‘We hebben nu niet de luxe om ruzie te maken’
De nieuwe directie van de federale energieregulator CREG zit één jaar in het zadel. Marie-Pierre Fauconnier maakt de balans op, en wil meewerken aan oplossingen voor het dreigende energietekort.
Rustige periodes bestaan niet meer. Tijdens de vakantie van Marie-Pierre Fauconnier riep de Vlaamse energieregulator VREG op tot duidelijke bevoegdheidsafspraken met de andere regulatoren, bleek dat kerncentrale Doel 4 wellicht langer buiten strijd zal zijn, en regende het scenario’s en afschakelplannen voor de gevreesde black- of brown-out, het uitvallen of gecontroleerd afschakelen van de elektriciteit.
Ook bij de CREG staat de energiebevoorrading bovenaan het prioriteitenlijstje. “Als je de balans opmaakt van vijftien jaar liberalisering van de energiesector, dan is er in heel Europa vooral aandacht gegaan naar het prijselement en de factor milieu. De consument en de energiebevoorrading zijn we uit het oog verloren. Terwijl het voor ons duidelijk is: de markt moet werken in het belang van de consument.”
De regulator heeft in het huidige debat drie taken, weet Fauconnier. “We stellen onze kennis ter beschikking van de regering en de stakeholders, via werkgroepen of teksten waarin we bijvoorbeeld alternatieve scenario’s onderzoeken. Een tweede taak is de evaluatie van de kosten: wat is een redelijke vergoeding voor gascentrales die in de strategische reserve belanden? Wat mag de verlenging van de levensduur van de kernreactoren kosten?”
“Ten slotte is er de markt: hoe kunnen we ervoor zorgen dat die optimaal functioneert? Energieverkopers hebben de plicht hun klanten te voorzien van energie. De licentievoorwaarden stellen dat het volstaat om lid te zijn van de energiebeurs Belpex. Nu blijkt dat dit mogelijk niet voldoende is. Dus moeten we andere criteria overwegen.”
De hoofdtaak van Elia is een black-out te vermijden. Dat de beheerder van het hoogspanningsnetwerk zwaait met megaboetes voor de energiebedrijven, lijkt een poging om de zwartepiet door te schuiven.
MARIE-PIERRE FAUCONNIER. “Het zijn geen boetes, maar evenwichtstarieven die energieproducenten en -afnemers moeten betalen indien ze hun beloftes niet nakomen. De hoogte daarvan (4500 euro per MWh, nvdr) hebben wij, op voorstel van Elia, goedgekeurd. Maar we bekijken ook aandachtig wat Elia doet. Zij zeggen dat er 3500 Megawatt importcapaciteit is, maar is dat echt het maximum? Welke marges hanteert Elia, en waarom? We hebben hen daarover vragen gesteld, en we zijn voorlopig niet tevreden over hun antwoorden.
“Al vind ik dat het geen zin heeft naar schuldigen te zoeken: we moeten zoeken naar oplossingen. Er is niet één acteur die de oplossing heeft, en alleen zijn we niets. We hebben niet veel tijd, en al helemaal niet de luxe om ruzie te maken. Ik kies dus geen partij, ik wil vooruit.”
Moeten we de oplossing zoeken in meer Europese samenwerking?
FAUCONNIER. “De Europese energiepolitiek is in volle beweging, maar de prioriteit zou nu de bevoorradingszekerheid moeten zijn. Alleen gaat dat ver boven het energiebeleid. Je spreekt dan automatisch ook over de industriële politiek, de concurrentiepositie. De crisis in Oekraïne toont de grenzen van de Europese energiepolitiek: de landen die van Russisch gas afhankelijk zijn, willen niet optreden; de andere wel.
“Tegelijk zitten we de facto in een Europese markt: als een land een beslissing neemt, heeft dat impact op de andere, dus moéten we overleggen. Daarom hebben we eerst en vooral behoefte aan een coherent intern en extern beleid. Het is niet moeilijk een nieuwe energiewetgeving uit te dokteren, maar nu moeten energiebevoorrading en de consument centraal staan.
“We zitten tussen wal en schip. Voor mij ligt de oplossing in meer Europa. Doen we dat niet, dan moeten we stoppen, en terugkeren naar de gereguleerde markt. Ik heb er geen problemen mee om ACER, de Europese vereniging van regulatoren, de structuur van een regulator te geven, met de hulp van de nationale regulatoren. Dat is een kwestie van consequent te zijn. Willen alle landen dat? Dat is een andere vraag.”
Elia werkte aan een Energiepact, waar alle betrokkenen zich achter moesten scharen om de energiebevoorrading te verzekeren. Maar het werd een oproep naar de overheid om zo’n pact te realiseren.
FAUCONNIER. “Ik vind het Energiepact een uitstekend initiatief, maar om te slagen, moet het vanuit de overheid komen, zoals het Nederlandse Energieakkoord. In essentie zijn er twee manieren om zo’n pact te ontwikkelen: je laat eerst experts een visie ontwikkelen, en vraagt dan commentaar van alle betrokkenen. Ofwel ontwikkel je, zoals in Nederland, een visie vanaf nul. Als de politiek zoiets wil, staan wij klaar om te helpen.”
U bent nu een jaar in functie. Wat gaat goed, wat moet beter?
FAUCONNIER. “Het is niet gemakkelijk om iets negatiefs te zeggen (zie kader Dialoog vermindert advocatenkosten), maar als ik er iets moet uitpikken, dan het formalisme bij de CREG. Dat is nodig voor de wettelijke aspecten van deze job, maar het mag de creativiteit in het functioneren niet afremmen. We hebben een goede ploeg. Met nog wat meer transversaliteit, oplossingen zoeken samen met de andere departementen, valt er nog meer uit te halen.”
U kondigde in uw eerste interviews aan dat u meer aandacht wil voor de kmo’s. Is dat al gelukt?
FAUCONNIER. “Dat is zeer complex, en wellicht daarom heeft niemand zich sinds de liberalisering bekommerd om die doelgroep. Nochtans is die goed voor ongeveer de helft van de energieconsumptie. Alleen spreek je over erg uiteenlopende verbruiksprofielen: bakkers met ovens, advocaten met enkel wat bedienden en computers… We hebben gesproken met werkgeversorganisaties als Unizo, Voka en UCM om de problemen te detecteren. We willen de kmo’s helpen hun factuur beter te begrijpen, specifieke gebruikersprofielen definiëren en communicatiemiddelen voor de bedrijven ontwikkelen: workshops, folders…”
Komt u dan niet op het terrein van de regionale energieregulatoren? De Vlaamse VREG pleitte vorige maand voor een taakverdeling: zij de kleinhandelsmarkt, u de groothandelsmarkt en de internationale energieprijzen.
FAUCONNIER. “Wij geven informatie aan álle consumenten. We doen ook een studie naar de kosten voor grote bedrijven om over te schakelen op andere leveranciers, en hoe we daar de concurrentie kunnen aanzwengelen. Er is nooit genoeg informatie, en bovendien zijn we complementair. In Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk leggen de regulatoren met filmpjes de structuur van de energiemarkt uit. De boodschap is dezelfde: durf te vergelijken, en doe dat op basis van de testen die de regionale regulatoren hebben ontwikkeld.”
Hebt u voldoende middelen? Het CREG-budget is kleiner dan dat van de marketingafdeling van Electrabel, zei een van uw voorgangers ooit.
FAUCONNIER. “Dat is een tweesnijdend zwaard. Ons budget is al vier jaar op rij bevroren, maar 80 of 90 procent van ons budget zijn lonen, en we hebben voldoende middelen om iedereen correct te verlonen. Tegelijk moeten we ons ervan bewust zijn dat we een kostenpost vormen voor de consument: het is uiteindelijk de klant die ons betaalt. Voor offshorewindenergie hebben we twee goede medewerkers. Tegenover hen zitten de concessionarissen, Elia, de energiebedrijven… Maar zolang we een constructieve relatie kunnen aangaan met alle stakeholders, is dat geen probleem. Wat me meer zorgen baart, is de asymmetrie van de informatie. We staan als nationale regulator tegenover oligopolen van wereldniveau: bedrijven die kennis hebben van heel veel energiemarkten. Daarom werkt de CREG zeer actief mee aan de Europese vereniging van energieregulatoren, en voer ik ook gesprekken met de regulatoren uit de buurlanden. Onlangs heb ik een memorandum of understanding getekend met onze Griekse tegenhanger, omdat Fluxys (beheerder aardgasnet, nvdr) daar mogelijk activiteiten zal ontwikkelen.”
Zijn er niet té veel wetten?
FAUCONNIER. “De meeste wetgeving komt vanuit Europa: de eenheidsmarkt, competitiviteit, de richtlijn voor hernieuwbare energie… Ik heb eigenlijk niet zozeer de indruk dat er te veel wetgeving is, maar wel dat ze zeer complex is. De CREG heeft geen rol te spelen in het maken van wetten, wel in het uitleggen en verhelderen ervan.”
De liberalisering is bijna vijftien jaar oud. Sommigen krijgen heimwee naar de gereguleerde markt.
FAUCONNIER. “Energie wordt graag vergeleken met de telecomsector, maar die is pas vrijgemaakt na een technologische revolutie: de gsm. Bij ons moet dat nog komen. Om van nationale geïntegreerde bedrijven te gaan naar een volledig functionerende markt, is tijd nodig. Maar we doen het in België niet zo slecht: bijna nergens anders in Europa veranderen de consumenten zoveel van leverancier, de prijzen zijn vergelijkbaar, er zijn een aantal zeer actieve leveranciers en we hebben een toe te juichen systeem van bescherming van de sociaal zwakkeren.
“Al moet er uiteraard nog veel verbeteren. De meeste consumenten begrijpen de energiemarkt niet, terwijl ze wel keuzes moeten maken. De consument werd, samen met de bevoorrading, het meest vergeten bij de liberalisering.”
Hoe houden we de factuur betaalbaar?
FAUCONNIER. “Niet alle kostenposten zijn de verantwoordelijkheid van de federale regering of de CREG. Wij waken over ons budget, en bijvoorbeeld de tarieven van Fluxys worden tussen 2016 en 2019 met 7 procent verlaagd, met al een eerste daling in 2015. Er is stevig overleg nodig, over de machtsniveaus heen, om coherentie te krijgen in de Belgische energiepolitiek. Wellicht is een Energiepact een oplossing, maar daarover beslissen wij niet.
“Maar we moeten niet verhelen dat hernieuwbare energie en de transitie een kostprijs hebben. De Energie Wende (waarmee de kerncentrales worden gesloten, nvdr) kost Duitsland 500 miljard euro, en de regering heeft beslist dat vooral door de particulieren te laten betalen. De regulator kan niet zeggen wie in welk tempo moet betalen. Wij kunnen wel becijferen wat maatregelen kosten, en wat de gevolgen zijn. Voor het Belgian Offshore Grid (stopcontact op zee, om de toekomstige windmolenparken op aan te sluiten, nvdr) hebben we vijf scenario’s berekend. De goedkoopste versie heeft als gevolg dat het BOG later niet kan worden ingeschakeld in een netwerk van offshorenetwerken. Maar de uiteindelijke keuze is aan de politiek.
“Vergeet ook niet: met vrijheid komt verantwoordelijkheid. Het is aan de consument om zich te informeren en te handelen op de energiemarkt. Wij kunnen helpen, bijvoorbeeld door de leveranciers te vragen slechts vier producten aan te bieden, maar in tegenstelling tot de telecom is energie er niet in geslaagd dicht bij de mensen te komen. Behalve nu, met het risico van een black-out.”
LUC HUYSMANS, FOTOGRAFIE PAT VERBRUGGEN
“Niemand heeft zich sinds de liberalisering bekommerd om de kmo’s. Nochtans zijn die goed voor de helft van de energieconsumptie”
“Voor mij ligt de oplossing in meer Europa. Doen we dat niet, dan moeten we stoppen, en terugkeren naar de gereguleerde markt”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier