We hebben een Generatiepact maal 100 nodig

“De volgende twee jaar zijn van cruciaal belang om onze welvaart te vrijwaren”, zegt Luc Coene, de vicegouverneur van de Nationale Bank. “De gezondmaking van de begroting hoeft echter niet gepaard te gaan met een budgettaire big bang. Zo diep snijden moet niet als we een positief verhaal van meer jobs kunnen schrijven.”

Luc Coene houdt, voor de Hoge Raad van Financiën, de geldbehoeften van de staat in de gaten. Het nieuwe rapport van de Hoge Raad waarschuwt dat bij ongewijzigd beleid de overheidsfinanciën weer dieprood kleuren. Bovendien was de Nationale Bank in haar jongste jaarverslag niet mals voor het begrotingsbeleid van de paarse regeringen van Guy Verhofstadt, van wie Coene destijds kabinetschef was.

LUC COENE (NATIONALE BANK). “Dat is heel moeilijk te zeggen. Internationale instellingen zoals de OESO, het IMF en de Europese Commissie hanteren verschillende definities die verschillende resultaten opleveren. Belangrijker dan de hoogte is de richting waarin dat structurele tekort evolueert. In ieder geval was het begrotingsevenwicht in 2007 ook te danken aan een vrij grote conjuncturele bonus. Dus was er een structureel tekort, dat bovendien groter werd.

“Maar ik ben geen voorstander om te werken met een onderscheid tussen een structureel tekort en een conjunctureel tekort dat vanzelf verdwijnt als de economie weer aantrekt. Dat onderscheid is manipuleerbaar en dus ligt daar een kans voor de politiek om zich te verschuilen achter een zogenaamd hoog conjunctureel tekort om de sanering uit te stellen. Het is daarom beter te werken met het feitelijke tekort. Daarover kan geen discussie ontstaan. Daarom pleiten we voor een feitelijk evenwicht vanaf 2013, of ten laatste in 2015. Want als er volgend jaar geen economische groei is en het jaar daarop slechts 1 procent, dan is een evenwicht tegen 2013 niet haalbaar.”

Het oplopende begrotingstekort is volgens de Hoge Raad vooral te wijten aan een structureel afglijden en slechts in mindere mate aan de economische crisis.

COENE. “Dat komt omdat de uitgaven de jongste tien jaar structureel sneller stegen dan de economie groeide. Vooral de stijgende prijs van de pensioenen en de gezondheidszorg speelt ons nu al parten. Even belangrijk is ook dat de nationale rekeningen de lastenverlagingen die paars doorvoerde als uitgaven beschouwen.

“Het neemt niet weg dat er toen weinig is gedaan aan de andere uitgaven. Eenmalige ontvangsten en de goede economische conjunctuur hielden het budget overeind. Dat is niet langer het geval, terwijl de uitgavengroei wel blijft doorgaan. Dus vergroot de schuld en de rentesneeuwbal begint nu al weer te rollen.”

U zat destijds mee in de cockpit als kabinetschef van Guy Verhofstadt. Valt het u niet moeilijk om nu van leer te trekken tegen wat toen gebeurde?

COENE. “Neen. Een kabinetschef bepaalt het beleid niet. Hij is meer lijdend voorwerp dan onderwerp. Het komt erop neer resultaten te behalen in de politieke context. In het beoefenen van de kunst van het haalbare is het belangrijkste het aanhouden van de lijn waarop je zit.

“Let wel, in een land met coalitieregeringen is het beleid zelden perfect. Het paarse beleid was niet slechter dan dat ervoor met het Globaal Plan, dat de belastingen verhoogde, maar de uitgavengroei ook niet aan banden legde. Het budget was ermee gesaneerd, maar de economie viel erdoor stil. Paars heeft de rentebonus gebruikt om de economie weer aan te zwengelen en werkgelegenheid te creëren via lastenverlagingen, eerder dan de schuld aan te zuiveren. Het tweede luik van die strategie om de creatie van die jobs voluit mogelijk te maken, kwam er echter niet. Het Generatiepact was een schuchtere aanloop, maar het kreeg geen vervolg. De lastenverlaging moest immers gepaard gaan met een versoepeling van het arbeidsmarktbeleid, maar die inspanning is stilgevallen.

“Vandaag heb ik een andere rol en draag ik een andere pet. Ik heb een heel andere functie en zit in een luxueuzere positie om te zeggen wat moet. Ik moet het immers niet zelf waarmaken. Maar met mijn ervaring probeer ik toch te zoeken naar wat haalbaar is.”

De vorige keer dat de rentesneeuwbal rolde en de schuld zo groot was dat ze zichzelf voedde, waren grote saneringen nodig.

COENE. “Ik begon in 1973 te werken, net voor de eerste oliecrisis. Door de inflatie en de automatische indexering steeg mijn loon toen maandelijks. Fantastisch voor mij, maar een ramp voor de economie. We zitten nu in een gelijkaardige situatie, maar het geheugen van de mensen is kort en we hebben we een nieuwe generatie politici. Guy Verhofstadt en Herman Van Rompuy hebben die jaren zeventig als jonge politici meegemaakt. Vandaag cirkelen rond hen jonge mensen die deze periode niet meegemaakt hebben.

“Destijds betaalden we in Belgische frank, die onder druk kwam te staan als de economie slecht presteerde. Met de euro vermindert het gevoel van hoogdringendheid, de sense of urgency, om iets te doen aan de huidige situatie, zowel bij de politici als bij de bevolking.”

De bevolking beseft niet wat er op haar afkomt?

COENE. “Neen. We hebben nog een grote communicatieopdracht voor de boeg. Hoe leg je uit dat als de lonen stijgen de werkloosheid vermeerdert en de inkomsten voor de sociale zekerheid verminderen? Dat horen ze al twintig jaar en zeggen: ‘Die jaren hebben we toch ook overleefd’. Maar de huidige crisis, die in de financiële sector begon, gaat de werkloosheid gevoelig verhogen. Daar staan we nog maar aan het begin.”

Heeft de politieke wereld voldoende slagkracht om daadwerkelijk in te grijpen?

COENE. “We kenden een gelijkaardig verhaal in de jaren zeventig: onbestuurbaarheid, regeringen die elkaar in snel tempo opvolgden, stakende ministers. Daarop volgde de slagkracht van de jaren tachtig. Er was een schokeffect met de devaluatie van de Belgische frank, wat vandaag dus niet meer kan, en er volgden zware saneringen. Toen hebben ze da joenk (Guy Verhofstadt, toen minister van Begroting) buiten gezwierd en werden de budgettaire teugels weer gevierd.

“De intrede van de euro maakte de herkansing mogelijk onder Jean-Luc Dehaene. Vandaag heb je niet zo’n project. De vergrijzing, die veel geld zal kosten, kan je maar moeilijk aan de bevolking verkopen. Dat verhaal is diffuser dan een devaluatie of de toetreding tot de euro.”

Een tekort van 5 procent wegwerken. Hoe doe je dat? Door te snijden in de uitgaven? Door de belastingen weer te verhogen? De fiscale druk daalde de voorbije jaren immers van 48 naar 46 procent van het bbp.

COENE. “De ruimte voor lastenverhogingen is heel gering, want België heeft al ongeveer de hoogste belastingdruk in Europa. De mensen gaan over de grens shoppen als je de indirecte belastingen te veel verhoogt. Meer lasten op arbeid is helemaal uit den boze. Toch is het ondenkbaar dat we de ontvangsten niet onder de loep nemen.

“Natuurlijk moet je iets doen aan de groeivoet van de uitgaven. Al te vaak worden er initiatieven genomen die op korte termijn betaalbaar lijken, maar voor eeuwig en altijd in het uitgavenpatroon ingebakken raken. Besparen kan door het overheidsapparaat grondig onder de loep te nemen. De overheid kan meer taken uitbesteden aan de privésector of een verhoging van het aantal tijdelijke jobs in de publieke sector kan ook heel wat opbrengen. Ook de groei van de uitgaven voor gezondheidszorg met 4,5 procent is niet houdbaar. Als het systeem de welvaart doet verminderen, moeten we dat systeem in vraag stellen en dat gebeurt niet.”

Staan we aan de vooravond van een nieuw Globaal Plan?

COENE. “Ja, maar het kan zonder een budgettaire big bang. We kunnen de komende en onafwendbare operatie ook deels op een positieve manier realiseren. Ik spreek over maatregelen die je nu neemt en geleidelijk op toerental komen, waardoor die op termijn geruisloos een enorm positief effect hebben. In het verleden was de verhoging van de pensioenleeftijd voor vrouwen tot 65 jaar zo een maatregel. Zweden bijvoorbeeld legt de pensioenleeftijd vast in functie van de levensverwachting. Of je zou kunnen vastleggen dat je ten minste 45 jaar moet werken. Er is geen enkele reden waarom België niet in staat zou zijn een participa-tiegraad van 70 tot 75 procent te bereiken als de Scandinavische landen daar nog een stuk boven zitten. Nederland verhoogt de pensioenleeftijd naar 67 jaar. Bij ons hoeft dat niet eens. Wij moeten ervoor zorgen dat oudere werknemers niet vervroegd de arbeidsmarkt verlaten. Het Generatiepact heeft langer werken een heel klein beetje dichterbij gebracht. (toont een kleine opening tussen duim en wijsvinger) Maar we betaalden er een hoge prijs voor zodat het netto-effect relatief beperkt bleef. Nu hebben we een veel grotere inspanning nodig. (wijst van de vloer naar het plafond) We hebben een Generatiepact maal honderd nodig. Ik stel vast dat de mensen er nog niet van overtuigd zijn dat er langer gewerkt moet worden om onze welvaart te behouden. We moeten af van taboes van de huidige generatie die maken dat de volgende generatie het minder goed zal hebben.

“We moeten nu maatregelen treffen die vanaf midden of eind volgend jaar ingaan. Dat maakt het bedrijven mogelijk om daarop te anticiperen. Het past in een oefening om het bedrijfsklimaat vriendelijker te maken. Houd de lonen in het gareel. We moeten dat meer doen dan andere landen, want we hebben al een loonkloof. Om marktaandeel te heroveren, moeten onze loonkosten zelfs lager komen te liggen dan die van onze handelspartners. Meer jobs creëren, dat is de koninklijke laan die ons uit het budgettaire moeras leidt.”

Is het in de slechte budgettaire context verstandig om de btw in de horeca te verlagen?

COENE. “Ja, als de maatregel beperkt is in de tijd en dient als relancemaatregel. België moet zijn deel van het werk doen om de economie weer op dreef te krijgen. We kunnen het niet maken om alleen maar te profiteren van de inspanningen van andere landen. De regering kan zich dus niet onttrekken aan haar internationale verplichtingen om mee te helpen aan de relance.”

Is dat zo? De loonstijgingen uit het interprofessioneel akkoord werden handig meegeteld in de Belgische inspanning.

COENE. “Dat is inderdaad opsmuk. Maar bon, we doen wat we kunnen. Gezien de precaire toestand van onze publieke financiën doen we een relance-bis beter niet.”

Geeft de bevolking minder uit als de staatsschuld oploopt, precies omdat ze toekomstige belastingverhogingen en besparingen vreest?

COENE. “Ja, studies tonen aan dat dit effect nog meer speelt zodra de staatsschuld hoger is dan 90 procent van het bbp. We zijn op dat punt gekomen. Dat is een van de argumenten om zo snel mogelijk weer een budgettair evenwicht te realiseren en de inspanning niet uit te smeren over tien jaar.”

Het Belgische model dat het geld over de overheden verdeelt, heeft zijn limieten bereikt?

COENE. “We moeten dat model inderdaad herbekijken en evenwichtiger structureren. Het Belgische niveau kan niet langer alleen de factuur van de vergrijzing betalen.

U botst wel op het feit dat Vlaanderen budgettair vet kan wegsnijden, maar Wallonië meteen in het vlees zit.

COENE. “Inderdaad en dat maakt het moeilijker. Het zuiden van het land kampt met grotere problemen omdat het minder ontvangsten heeft. De groei van de uitgaven ontspoort echter ook in Vlaanderen.

“Ik pleit voor een ander verdelingsmechanisme tussen de gewesten. We moeten af van het systeem waarbij de belastingen systematisch naar de plaats vloeien waar iemand woont en niet waar die werkt. Die situatie creëert slaapregio’s en benadeelt plaatsen die activiteit en jobs voortbrengen. Zo kan je geen land besturen. Een herverdeling zal meer geld naar Brussel sluizen ten nadele van Vlaanderen. Brussel krijgt nu wel al extra federaal geld, maar niet in verhouding tot de kosten die de pendelaars meebrengen. De compensatie moet tussen de gewesten worden geregeld. Wallonië zal dan weer meer geneigd zijn jobs te creëren en zelfs Vlamingen aan te trekken als het een deel van de opbrengst van zijn inspanningen voor zich mag houden.”

Opvallend ook: op langere termijn wordt de prijs van de vergrijzing nu lager ingeschat dan enkele jaren geleden waardoor er minder snel begrotingsoverschotten nodig zijn. Is dat geloofwaardig?

COENE: “Ik heb daar ook mijn twijfels bij. Maar het gaat om projecties over 40 tot 50 jaar waardoor die heel gevoelig zijn voor kleine wijzingen. De lagere kostprijs danken we vooral aan een hoger dan verwachte immigratie tijdens de voorbije jaren.”

Wordt de potentiële groei overschat, omdat de groei de voorbije jaren kunstmatig hoog was en België een expansief budgettair beleid kende?

COENE. “Op termijn ben ik toch vrij optimistisch. Technologisch zit er nog zoveel in de pijplijn wat de productiviteit kan opkrikken. De crisis zal die technologisch gedreven boost van de economie maar tijdelijk vertragen. En als naast het westen ook die andere miljarden mensen in de wereld de technologie voluit zullen toepassen, zal dat de globale groei sterk ondersteunen.” (T)

y Door Boudewijn Vanpeteghem & Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content