‘We gaan toch geen rendabele sector subsidiëren?’

Luc Huysmans senior writer bij Trends

“We hebben nog nooit ongelijk gekregen bij de verdediging van de consument. We hebben al wel zaken verloren door slechte wetgeving.” Afscheidnemend CREG-voorzitter François Possemiers analyseert ons energiebeleid.

Lees opinie Laat de regulator reguleren, blz. 18

Welkom in de sauna”, verwelkomt François Possemiers ons in het CREG-hoofdkwartier aan de Brusselse Nijverheidsstraat. Stralend herfstzonnetje of niet: de verwarming in het gebouw slaat elk jaar op 1 oktober aan. Dat leidt tot subtropische temperaturen in het bureau van de voorzitter van het directiecomité van de federale energieregulator CREG, voluit de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas.

Figuurlijk heeft Possemiers al wel voor hetere vuren gestaan. “Als je niet kan weerstaan aan politieke druk, dan kan je beter een andere job nemen.” De Rum-stenaar heeft een socialistische stempel, wat hem niet belette als CREG-topman in de clinch te gaan met ministers van dezelfde, en ook andere, politieke strekking. “Onze job is onafhankelijk oordelen, in het belang van de energieconsument. Dat moet de enige leidraad zijn voor een CREG-directeur.”

Het is een goede raad voor zijn opvolger. Op 31 januari 2013 loopt het mandaat van Possemiers af. Samen met hem wordt ook de rest van het vierkoppige directiecomité vervangen. “Men heeft de kans gemist om de continuïteit te verzekeren. Guido Camps (directeur prijscontrole) en Bernard Lacrosse (financiën-administratie) zijn of worden 62. Hadden zij nog drie jaar kunnen aanblijven, dan was een vlotte transfer mogelijk. Ik hoop dat minstens twee van de vier nieuwe directeurs uit de CREG komen.”

FRANçOIS POSSEMIERS. “Ik kan alleen betreuren dat men blijkbaar de CREG viseert. Ik heb dertien jaar gevochten voor de onafhankelijkheid van deze instelling. De laatste zes jaar deden we dat met vier mensen die door hun leeftijd geen afhankelijkheid moesten vrezen. Daardoor konden we ook altijd beslissen in het voordeel van de consument, want hij betaalt ons.

“De vorige regering volgde ons niet altijd. Ik heb daar nooit op gereageerd, behalve toen ik mij in het parlement heb laten ontvallen dat de regering dan ook maar de moed moet hebben om de CREG af te schaffen. Al ben ik ervan overtuigd dat de regering alle belang heeft bij een onafhankelijke autoriteit. De huidige regering volgt de jongste tijd bijna altijd onze adviezen. Wellicht ook omdat wij nooit zomaar schieten op iemand, maar altijd oordelen op basis van cijfers, van de realiteit. Zelfs GDF-Suez-topman Gérard Mestrallet heeft in het Franse parlement toegegeven dat de kostprijs die wij hanteren voor kernenergie, juist is.

“Bovendien is die onafhankelijkheid iets wat Europa eist. In 2014 wordt een aantal bevoegdheden overgedragen naar de regio’s, onder andere de tariefbevoegdheid voor de distributienetbeheerders. Maar de Vlaamse regulator heeft nog een controleorgaan met leden die worden aangewezen door de Vlaamse regering, in de Waalse zit nog een regeringscommissaris en de Brusselse regulator wordt geleid door het hoofd van het federale Bestuur Energie. De regionale overheden moeten daar nog iets aan doen.”

Een van uw taken is bevoorradings-zekerheid in het oog houden. De kerncentrales Doel 3 en Tihange 2 liggen nog altijd stil. Hoe groot is de kans dat het licht uitgaat deze winter?

POSSEMIERS. “We hebben een studie gemaakt over de winterpiek in februari dit jaar. Toen zaten we dicht bij de limieten van het systeem. Afgelopen winter was de strengste sinds de liberalisering. De enige raad die ik kan geven, is waakzaam te zijn. Want ik geloof niet dat de gezinnen massaal ‘s avonds pas na halfnegen hun toestellen gaan aanschakelen om een tekort te voorkomen. Mensen hebben kinderen, die tv willen kijken, eten moeten krijgen, wier kleren moeten worden gewassen, enzovoort.

“In een studie van september 2007 heeft de CREG al gewaarschuwd voor de gevolgen van de sluiting van de oudste drie reactoren. Ik begrijp de nervositeit van staatssecretaris voor Energie Melchior Wathelet, want hij moet vaststellen dat zijn voorgangers er niet veel mee hebben gedaan. Je hoeft niet akkoord te gaan met zijn plan, maar hij is er toch in geslaagd op korte termijn een visie te creëren. Maar er zijn nog veel onzekerheden.”

Wathelet overweegt de noodlijdende gascentrales te steunen.

POSSEMIERS. “De elektriciteitsproductie geld geven is geen goede zaak. Je subsidieert toch geen rijke, rendabele sector? Vergelijk het met een boer. Maakt die winst op zijn pootaardappelen, op het rooien, het vervoer, de opslag en dan nog eens op de verkoop van zijn aardappelen? In een geliberaliseerde energiesector krijg je alleen een serieuze vergoeding voor het geïnvesteerde kapitaal.

“We hebben discussie gehad over de nucleaire rente. Een paar jaar geleden hebben we (met de aanvankelijk te dure verkoop van Distrigas & Co aan Fluxys, nvdr) de rente op het gastransport uit de kostprijs kunnen halen, wat de tarieven met 30 procent deed dalen. Wat heeft dat voor zin als je dan nu opnieuw een rente invoert op het gebruik van aardgas in elektrische centrales? Het oude gascontract met het Noorse Troll-veld loopt nog altijd. Daardoor kunnen Electrabel en EDF-Luminus een deel van hun gas aankopen tegen een prijs die bijna de helft lager is dan de marktprijs.”

Maar er is toch een probleem met de rendabiliteit van die centrales?

POSSEMIERS. “Als een gascentrale niet werkt, dan wil dat zeggen dat ze niet nodig is. We spreken hier over bijna of volledig afgeschreven centrales. Gaan we subsidies geven aan producenten die tegelijk winst maken met de kerncentrales? De producenten moeten hun portefeuille differentiëren. Zoals EDF-Luminus doet: dat heeft geïnvesteerd in twee nieuwe piekcentrales in Angleur en Ham.

“Daarom ben ik ook tegen een capaciteitsvergoeding (vergoeding voor het ter beschikking houden van een bepaalde hoeveelheid energieproductie, nvdr), tenzij voor heel specifieke projecten én omkeerbaar. Iedereen mag capaciteit bouwen, maar bouw wat de markt vraagt, en dan zal die zorgen voor een normale vergoeding. Dat heb ik mijn hele carrière gemerkt: als het goed gaat, dan moet de klant de privésector vergoeden, en wanneer de economie minder draait, moet de publieke sector haar bijdrage leveren. Bij ons ligt de stroomprijs vrij laag, door de Duitse hernieuwbare energie die de prijzen drukt. Blijft dat zo in de winter? Ik ben benieuwd.”

Kan de markt alles oplossen?

POSSEMIERS. “Het debat over de nucleaire rente heeft ons vooral geleerd, dat er een ontkoppeling nodig is tussen alle activiteiten. In een geliberaliseerde markt heb je vier segmenten. Transport, via Elia en Fluxys, en distributie, via distributienetbeheerders als Infrax en Eandis. Die monopolies moeten in hun volheid worden gecontroleerd door de regulator.

“In productie van elektriciteit en import van gas enerzijds, en de levering anderzijds moet de markt spelen, waarbij uiteindelijk de consument sanctioneert. Daarbij krijg je prijsvorming op basis van internationale markten, en dan komt er een X bij: de kosten van de operator, de winst die hij wil genereren. Wanneer elke energieleverancier min of meer dezelfde marktprijs betaalt voor zijn energie, dan zijn ze allemaal vrij om zelf hun X in te vullen, en kan de consument beslissen. Want uiteindelijk is het product, die elektron of gasmolecule, bij elke leverancier hetzelfde.”

Hoe wilt u die ontkoppeling realiseren?

POSSEMIERS. “Er moet een juridische scheiding komen tussen productie en import enerzijds, en verkoop anderzijds. Ik verwijt Electrabel niet dat het mogelijk jarenlang een deel van de nucleaire rente heeft gebruikt om zijn industriële klanten blijvend te binden. Maar het is de taak van de wetgever om ervoor te zorgen dat die voordelige transfer niet eenzijdig kan blijven duren.

“Concreet zou de NV Electrabel Productie, net als E.ON Productie of EDF Productie, aan iedereen een prijs zonder ingebouwde rentes moeten vragen voor zijn stroom, ongeacht wie de klant is: Electrabel, Nuon, Essent of Lampiris. Natuurlijk kunnen grotere afnemers een betere prijs krijgen, maar dat moet in verhouding blijven. Dan heb je een echt level playing field.”

Heeft de prijsbevriezing bijgedragen tot een betere marktwerking?

POSSEMIERS. “De consumentenwaakzaamheid is in elk geval verhoogd. In Vlaanderen is nog amper 10 procent nooit van leverancier veranderd. In Wallonië is dat nog een kwart, in Brussel 30 procent. Ik denk dat de attitude van de historische spelers daartoe bijdraagt. Beweren dat, wat er ook gebeurt, jij je cliënteel kunt bevoorraden, is een tendentieuze manier om mensen bang te maken. Want als het licht uitgaat, gaat het voor iedereen uit, bij welke leverancier je ook zit.

“Ze heeft ook stabiliteit gebracht in de markt. Het is een goede zaak dat de leveranciers geen prijsparameters met een inflatiecomponent of een link naar de olieprijzen meer kunnen gebruiken.”

Essent en andere nieuwkomers hopen op een snelle afschaffing van de prijsbevriezing, omdat ze anders met verlies moeten verkopen.

POSSEMIERS. “Ik denk dat we ermee kunnen ophouden, mits er transparantie is in de prijszetting. Overgangsperiodes voor de duur van de aan de olieprijs gebonden contracten lijken me onnodig. Ten eerste kunnen ze die meerkosten doorrekenen in hun tarief, en ten tweede hebben RWE, GDF-Suez en andere inmiddels kortingen bedongen op de gasprijzen. Maar die hebben ze volgens mij niet of toch vrij onvolledig doorgerekend aan hun klanten.”

U oordeelt over tarieven. Volgens sommigen maakt u die zo laag dat investeringen in het netwerk in het gedrang komen.

POSSEMIERS. “Dat is onzin. Wij hebben nog nooit een investering geweigerd. Integendeel, aan Elia en Fluxys hebben we zelfs al gezegd dat ze niet genoeg investeren. Fluxys heeft nu de meest competitieve prijzen van alle transportmaatschappijen in Europa, en heel Europa kijkt bewonderend naar het marktsysteem dat wij Fluxys hebben opgelegd. Inclusief een zeer ambitieus investeringsplan, én een duidelijke splitsing tussen zijn activiteiten in eigen land en in het buitenland.”

De CREG oordeelt over de tarieven, maar de rechtbank volgt u niet altijd.

POSSEMIERS. “We werken altijd in functie van wat het beste is voor de consument. Daarom worden we dikwijls bekritiseerd, en dat blijft hangen. Maar dikwijls krijgen we gelijk, zelfs al kan dat een paar jaar duren. In elk geval hebben we nog nooit ongelijk gekregen bij de verdediging van de consument. We hebben wel al zaken verloren door slechte wetgeving.

“De distributietarieven bepalen, betekent ook snijden in de winstmarges van de distributeurs. Tot 2007 deden wij de transporttarieven met 25 procent dalen voor gas, en met 40 procent voor elektriciteit. Maar door de politieke invloed van hun aandeelhouders – lees: de gemeenten – kwam er een nieuwe wetgeving. Daardoor ging een beroep tegen onze beslissing niet meer naar de Raad van State, waar we 80 procent van de disputen wonnen, maar naar het hof van beroep in Brussel. Dat oordeelt dat wij gewoon de kosten moeten accepteren die ons worden verteld. Sindsdien verliezen we meer dan 80 procent van de disputen, en zijn de distributietarieven met 35 procent gestegen voor elektriciteit en met 28 procent voor gas.”

Wat kunt u daaraan doen?

POSSEMIERS. “Wij hebben de vorige regering daarover tweemaal een brief geschreven. Eén minister heeft geantwoord dat hij de brief heeft ontvangen, voor de rest: stilte. Dan moet ook niemand komen klagen dat onze energie zo duur is. Het Derde Energiepakket zegt uitdrukkelijk dat wij de distributietarieven bepalen, dus zijn we in juni naar het Grondwettelijk Hof getrokken om onze bevoegdheden terug te krijgen.

“Bovendien winnen we ook nog altijd geschillen. Voor het Hof van Cassatie winnen we 80 procent van onze zaken, voor het Grondwettelijk Hof tot nu toe allemaal. Toch sluiten we nu met de distributienetbeheerders dadingen af, omdat we niet worden gevolgd door de overheid en de gerechtelijke instanties. Helaas betekent een dading dat je iets wint, maar ook iets verliest.”

België heeft vier regulatoren, maar ook Europa wil meer te zeggen hebben. Krijgen we ooit een Europese regulator?

POSSEMIERS. “Die is wellicht dichterbij dan velen denken. De vereniging van Europese regulatoren (CEER) is de motor achter Acer, wat een voorafspiegeling is van een Europese regulator. Er wordt nu druk gewerkt aan de netwerkcodes, de minimale basis waaraan het stroomnetwerk van elke lidstaat moet voldoen. Op ons systeem zal het weinig invloed hebben, want meestal staan we al verder. Maar de integratie gaat voort, en ik ben blij dat de CREG zowat de leading lady is van de kleine landen binnen Acer.”

Luc Huysmans

“Als een gascentrale niet werkt, dan wil dat zeggen dat ze niet nodig is”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content