“We willen graag de uitwisselingen tussen culturen aanmoedigen”
In het Centro Cultural del Bosque, het grootste cultuurcentrum van Mexico, werd het slot van de 2014-2015-cyclus van het Rolex Mentor & Protégé Arts Initiative gevierd, waarbij jonge talenten aan wereldvermaarde artiesten gekoppeld worden om een jaar samen te werken. Trends Style was erbij.
Mexico City is met zijn zowat 23 miljoen inwoners een van de grootste steden ter wereld en blaakt van energie, ook op cultureel gebied. Het is hier, in het hart van deze metropool, dat het feestelijke slot van de 2014-2015-cyclus van het Rolex Mentor & Protégé Arts Initiative werd gevierd. In het Centro Cultural del Bosque, het grootste cultuurcentrum van Mexico. “De culturele dynamiek van Mexico City maakt deze stad tot de ideale plek voor het eerste evenement dat we met ons mentorprogramma in Latijns-Amerika organiseren”, aldus Rebecca Irvin, directrice van het Rolex Institute die de filantropische programma’s van het merk in goede banen leidt. “In Mexico konden we voor de organisatie van dit evenement rekenen op een uiterst hartelijke ontvangst. We zijn zeer blij dat het voor vele Mexicaanse en internationale kunstenaars een gelegenheid is om elkaar te ontmoeten. Als bedrijf dat investeert in de kunsten, willen we ook graag de uitwisselingen tussen culturen aanmoedigen.” Het was dan ook een buitengewoon gezelschap van artiesten dat zich tijdens het weekend van 5 en 6 december aandiende voor deze hoogmis van kunst en cultuur.
De slotceremonie in het Teatro Julio Castillo van het Centro Cultural del Bosque (waarbij alle mentoren en protegés van 2014-2015 geëerd werden voor een publiek van prominenten) was voor het eerst ook opengesteld voor het grote publiek. Tijdens deze ceremonie werden ook de namen van de zeven mentoren voor 2016-2017 vrijgegeven: David Chipperfield (architectuur), Alfonso Cuaron (film), Philip Glass (muziek), Joan Jonas (visuele kunsten), Robert Lepage (theater), Mia Couto (literatuur) en Ohad Naharin (dans).
We willen graag de uitwisselingen tussen culturen aanmoedigen.
Het prestigieuze haute-horlogeriemerk lanceerde zijn tweejaarlijkse mentorprogramma, uniek in zijn genre, in 2002. Het Rolex Mentor & Protégé Arts Initiative slaagt erin de bedrijfsfilosofie internationaal uit te dragen en de generaties te overstijgen. Een bedrijfsfilosofie die kwaliteit, vakmanschap en individuele excellentie hoog in het vaandel draagt. De Rolex-filosofie kortom: het bedrijf is gereputeerd voor zijn vele technische innovaties in de horlogerie en groeide zo uit tot een waar symbool van excellentie. Zo heeft het merk zich altijd al geassocieerd met markante persoonlijkheden en was het er al altijd van overtuigd om in een brede waaier van disciplines visionaire mannen en vrouwen te ondersteunen. Het Rolex Institute is de belichaming van die bijzondere dimensie. Het overkoepelt de filantropische programma’s en educatieve projecten van de horlogemanufactuur en heeft een duidelijke missie: de excellentie stimuleren en zo een bijdrage leveren aan de maatschappij. De activiteiten worden geleid door een team vanuit de Rolex-hoofdzetel in Genève. Het is in de slipstream van een van de programma’s van het Rolex Institute, de in 1976 gelanceerde Rolex Awards for Enterprise(ter ondersteuning van vernieuwende projecten in de (toegepaste) wetenschappen, gezondheid, exploratie, ontdekkingen, milieu en cultureel erfgoed), dat de ambitie groeide om de filantropische activiteiten in de kunst- en cultuursector uit te breiden, en een volwaardig programma op te zetten.
DE OVERDRACHT VAN ARTISTIEK ERFGOED
Het principe van het Rolex Mentor & Protégé Arts Initiative? In zeven verschillende disciplines worden jonge veelbeloven- de talenten aan wereldvermaarde artiesten gekoppeld om een jaar samen te werken. Met als doel: de overdracht van het artistieke erfgoed – over generaties, continenten en culturen heen. “We wilden bijdragen aan de creatie van een artistiek patrimonium, met ook een belangrijke rol voor de opkomende generatie”, benadrukt Irvin. Bij de start van elke cyclus krijgt een ‘council’, met daarin artiesten en professionals uit de kunstwereld, de opdracht om voor elke discipline potentiële mentoren voor te stellen. Eens de mentoren gekozen, stelt Rolex samen met hen het profiel op van de protegé met wie ze zouden willen samenwerken. Dan worden zeven selectie-comités (een per discipline) samengesteld die via hun wereldwijde netwerken op zoek gaan naar potentiële jonge artiesten. Rechtstreekse kandidaturen worden niet aanvaard, en de comités werken anoniem om de onpartijdigheid van het proces te garanderen. Na deze zoektocht raadt elk comité een aantal potentiële protegés aan, die door Rolex worden uitgenodigd om zich kandidaat te stellen. De comités bestuderen die kandidaturen en weerhouden drie of vier finalisten. Rolex organiseert vervolgens een ontmoeting, waarna de mentoren finaal hun protegé kiezen.
Eens de duo’s gevormd, kan het avontuur beginnen. De regels van het mentoraat zijn duidelijk: tijdens het jaar moeten mentor en protegé minstens zes weken samen tijd doorbrengen, waarbij ze zelf de modaliteiten mogen bepalen. Ze beslissen dus zelf over het waar en wanneer, het is in functie van de ‘match’ dat hun ontmoetingen en uitwisselingen vorm krijgen. Het gebeurt regelmatig dat de tijd die ze samen doorbrengen de termijn overschrijdt of dat de protegé een tijdje in het land van zijn mentor gaat wonen. Want daar draait het tenslotte om: tijd. Tijd die waarde creëert. En dat is ook zo bij het eigenlijke horlogeambacht: de creatie van een horloge vereist tijd, zoals de vakman tijd nodig heeft om zich te vervolmaken in zijn kunst. En de Rolex-horloges, alom erkend voor hun betrouwbaarheid, zijn het symbool van deze door de tijd gerijpte perfectie.
DE MENTOR ALS BESCHERMENGEL
Het woord ‘mentor’ vindt zijn oorsprong in de Griekse mytho- logie: als Ulysses, koning van Ithaca, naar de Trojaanse oorlog trekt, vraagt hij zijn vriend Mentor om zorg te dragen voor zijn zoon Telemachus. Zorg dragen? Inderdaad: de mentor is een soort beschermengel die zijn protegé beschermt, opvoedt en adviseert. Het is geen hiërarchische relatie: de mentor is tegelijk raadgever, onderwijzer en beschermer. Een vriend, kortom. Vandaag is het mentoraat in scholen, universiteiten en bedrijven een algemeen aanvaarde praktijk. De tutor-programma’s die in de jaren 70 werden geïntroduceerd in de Angelsaksische landen maakten school en gelden als een efficiënte manier om zowel de prestaties van het individu als de organisatie te verbeteren. Maar het artistieke mentoraat werd al veel vroeger beoefend door enkele van de grootste kunstenaars uit de renaissance, zoals de juweelsmid, schilder en beeldhouwer Andrea del Verrocchio. Als hoofd van een presti-gieus kunstatelier in Firenze, heette hij er de toen veertienjarige Leonardo di ser Piero da Vinci welkom als leerjongen.
Sinds 2002 werden niet minder dan 860 jonge kunstenaars uit 83 landen genomineerd.
Het mentorprogramma van Rolex liet in de loop der jaren een hechte artistieke gemeenschap ontstaan, gebaseerd op een intergenerationele dialoog tussen artiesten en kunstenaars uit verschillende culturen en disciplines. Sinds 2002 werden niet minder dan 860 jonge kunstenaars uit 83 landen genomineerd. 114 persoonlijkheden uit de kunstwereld werkten mee als raadgever en 208 invloedrijke figuren ontdekten jonge talenten en selecteerden finalisten.
Sinds de lancering van het mentorprogramma gingen de grootste namen uit de kunst- en cultuurwereld in op de vraag om de rol van mentor te vervullen. Enkele namen: Margaret Atwood, Tahar Ben Jelloun, Trisha Brown, Anne Teresa De Keersmaeker, Brian Eno, William Forsythe, Stephen Frears, Gilberto Gil, sir Peter Hall, David Hockney, Rebecca Horn, sir Anish Kapoor, William Kentridge, Lin Hwai-min, Toni Morrisson, Walter Murch, Youssou N’Dour, Jessye Norman, Martin Scorsese, Peter Sellars, Julie Taymor, Mario Vargas Llosa en Zhang Yimou.
Wat sterk voelbaar was bij de gesprekken tussen de mentoren en protegés tijdens het slotweekend van deze zevende editie, was hoezeer de duo’s elkaar verrijken. ‘Delen’ en ‘uitwisselen’ blijken geen loze woorden, en vaak is er onderling een vriendschaps- of broederband gegroeid. Een mooie expressie van het wederzijdse respect dat werd opgebouwd tijdens de tijd die hen samen gegund was, en die ze vulden met nadenken, luisteren en observeren. Dit slotweekend was natuurlijk een feest, een apotheose. Maar er werd ook een resultaat gepresenteerd. En bij alle gesprekken over dit bijzondere jaar voelde men ook goed aan wat het adagium van Rolex, ‘Achter elke grote kunstenaar staat een grote kunstenaar’, nu eigenlijk betekent. Het is een zin waarin de hele betekenis van ‘overdracht’ besloten ligt.
TEKST Nathalie Marchal
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier