‘We werken nu aan het toiletpapier van onze achterkleinkinderen’

De wereldmarkleider in incontinentieluiers SCA is in 1929 gestart als bosbouwbedrijf. Van boom tot papier dus. Met de nakende vergrijzing zijn de vooruitzichten meer dan gunstig. Al doet SCA zijn best om het verbruik van de luiers in te perken.

Svenska Cellulosa Aktiebolaget (SCA) heeft sinds deze maand de hoekjes van zijn logo afgerond. Dat is niets om van wakker te liggen. Behalve misschien voor de 400 Belgische werknemers van de Zweedse multinational. Voor hen moet het nieuwe logo meer dan vroeger de boodschap uitdragen dat SCA oog heeft voor duurzaamheid.

Het is een van de elementen die Frank Van Wanseele, managing director voor SCA in België, voortdurend naar voren schuift als een van de kernwaarden in de onderneming. Hoezo duurzaam? “Voor elke boom die we kappen, planten we er drie. Eigenlijk werken we daardoor nu al aan het toiletpapier van onze achterkleinkinderen.”

En die strategie loont. In 2012 puurde de beursgenoteerde onderneming uit Stockholm 834 miljoen euro winst uit 9,8 miljard euro omzet. Het Belgische filiaal was goed voor 250 miljoen euro omzet. In ons land heeft SCA een verkoopkantoor in Diegem en een productievestiging in Stembert bij Verviers. Voorlopig is er ook nog een kantoor in Waterloo, maar dat verhuist op termijn naar Diegem. De fabriek in Stembert maakt alleen zakdoekjes en toiletpapier. Ze produceert ongeveer 75.000 ton die zijn bedoeld voor ons land en de buurlanden.

Twee takken, drie divisies

SCA is naar verluidt de grootste private boseigenaar van Europa. Het bezit in Zweden een bosgebied ter grootte van België. En dat probeert het bedrijf dus duurzaam te beheren. Zo is het bomenbestand in de bossen van SCA de jongste vijftig jaar met de helft gegroeid. “Alles vertrekt vanuit de bossen”, zegt commercieel directeur Geert Eykens. “Het speciale bij SCA is dat wij alles zelf doen, van het boomzaadje tot het afgewerkte product.”

Vanuit dat productieperspectief vallen de activiteiten van SCA uit elkaar in twee takken: forest products en hygiëneproducten. De eerste categorie was in 2012 goed voor 21 procent van de omzet. Daartoe behoren producten als drukwerkpapier, houtpulp en solide houten producten. Ook al liggen daar de wortels van het bedrijf, de tak hygiëneproducten is groter en telt met personal care (30%) en tissue (49%) nog eens twee divisies. De producten in die tak gaan van luiers, over maandverbanden tot keukenrollen, toiletpapier en papieren zakdoekjes.

De Zweedse onderneming telt 36.000 werknemers en verkoopt in honderd landen. “Wij zijn een bedrijf in voortdurende evolutie”, zegt Van Wanseele. “Sinds vorig jaar kiezen we er resoluut voor ons te profileren als hygiëneproductenbedrijf. Dat verklaart onze overnamepolitiek. Zo hebben we vorig jaar onze packagingactiviteiten verkocht en hebben we Georgia-Pacific gekocht, bekend van de hygiëneproducten van het merk Lotus Professional. We zijn bezig met de integratie ervan.”

Als het gaat over incontinentiemate-riaal is SCA onmiskenbaar het nummer één in de wereld. Het bedrijf heeft een marktaandeel van 25 procent. Nummer twee Kimberley-Clark blijft onder de 10 procent. Het is wel bizar dat zo’n groot bedrijf zo onbekend klinkt. Wie kent nu SCA? “Veel mensen kennen wel onze merken, niet onze bedrijfsnaam”, weet Van Wanseele. “Ons merk Tena is in de zorgsector zelfs bijna een soortnaam geworden voor incontinentieluiers.”

De merkenstrategie is een aandachtspunt voor de komende jaren. Naast Tena is enkel Tork — bekend van handdoeksystemen voor de horeca — een wereldmerk. De meeste andere producten van SCA blijven lokale merken. Voorbeelden zijn Nana voor maandverband, Tempo voor papieren zakdoekjes en Edet voor toiletpapier. “Het is onze ambitie te groeien tot een stuk of zes wereldmerken. Daar zit de toekomst van ons bedrijf”, zegt Wanseele.

Focus op hygiëne

Vorig jaar is op groepsniveau beslist op de hygiënemarkt te focussen. Toiletpapier, maandverband, keukenrol of incontinentieluiers… In alle categorieën wil SCA producten leveren die het dagelijkse leven van mensen verbeteren. “Voor een bedrijf in transitie is een strategische keuze om op de hygiëneproducten te focussen logisch. Daar is meer toegevoegde waarde mogelijk”, zegt Eykens.

Daarbij benadrukt SCA graag dat er fors in onderzoek en ontwikkeling wordt geïnvesteerd. “Wij hebben in Göteborg een centrum waar heel hard wordt gekeken naar wat wij in de toekomst moeten doen. Goede producten zijn één ding, maar wij maken nu eenmaal geen smartphones. Daarom doen we ook veel onderzoek naar het ideale gebruik van onze producten”, Van Wanseele.

Vrij vertaald wil SCA dat zijn producten niet worden verspild. Dat past naar verluidt in zijn duurzaamheidsfilosofie. “Investeren in verbruiksremmmende systemen vinden we belangrijker dan puur omzet draaien. Daarom verkopen we bijvoorbeeld niet alleen papier om je handen af te drogen, maar we geven bijvoorbeeld ook trainingen handhygiëne in de horeca.”

Geen nichespeler

De markt van incontinentie wordt vaak gezien als een nichemarkt. Toch is hij goed voor 8 miljard euro en dat is meer dan de markt voor maandverband. Ook hier is de strategie er geen van numerieke groei. In feite zet het Zweedse bedrijf zelfs in op ontwikkelingen die het luierverbruik kunnen beperken. Een reactie die mogelijk wordt dankzij een ruime marge en de demografische evolutie in de ontwikkelde landen. Meer ouderen, die bovendien langer leven, levert sowieso groei op.

“Onze marges staan wel degelijk onder druk”, zegt Eykens. “Maar dat geldt voor elke productcategorie in de gezondheidszorg. We redeneren vanuit een langetermijnperspectief. Als een instelling bij ons klant wordt, dan zien ze hun uitgaven voor incontinentiemateriaal gevoelig zakken. Dat komt omdat wij niet alleen naar producten kijken, maar ook heel sterk naar routines en procedures.”

Voor de opbouw van zo’n langetermijnrelatie heeft SCA drie keer meer verpleegkundigen in dienst dan verkopers. “Hun rol is een continentiebeleid te helpen uitstippelen. Wij kijken vooral naar de gevolgkosten van een slecht continentiebeleid. De kosten van de materialen zijn uiteindelijk minder belangrijk dan de tijd nodig voor het aanbrengen, wegwerpen en vervangen van onze producten. Door goede procedures kan je hefbomen creëren: je kan veel sneller werken en hetzelfde werk doen met één in plaats van met twee verpleegkundigen. Daar is een enorme besparing mogelijk en tegelijk is dat het verschil tussen een rusthuis waar iedereen tegen negen uur gewassen in de polyvalente zaal zit en een instelling waar om half twaalf de laatste patiënt nog snel wordt gewassen want het eten wordt opgediend.”

Diensten

Omdat SCA de gevolgkosten centraal zet, biedt het ook diensten als toilettraining aan. Door oefeningen kan incontinentie soms worden uitgesteld of verholpen. “Goede producten zijn van be-lang, maar de race over het meest absorberende product is in de jaren negentig al gestreden”, zegt Eykens. “Het gaat er niet meer om of je 2 dan wel 3 liter kunt absorberen. Het gaat er ook niet meer over hoeveel luiers je per dag gebruikt. Het gaat er nu om dat de impact van incontinentie op al je andere activiteiten zo klein mogelijk wordt gehouden.”

Volgens Van Wanseele zal het belang van producten blijven, maar de sleutel worden de relevante diensten erbovenop. Zeker in de zorgsector. “De toekomst is aan wie daarop inspeelt. Je moet mee nadenken over logistiek, het gebruik, de protocollen en de financiering. Daarom investeren we in innovatie.”

En in bewustmaking. Want incontinentie is een onderschat probleem, zegt Eykens. “Er heerst nog een enorm taboe rond. De meesten schrikken als je zegt dat 5 tot 7 procent van de wereldbevolking met incontinentie te maken heeft. In Vlaanderen gaat het om 400.000 mannen en vrouwen. Door het taboe blijft de problematiek onder de radar, maar de impact van incontinentie — de Wereldgezondheidsorganisatie ziet het als ziekte — is groot. Zowel op het individu als op de maatschappij. Je kan mensen in thuisomgeving verzorgen of in een instelling. De maatschappelijke kostprijs daarvan is tot 30 keer hoger dan de kosten om iemand thuis te verzorgen. Het is met andere woorden heel belangrijk om het kantelmoment tussen thuiszorg en instelling zolang mogelijk uit te stellen en ervoor te zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfredzaam zijn. We proberen daarom producten te leveren die de zelf-redzaamheid bevorderen door hun ergonomische aspecten, maar tegelijk de taboes te doorbreken.”

ROELAND BYL, FOTOGRAFIE JONAS HAMERS/IG

“Investeren in verbruiksremmmende systemen vinden we belangrijker dan puur omzet draaien” Frank Van Wanseele

“Het speciale bij SCA is dat wij alles zelf doen van het boomzaadje tot het afgewerkte product” Geert Eykens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content