we met een uitgavenpatroon dat niet in evenwicht is met wat het industrieel opbrengt. We zijn de spaarcenten van de voorbije generaties aan het opeten. Iedereen mag hopen dat we dat kunnen blijven financieren door bij iemand goedkoop te lenen, maar ik heb daar de grootste twijfels over.

“Een vermindering van onze welvaart is niet onvermijdelijk, maar dan moeten we focussen op een beleid om die evolutie tegen te gaan. Eén element waar veel aandacht naartoe moet gaan, is de opleidingsgraad, die in de voorbije honderd jaar toch de basis van de welvaart in Europa is geweest. De tijd is voorbij dat de toegang tot opleidingen een soort beschermd gebied was. Nu kun je door de technologische veranderingen waar ook ter wereld om het even welke cursus van een Amerikaanse of Europese docent volgen.”

Europa lanceerde de Lissabonstrategie en andere plannen. Maar veel zoden zet dat niet aan de dijk.

BEEUWSAERT. “Een van de grote veranderingen was de uitbreiding van Europa. Dat was een goed idee om de competitiviteit van het continent op te krikken, maar men heeft dat idee meteen onderuitgehaald door de vrije uitwisseling van goederen en mensen te beperken.

“Europa moet eens goed nadenken over hoe het kan leren leven met de niet-Europeanen in onze samenleving. In de Verenigde Staten vind je niet-Amerikanen in alle lagen van de bevolking en de industrie. Niemand kijkt daar op van een Pakistaanse of Indiase dokter. Daardoor krijgen immigranten het gevoel dat studeren kan, en dat het resultaten oplevert. Ook in het Verenigd Koninkrijk — en zeker in Londen — is dat goed gelukt.

“In België, Frankrijk en Duitsland wordt geklaagd over migranten die zich niet integreren, maar als je kijkt naar de topfuncties, is het evenwicht ver zoek. De politici hebben gezocht naar een antwoord en alle aandacht toegespitst op de emancipatie van de vrouw. Dat is goed, maar te simplistisch, want we kijken naar één probleem. Over dat andere, dat tien keer groter is, spreken we niet.”

U wordt in januari 65. Hoe lang blijft u nog doorgaan?

BEEUWSAERT. “Ik heb tot op heden nog niet te horen gekregen dat men niet meer met mij verder wil (lacht).”

U bent nog de enige Belg in het directiecomité van GDF-Suez. Moet uw opvolger ook een Belg zijn?

BEEUWSAERT. “Voor de internationale business is Belg-zijn niet belangrijk. Je moet vooral een voldoende open visie hebben. Wel is het noodzakelijk dat er in het directiecomité voldoende internationale aanwezigheid is. Eén op de drie is een mooi streefcijfer. Het is belangrijk dat je die confrontatie tussen verschillende visies behoudt.”

LUC HUYSMANS, FOTOGRAFIE WOUTER RAWOENS

“Buiten Europa beroert het emissiedebat maar heel weinig landen. Die hebben andere problemen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content