Water als politiek wapen

Alain Mouton

In het verleden vochten staten om grondgebied. Vandaag wordt de strijd gevoerd om energie en grondstoffen. Maar morgen zal de controle over water de inzet zijn van militaire conflicten, zeker in Azië. Dat is de centrale stelling van Water: Asia’s New Battleground van de Indiër Brahma Chellaney.

Voor de meeste Aziatische landen is de toegang tot water de komende jaren meer dan ooit een kwestie van overleven. In Azië woont drie vijfde van de wereldbevolking, maar het beschikbare water per inwoner is er van de laagste ter wereld. Een verontrustend feit volgens Chellaney. Tegen 2050 zal meer dan de helft van de nieuw aangegroeide wereldbevolking in Azië wonen. En als snelst groeiende regio ter wereld zal de vraag naar water voor voedselproductie maar ook voor industriële ontwikkeling er alleen maar toenemen. De strijd om de controle voor het water wordt dus keihard, voorspelt Chellaney. Hij ziet daarbij vooral de twee grootmachten China en India tegenover elkaar staan. Samen maken die landen 37 procent van de wereldproductie uit, maar ze beschikken slechts over 10,8 procent van de watervoorraden.

Met het oog op de toekomst beschikt China hier over de beste papieren. In China bevindt zich de bron van tal van rivieren die naar Rusland, Kazakstan, India en het Indochinese schiereiland vloeien. Het verklaart ook waarom China de controle over Tibet wil bewaren, want tal van rivieren ontspringen daar. Denken we maar aan de Mekong, de Brahmaputra (die via Bangladesh en China gaat) en de Amur. Eigenlijk heeft China de controle over alle rivieren van Afghanistan tot Vietnam. Chellaney voorspelt dat China die controle de komende jaren zal gebruiken zoals het in het verleden zijn virtuele monopolie op de controle van zeldzame metalen optimaal heeft uitgebuit om handelsakkoorden af te sluiten of potentiële conflicten in de Zuid-Chinese Zee in zijn voordeel te doen evolueren.

De buurlanden van China kijken met een stijgende bezorgdheid naar de vele stuwdammen en waterkrachtcentrales die het land op de bovenstroom van die rivieren gebouwd heeft of bouwt. China controleert zo het debiet van vele rivieren en weigert met andere landen verdragen af te sluiten over het verdelen van water.

De Drieklovendam in China is ‘s wereld grootste stuwdam. Het land telt al meer stuwdammen en -meren dan de rest van de wereld samen. Een van de nieuwste constructies is de Xiaowan-dam (4200 megawatt en groter dan de Parijse Eiffeltoren). Op de Brahmaputra wordt ook een nieuwe waterkrachtcentrale gebouwd en die bevindt zich bijna op de betwiste grens met India. Volgens Chellaney geen toeval. Daarmee toont China zijn macht in de regio en het land betwist de controle over de waterwegen met bijna alle buren, gaande van Rusland over India tot Noord-Korea en Birma.

Chellaney begrijpt als Indiër dan ook niet waarom zijn land de soevereiniteit van China over Tibet erkend heeft. Dat heeft de mogelijkheden van India om China’s waterprojecten te bekritiseren aanzienlijk verminderd. Chellaney windt er geen doekjes om: belangrijke landen in de regio moeten aan China duidelijk maken dat er grenzen zijn aan de controle over de waterwegen. Anders zijn militaire conflicten op termijn niet uit te sluiten.

Brahma Chellaney, Water: Asia’s New Battleground, Georgetown University Press, 2011, 400 blz, 35 euro

ALAIN MOUTON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content