“We moeten intern devalueren”
Voor wie vindt dat er geen haast bij is om de Belgische huishouding op orde te zetten en onze concurrentiekracht te herstellen, is de septembernota van VKW Metena aanbevolen lectuur.
Onze export is hét fundament van ons bestel. Het veiligstellen van onze internationale concurrentiepositie is de voorbije decennia daarom altijd een hoeksteen geweest in het beleid”, zegt Johan Van Overtveldt, algemeen directeur van de werkgeversfederatie VKW.
Toch liep het soms mis, zoals in de jaren zeventig. Toen werd het concurrentievermogen van de ondernemingen uit de hengsels getild omdat de hoge olieprijzen zich via de automatische indexering vertaalden in hogere loonkosten. Tegen het begin van de jaren tachtig was Belgische arbeid 15 procent duurder dan in de buurlanden. Resultaat: een toenemend tekort op de handelsbalans, de begroting in de vernieling, stijgende werkloosheid… De negatieve spiraal werd gebroken met een devaluatie van de frank met 8,5 procent in 1982. De politieke schok maakte ook een volgehouden herstelbeleid mogelijk.
“Anno 2009 dreigen we de fouten van de jaren zeventig te herhalen. Het loopt weer grondig mis met onze concurrentiepositie”, zegt Geert Janssens, projectmanager van VKW Metena. “Zelfs toen de wereldeconomie het nog fantastisch deed, droeg onze export niet of nauwelijks nog bij aan de groei van de economie. De conclusie ligt voor de hand. De kwakkelende exportprestaties zijn made in Belgium. De Belgische loonskosten stegen de voorbije twintig jaar 8 procent meer dan in onze buurlanden. Vooral sinds 2004 en vooral in vergelijking met Duitsland gingen onze loonkosten uit de bocht. Het gevolg is dat onze ondernemingen al 20 procent marktaandeel verloren op onze exportmarkten (zie grafiek). Dat ondermijnt nu ook het herstel.”
De shock-and-awe-politiek van 1982 om de economie uit het slop te trekken, is vandaag een uitgesloten scenario. Tenzij België uit de euro zou stappen, maar dat zou een poging tot financiële zelfmoord zijn. Blijft over een politiek van hard labeur om intern orde op zaken te zetten. Want kan onze concurrentiepositie niet hersteld worden door de munt te devalueren, dan moet dat door de interne kosten te verlagen. “Zo’n interne devaluatie bestaat uit een volgehouden loondiscipline en een verlaging van de fiscale druk op arbeid. Die mix maakt dat de kostprijs voor de werkgever onder controle blijft, terwijl de werknemer netto toch meer overhoudt. Dat is ook een must voor een land dat kampt met een structurele werkloosheid van 8 procent. Arbeid is nu zowel te duur voor de werkgever, als te weinig lonend voor de werknemer. Een voorbeeld: een alleenstaande met een gemiddeld inkomen kost de werkgever per maand 4430 euro, maar de werknemer houdt daar maar een netto koopkracht van 2809 euro aan over. Die kloof is absurd hoog en ook veel hoger dan in de buurlanden. Vraag en aanbod van arbeid zijn daardoor te laag in België”, zegt Van Overtveldt.
Voorstel tot herstelbeleid
Een lagere fiscale druk op arbeid, allemaal goed en wel, maar hoe kan de schatkist deze operatie overleven? “Een hoger begrotingstekort is in elk geval geen optie. De crisis heeft al diepe bressen geslagen en de kosten van de vergrijzing komen eraan. Eigenlijk kan alleen een sanering van het overheidsapparaat een lagere fiscale druk mogelijk maken. De Belgische overheid werkt ook inefficiënt, dus is er zeker ruimte om met minder middelen evenveel te doen”, zegt Janssens. VKW Metena schuift daarom een pakket beleidsmaatregelen naar voren als herstelbeleid:
De invoering van een belastingkrediet voor lage arbeidsinkomens. Wie weinig verdient, krijgt dan belastingen terugbetaald. Dat maakt in de meeste gevallen werken weer veel lonender dan niet-werken. Deze maatregel kost ongeveer 500 miljoen euro, maar kan gefinancierd worden met een beperking van het huwelijksquotiënt.
Een gevoelige verlaging van de werkgeversbijdragen om de exportsector en dus de werkgelegenheid te beschermen. Een verlaging met ongeveer 8 miljard euro kan ongeveer de helft van de historische loonkostenhandicap wegwerken. De volgende drie maatregelen moeten deze ingreep financieren.
Een stroomlijning van de btw. Nu bestaan nog te veel vrijstellingen en uitzonderingsmaatregelen, maar die schieten hun sociale doelstelling te vaak voorbij. Een sociaal beter afgesteld btw-beleid kan 3,7 miljard euro op jaarbasis opleveren.
Vervang slechts de helft van het ambtenarenkorps dat met pensioen gaat. De volgende tien jaar gaat 30 procent van dat korps met pensioen. Eenmaal op kruissnelheid kan deze maatregel 3,75 miljard euro opleveren.
Herteken het financieringsmodel van de federale staat. Het systeem stimuleert het consumptiefederalisme. Een grotere fiscale autonomie voor de deelstaten dringt zich daarom op.
D.K.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier