Wat zijn de uitdagingen voor de sector?
In maart 2000 schetste Trends een overzicht van de biotechnologiesector. Toen was de sector bezorgd over een tekort aan infrastructuur en de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel. Van die zorgen blijven er vandaag weinig over. Infrastructuur is geen acuut probleem meer: Gent en Leuven bouwen allebei een bio-incubator. Ieder jaar studeren ruim 3000 wetenschappers af en dat volstaat als rekruteringsbasis. Voor de topfuncties is er wel een probleem. Patrick Van Beneden, sectorspecialist bij de Gimv: “Er is een gebrek aan ervaren mensen op alle cruciale posities: CEO, CFO en patentdeskundigen… Dat is een algemeen Europees probleem, maar omdat Vlaanderen steeds kwaliteit verkoos boven kwantiteit, is het bij ons nog acuter.”
Dat zet geen rem op nieuwe bedrijven, zo blijkt. Van de cluster zijn 23 bedrijven vijf jaar of jonger. Daarvan hadden er achttien al in 2003 een positieve cashflow. In dat opzicht observeert Hugo Van Heuverswyn, ex-CEO van Innogenetics, dat een biotechbedrijf tegenwoordig al binnen twee jaar gezond moet zijn. Van Beneden: “Er zijn verschillende soorten biotechbedrijven, maar ze hebben niet allemaal nood aan durfkapitaal. Er is een hoog groeipotentieel nodig en er moet een exitmogelijkheid zijn. Een andere categorie zijn relatief kleine bedrijven die vaak wel een goede boterham opleveren, maar niet genoeg potentieel hebben voor een risicokapitalist. Daar is niks mis mee. We moeten beseffen dat er niet elke dag topbedrijven met dat opwaartse potentieel ontstaan.”
Het aantal biotechbedrijven mag dan duidelijk lager liggen in Vlaanderen dan in onze buurlanden, het gemiddelde aantal werknemers ligt bij ons wel hoger. Ook het aantal geneesmiddelen in ontwikkeling ligt hier hoger. Eigenlijk zit Vlaanderen in het koppeloton van continentaal Europa. “Kwalitatief moeten we zelfs niet onderdoen voor Cambridge of Amerika,” zegt Van Beneden.
“Typisch is dat de Vlaamse biotechbedrijven meestal een veel groter startkapitaal hebben in vergelijking met onze buurlanden. Zeker de jongste jaren is dat duidelijk een trend,” zegt Els Vanheusden, directeur van de clusterorganisatie FlandersBio. Dat mag dan voor de levensvatbaarheid van de vorige generatie bedrijven een gunstige rol hebben gespeeld, voor de opstart van nieuwe bedrijven maakt het er niet makkelijker op. De universiteiten en business angels aarzelen immers met hun zaaikapitaal, omdat ze merkten dat hun belang sterk verwaterde bij de opvolgingsfinanciering. De durfkapitalisten stappen tegenwoordig liever in een later stadium mee. Patrick Van Beneden protesteert: “Galapagos en Devgen gaan naar de beurs en daar zit geen geld van business angels of fondsen van universiteiten in, maar wel van durfkapitalisten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier